Sinds enkele jaren brengt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) 2 keer per jaar de inspectiegegevens van de slachthuizen in Nederland naar buiten. Vorige week was het de beurt aan de roodvleesslachthuizen, deze week zijn de grote pluimveeslachthuizen aan de beurt.

In de zogeheten naleefmonitor is - met naam en toenaam - te zien hoe de 18 grote pluimveeslachthuizen in ons land het er af brengen op het gebied van voedselveiligheid en dierenwelzijn. Deze 18 pluimveeslachterijen slachten 99,9% van de Nederlandse pluimveeproductie.

De NVWA houdt continu toezicht in grote pluimveeslachthuizen en treedt direct op bij overtredingen. Daarnaast voeren de dierenartsen van de NVWA steekproeven uit, waarvan de resultaten weergegeven worden in de naleefmonitor.

Niet één 100%-score voor voedselveiligheid
De belangrijkste indicator voor hygiënisch werken is de mate van zichtbare verontreiniging op het eindproduct. Met een score van 93% bleef die indicator stabiel ten opzichte van de vorige naleefmonitor. Maar in het productieproces is verbetering wenselijk, schrijft de NVWA: "Het is belangrijk dat ruimtes, machines en materialen in slachthuizen iedere dag goed schoongemaakt worden. Uit de cijfers van de naleefmonitor blijkt dat pluimveeslachthuizen hier niet altijd in slagen. Vloeren en wanden blijken nog wel eens niet goed schoongemaakt te worden en ook machines en transportbanden zijn niet altijd schoon. Ook op het punt van persoonlijke hygiëne en het tegengaan van kruisbesmetting en condens is nog ruimte voor verbetering."

Op basis van de inspectiegegevens valt af te leiden dat 2 pluimveeslachterijen in de eerste helft van 2018 het Nederlandse veld aanvoerden op het gebied van voedselveiligheid. Zowel Tomassen Duck-To B.V. als W. van der Meer en Zonen B.V. scoorden 100% op 7 van de 9 indicatoren (de stappen in het slachtproces, zie de infographic onderaan). Kijk je specifiek naar het criterium schone materialen en apparatuur, dan is Pluimveeslachterij G.P. Remkes B.V. de koploper; als enige van de 18 pluimveeslachterijen haalde het een score van 100% op dit aspect van de bedrijfshygiëne.

Dierenwelzijn
Naast de naleefmonitor op hygiënische aspecten, waakt de NVWA ook over het dierenwelzijn. De naleving van de regels voor dierenwelzijn lag in de eerste helft van 2018 op gemiddeld 90%.

Dierenwelzijn wordt op 4 momenten in het slachtproces getoetst: bij de aanvoer, het wachten en verplaatsen, het bedwelmen en het aansnijden en verbloeden van de dieren. Bij dat laatste aspect is de naleving al op hoog niveau. Bij het bedwelmen en wachten/verplaatsen is verbetering merkbaar, maar bij de aanvoer van de dieren worden de regels minder goed nageleefd. "Dit komt vooral omdat een aantal bedrijven de verplichte welzijnscheck bij aankomst van de dieren niet goed uitvoert," aldus de NVWA.

Dat neemt niet weg dat er 2 pluimveeslachthuizen zijn die zich mogen laten voorstaan op een smetteloze score in de dierenwelzijnsmonitor: Mieki van Hunsel B.V. en W. van der Meer en Zonen B.V. scoren beide 100% op alle aspecten.

Over het algemeen laat de monitor een positief beeld met ruimte voor verbetering zien. Het blijft jammer dat je als consument niet gemakkelijk kunt zien waar jouw kippenvlees is geslacht. Een uitzondering: de soepkip in de diepvriesmeubels van Aziatische supermarkten en in Turkse en Marokkaanse winkels (heel vreemd eigenlijk dat Nederlandse supermarkten de soepkip niet verkopen). Zowel de 'gewone' soepkip als de biologische wordt geslacht door Van der Meer in Dronrijp.

infographic nvwa pluimveeslachthuizen
Infographic NVWA: hygiënisch werken grote pluimveeslachthuizen
Dit artikel afdrukken