Solomon Grundy,
Born on Monday,
Christened on Tuesday,
Married on Wednesday,
Took ill on Thursday,
Grew worse on Friday,
Died on Saturday,
Buried on Sunday.
That was the end of Solomon Grundy.


Dit is een zogenoemd nursery rhyme waarmee Britse kindjes de dagen van de week leren. Het stond ooit in mijn lesboek Engels. Niet echt grootse poëzie. Niet zoals Three Blind mice of Georgie Porgie. Maar voor een man als ik, die altijd met eten bezig is, is het vooral een getuige van goed huishouden. Het gaat over het gebruiken van overschotten, restjes.

Overvloed wordt saai
Vlees of groenten komen soms in grote porties het huishouden binnen, denk aan rosbief of witte kool. Dan is de huishoudster verplicht een hele week recepten te maken met hetzelfde, maar liefst toch elke keer anders, want variatie op het menu houdt de harmonie in het gezin. Overvloed wordt saai.

Het is vooral een getuige van goed huishouden. Het gaat over het gebruiken van restjes
“Eeuwigheid is twee personen en een hele ham,” zou schrijfster Dorothy Parker hebben verzucht. Een oud Brits kookboek heeft het op die manier over schapenbout: zo’n bout is groter dan een lamsbout en vooral, heeft een veel sterkere smaak. Dus eet je er minder van. Gebruik hem dan zo: warm op zondag, koud op maandag, opgebakken op dinsdag, gehakt op woensdag, curry op donderdag, bouillon op vrijdag en zaterdag cottage pie. Dat laatste noemen de Fransen een parmentier: onder saus en met een laag aardappelpuree erop in de oven.

Kliekjes
Solomon G(r)undy is een verbastering van salmigondis. Komt van Salamentum condire en dat betekent ‘zout vlees kruiden’. Net zoals salade is salmigondis dus een mengsel. Het is een deftig woord voor een verzameling van kliekjes. Heel gastronomische kliekjes, want opgenomen in de Larousse gastronomique van 1938.

Van de Franse provincies kwam de salmigondis bij de Engelse adel terecht, waar de toevoeging van vis er een essentieel deel van werd. Salmagundy werd een kleurrijke koude schotel van vlees, eieren, vis, groente, fruit, bloemen en noten, met een ansjovis-dressing en specerijen. Eigenlijk zoiets als bij onze grootouders kouwe plat heette (maakt iemand dat nog?). Vandaar stak de naam de Oceaan over naar de kolonies om er solomon gundy te worden.

Rolmops en bokking
Vandaag is solomon gundy in Nova Scotia (een provincie van Canada) niets meer dan rolmops met ajuinringen die geserveerd wordt op een cracker met roomkaas. Het is zowat de nationale snack van het gebied. En ja, het gerecht combineert dus vis en kaas, maar een salmigondis?

Heerlijk met wat reggae op de achtergrond
In Jamaica gaat het nog anders, maar o zo eenvoudig en lekker. Eerst en vooral hebben we bokking nodig. Dat zijn warm gerookte haringen, maar dan hard gerookt, zodat ze de reis naar Afrika of de Caraïben, waar vandaag nog bokking wordt verkocht, kunnen overleven. In fijnbesnaarde supermarkten zijn ze doorgaans niet te vinden. Indien u in zo’n voedselwoestijn woont, neem dan gerookte vis in blik. Haal het visvlees uit elkaar als kruimels en snippers en doe die in een kom. Snipper een ajuintje fijn en wat ringetjes van pijpajuin. Hak een chilipepertje fijn. Om in de Jamaicaanse stijl te blijven, moet dat een Scotch bonnet zijn, een moordend heet vruchtje.

Die lampionvormige chili’s uit de Afrikaanse winkels komen in de buurt. Bijkruiden met gestampte pimentkorrel (lontai, allspice) en een lepel of twee olie. Goed mengen. Er zijn mensen die alles door de blender halen. Dat geeft dan een soort pikante visrillettes. Maar met kleine brokjes is toch wel beter. Serveer op toastjes of crackers. Heerlijk met wat reggae op de achtergrond. Er is trouwens kant-en-klare solomon gundy in potjes te krijgen. In de Britse supermarkt, bijvoorbeeld. Smakelijk.
Dit artikel afdrukken