Conflict over ‘verloren meetdata’: alleen visie WUR/minister Schouten telt
Jarenlang was er ophef over de ‘verloren’ meetdata van zo’n 200 veldproeven, die voor een belangrijk deel de basis vormen van het huidige ammoniakbeleid. Wageningen UR had meermalen laten weten dat die niet meer beschikbaar waren. Bij aanvang van de wetenschappelijke sessie op 8 juni waren Hanekamp, Vogelaar en Rotgers dan ook in de veronderstelling dat deze meetdata er niet meer waren. Totdat Wageningen UR aangaf recent statistiek te hebben bedreven op deze meetdata. Daarop eiste Stichting Mesdag Zuivelfonds de 'teruggevonden' meetdata op. De kwestie liep afgelopen zomer hoog op, ook minister Schouten bemoeide zich met de kwestie en hield de Tweede Kamer voor dat er sprake was van een misverstand: 'De WUR heeft de minister laten weten dat het ontstane beeld op een ‘misverstand’ berust en dat de WUR niet beschikt over de gevraagde ruwe data uit de periode tussen 1997 en 2010. Alleen over opgewerkte data'.
Nee, minister Schouten, ons is sinds 2015 mondeling en schriftelijk medegedeeld dat ‘de meetdata’ niet meer beschikbaar zijn. Er is dus geen sprake van een misverstand, zoals u stelt, maar van geknoei met definities van de term ‘meetdata’De ‘groep kritische partijen’ waren het gedraai van Wageningen UR en nu ook minister Carola Schouten meer dan zat en lieten Schouten weten: ‘Pas ná de Rathenau-bijeenkomst op 8 juni werd bekend dat Wageningen UR beschikt over ‘opgewerkte meetdata’ en dat deze datasoort er nog wel is. Dit in tegenstelling tot de ‘ruwe data’, die volgens U door ons is opgevraagd. Nee, minister Schouten, ons is sinds 2015 mondeling en schriftelijk medegedeeld dat ‘de meetdata’ niet meer beschikbaar zijn. Er is dus geen sprake van een misverstand, zoals u stelt, maar van geknoei met definities van de term ‘meetdata’.'
Rathenau Instituut neemt in zijn ammoniakrapport alleen de zienswijze van Wageningen UR en minister Schouten op. Er wordt met geen woord gerept over de brief van de ‘groep kritische partijen’, ondanks dat Rathenau Instituut hier meermalen op is gewezen. Van een wetenschappelijk instituut als Rathenau mag worden verwacht dat ook de andere kant van het verhaal wordt opgenomen.
Groot verschil van inzicht ‘recht’ gepoetst
De ‘groep kritische partijen’ heeft een groot verschil van inzicht met de gevestigde wetenschap over de statistiek die moet worden toegepast op de ammoniakmetingen. De keuze van de statistiek is zeer bepalend voor de uitkomsten. Deze bepalen in aanzienlijke mate de hoogte van de stikstofdeposities op natuurgebieden als ook de trend in de gemeten luchtconcentraties.
Dit grote verschil van inzicht wordt door het Rathenau Instituut als volgt verwoord: 'Tijdens de bijeenkomst lijkt het verschil tussen beide posities minder groot dan het geval leek in de hierboven genoemde publicaties…..’ Dat de ‘groep kritische partijen’ in redelijke mate op dezelfde lijn zit als de gevestigde wetenschap is een pertinent onjuiste weergave van zaken.
Ten slotte had Rathenau Instituut vorige week nog aan de ‘groep kritische partijen’ toegezegd dat het rapport beschikbaar zou worden gesteld aan de deelnemers, zodra het naar de Tweede Kamer is gezonden. Het rapport blijkt echter op 11 december al beschikbaar te zijn gesteld via de KNAW (Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen). De ‘groep kritische partijen’ vindt dit geen correcte gang van zaken.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
De Kamerbrief van minister Schouten is inmiddels verschenen.
Alle bijlagen zijn via het linkje te vinden.
Is het niet zo dat Geesje, Jan en Jan-Cees zelf (ook) kritische noten negeren? Lees paragraaf 5.2, getiteld ‘Geen wetenschappelijke toenadering’ in het analyse-deel van het rapport van het Rathenau Instituut. Hier volgt het.
“De grote belangen die meespelen, onderstrepen het belang van een deugdelijke wetenschappelijke onderbouwing van de beleidsmaatregelen. Dat roept de vraag op wat onder een ‘deugdelijke onderbouwing’ moet worden verstaan, en of de verschillende partijen daar eenzelfde beeld van hebben.
Dat lijkt niet het geval. Keer op keer stellen de kritische partijen vraagtekens bij gemeten of berekende waarden of bij de verdere uitleg die de WUR en het RIVM geven aan die metingen en berekeningen. Dat geldt voor het kunnen waarnemen van trends in de ammoniakmetingen van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML), de representativiteit van het meetstation Vredepeel of het meten van de droge stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden.
