Het inbrengen van feces van een gezonde donor bij een patiënt met een chronische darmziekte is al bijna routine geworden sinds begin 2016 de eerste poeptransplantiebank werd geopend. Maar voor een echt succesvolle fecale transplantatie is poep van een 'superdonor' nodig. Dat blijkt uit onderzoek van de universiteit van Auckland naar eerdere studies over poeptransplantaties.

Onderzoekers zochten uit hoe het kan dat de poep van bepaalde donoren beter werkt dan andere feces bij de behandeling van darmaandoeningen. Het toedienen van poep blijkt effectief tegen onder meer de terugkerende Clostridium difficile-bacterie, die diarree en buikpijn veroorzaakt.

Bij de behandeling van colitis ulcerosa (ontsteking van de dikke darm) bleek dat de remissiegraad (het terugdringen van ziekteverschijnselen) 2 keer zo hoog was bij patiënten die poep kregen toegediend van een passende donor, schrijft The Guardian.

Een fecale transplantatie vergt volgens de onderzoekers een gepersonaliseerde aanpak met een goede afstemming tussen de donor en de gastheer. Volgens Justin O’Sullivan, docent aan de universiteit van Auckland, is de superdonor die nodig is afhankelijk van de aandoening. Om een darmaandoening te behandelen is de aanwezigheid van specifieke bacteriën en virussen belangrijk. Bovendien bepalen de immuunreactie van de gastheer op de donorontlasting, de aanwezigheid van darmbacteriën in de gastheer vóór de transplantatie en het dieet van de poepdonor hoe succesvol de behandeling is.
The Guardian - Faecal transplant researchers identify 'super-pooper' donors
  • Deel
Druk af