De kaas van zuivelondernemer Catharinus Wierda combineert Friese herkomst met bovenwettelijke eisen van duurzaamheid; daarmee voldoet de kaas aan de criteria van de stichting Streekeigen Producten Nederland (SPN). De streekproducten met het keurmerk gaan verder dan de BOB-erkenning (Beschermde Oorsprongsbenaming), omdat ook duurzaamheid bepalend is.

De oorsprong van de melk die gebruikt wordt voor de kazen van Wierda is traceerbaar naar een kleine groep Friese boeren; het gaat momenteel nog om twee Friese melkveehouders. De kaas is van het Goudse type, de bekende harde ronde wielen.

Trots en blij is Wierda met het keurmerk. Wierda: "Consumenten hechten steeds meer waarde aan ‘authenticiteit’ en weten waar het vandaan komt. Het keurmerk helpt ons om nog duidelijker aan consumenten te kunnen vertellen dat dit bij ons klopt, dat we Fries zijn en werken aan duurzaamheid. Zo kunnen ze nog bewuster kiezen."

’Bottom-up zuivel’
In het streven naar 'natuurinclusieve' veehouderij houdt Wierda rekening met weidevogels, milieubelasting, biodiversiteit en cultuurlandschap. Door klein te beginnen en stap voor stap te groeien kan hij het bedrijf ontwikkelen. Om vervolgens aan te tonen dat het volgens hem wel inclusief meer duurzaamheid en natuur kan. "Bottom-up zuivel", noemt Wierda dat. En, zegt hij, "kaas voor een mooier Friesland".

De kazen met de grutto in het logo liggen nu bijna 2 jaar in winkels, groothandelaren en horeca in voornamelijk Friesland. De komende maanden komt daar een groot aantal winkels buiten Friesland bij. Volgens journalist Wouter Klootwijk wordt de kaas in Noord-Holland gemaakt. De Fryske is transparant en zette die wetenschap gewoon op zijn website.
Dit artikel afdrukken