Daar komt bij dat de partijen een andere betekenis lijken toe te kennen aan de meetwaarden van onder andere het LML-meetnet. De kritische partijen lijken vooral geïnteresseerd in afwijkende meetwaarden en mogelijke verklaringen daarvoor, met het oog op de in hun ogen te hoge uitkomsten van de landelijke emissieberekeningen. Het RIVM bestrijdt dat de meetgegevens voor dat doel worden gebruikt en geeft aan dat ze vooral dienen om trends te kunnen waarnemen in de meetwaarden.
Dat wil niet zeggen dat de door de kritische partijen gestelde vraagtekens niet terecht kunnen zijn. Zo voldoet het meetstation Vredepeel wat ligging betreft niet aan de voorwaarden die het RIVM zelf stelt aan representatieve meetstations voor het LML-netwerk. Het lijkt niet meer dan terecht dat daarbij vraagtekens worden geplaatst. Maar de kritische partijen lijken geen genoegen te nemen met de uitleg die ze van het RIVM krijgen, dat vanwege de ligging van het meetstation Vredepeel de meetwaarden ervan worden gecorrigeerd.
De kritische partijen hebben bovendien nogal eens de neiging om hun bevindingen uit te vergroten. Zo trekken Rotgers en Hanekamp in hun rapport over het meetstation Vredepeel de conclusie ‘dat er bewust is gekozen voor het “opplussen” van de landelijke hoeveelheid ammoniak toegeschreven aan de landbouw’ (Rotgers & Hanekamp 2018, p.5; cursivering GM & HdV). Zie ook de uitspraak van het Mesdagfonds, dat de Raad van Bestuur van de WUR de vrijgave van de ruwe data van de bemestingsproeven uit de jaren negentig blokkeert (Vogelaar, 2018b).
Ze gaan daarbij voorbij aan de mogelijkheid van onbedoeld gemaakte fouten door de provincie Noord-Brabant bij het intekenen van het meetstation op de kaart, en van de mogelijkheid dat de WUR inderdaad niet meer over de betreffende onderzoeksdata beschikt. Beide voorbeelden tonen vooral het wantrouwen van de kritische partijen tegenover de betrokken instanties (in dit geval: de provincie Noord-Brabant) en wetenschappelijke instellingen (de WUR en het RIVM).
Tijdens de tweede, wetenschappelijke bijeenkomst vindt dan ook, ondanks de goede sfeer van de bijeenkomst, geen werkelijke toenadering plaats tussen de kritische partijen aan de ene kant en de WUR en het RIVM aan de andere kant. Dat blijkt ook na de bijeenkomst, als ophef ontstaat over de verloren gewaande WURdata van bemestingsproeven uit de jaren negentig, en het Mesdagfonds naar de rechter dreigt te stappen als de WUR de data niet ter beschikking stelt.
De ophef over de verloren gewaande WUR-data eindigt overigens in een soort spraakverwarring over ‘ruwe’ en ‘bewerkte’ onderzoeksdata, waarbij het onduidelijk blijft of de (bewerkte) data die de WUR aan de kritische partijen ter beschikking stelt, ook de data zijn waar de laatsten om hebben gevraagd.“
Ik hoop dat Geesje Rotgers en Jan Cees Vogelaar 1 je dat hier willen komen toelichten, Frans.
Ik twitte mijn begrip van dit dossier - opgebouwd in ca. tien jaar verbazing over het ontstaan van een negatieve spiraal van bestuurlijke complexiteit - gisteren kort en wil het daar graag bij laten: dit krijg je als je als overheid niet gewoon zegt wat je wilt (minder boerenproductie) en in plaats daarvan, onvermijdelijk disputabele, modellen laat maken waarop je praktisch toegepaste rekenregels baseert.
Meer is het niet. Mij verbaast dat het Rathenau Instituut niet de wijsheid heeft gehad dat te noteren. Het zou al veel pijn hebben weggenomen en wellicht een basis voor gesprek hebben kunnen zijn.
Dick #3. Wellicht is dat niet genoteerd omdat het de waarheid niet is.
In de Matthäus zit die prachtige, door P. Pilatus gezongen vraag ‘was ist Wahrheit?’
Een ware vraag. Na oorlogen weten we ook altijd wie gelijk had.
Het is een dossier dat voor buitenstaanders niet te volgen is omdat die er de inhoud niet van kunnen beoordelen. Wanneer het tot eenvoudige termen terug wordt gebracht, dan zeggen de experts dat die niet kloppen. Tegenexperts zeggen dat de experts statistiek bedrijven op basis van vooronderstellingen.
Waarheid? Ja, hoe je die vaststelt en tot welk doel is de discussie. Wat nu uit de discussies en dit onderzoek komt, is worstvulling - verwerkt restafval van een oorlog. Of die hiermee over is? Ik betwijfel het en dat is slecht voor de goede naam van het Rathenau, maar kennelijk een keuze.