Het project heet Low Food en wordt vandaag glamoureus gepresenteerd in de Volkskrant. Daarin beschrijft voormalig culinair criticus Mac van Dinther het initiatief van drie mannen met baarden. Ze heten Samuel Levie, Joris Bijdendijk en Joris Lohman, respectievelijk, schrijft Van Dinther, (worst)maker, kok (Rijksmuseum) en denker. Van Dinther: "het onderstreept dat Low Food meer is dan een clubje hippe koks. Low Food wil veranderingen teweegbrengen in het Nederlandse voedsellandschap. [...] De notie dat het anders moet begint langzamerhand overal door te sijpelen, ziet Lohman."
Lohman zelf ziet dat zo: Nederland heeft zich een eeuw lang toegelegd op grootschalige landbouw, zegt Lohman: zo veel mogelijk voedsel produceren tegen zo laag mogelijke kosten. ‘Daar zijn we goed in, maar het is een systeem dat op zijn laatste benen loopt.’
De landbouw is, behalve van goedkoop voedsel, ook een bron geworden van milieuproblemen zoals klimaatopwarming en afbraak van biodiversiteit. Boeren klagen: door de concurrentie op de wereldmarkt kunnen velen het hoofd nauwelijks boven water houden.
‘De landbouwwereld houdt zichzelf in een wurggreep’, constateert Lohman. ‘Nederland is een klein land met dure grond. Dan is het logischer dat je in plaats van bulkproducten duurzaam voedsel produceert met toegevoegde waarde.’
De Nederlandse landbouw exporteert 70-95% van zijn productie. Low Food heeft de ambitie om het geld dat daar nu niet op verdiend wordt, op een andere manier binnen te laten komen. Eén daarvan is het roosteren van oer-Hollandse knolselderij aan het spit. In het Volkskrantartikel zijn nog meer recepten te lezen die het verschil moeten gaan maken.
de Volkskrant - Hoe Low Food de Nederlandse eetcultuur wil veranderen
Lohman zelf ziet dat zo: Nederland heeft zich een eeuw lang toegelegd op grootschalige landbouw, zegt Lohman: zo veel mogelijk voedsel produceren tegen zo laag mogelijke kosten. ‘Daar zijn we goed in, maar het is een systeem dat op zijn laatste benen loopt.’
De landbouw is, behalve van goedkoop voedsel, ook een bron geworden van milieuproblemen zoals klimaatopwarming en afbraak van biodiversiteit. Boeren klagen: door de concurrentie op de wereldmarkt kunnen velen het hoofd nauwelijks boven water houden.
‘De landbouwwereld houdt zichzelf in een wurggreep’, constateert Lohman. ‘Nederland is een klein land met dure grond. Dan is het logischer dat je in plaats van bulkproducten duurzaam voedsel produceert met toegevoegde waarde.’
De Nederlandse landbouw exporteert 70-95% van zijn productie. Low Food heeft de ambitie om het geld dat daar nu niet op verdiend wordt, op een andere manier binnen te laten komen. Eén daarvan is het roosteren van oer-Hollandse knolselderij aan het spit. In het Volkskrantartikel zijn nog meer recepten te lezen die het verschil moeten gaan maken.
Nu wil ik Joris Lohman eens persoonlijk aanspreken.
Heb een periode mee gedaan met een project onder leiding van hem, onder voorwaarden dat hij zou zorgen voor een podium om onze kijk op zaken aangaande voedselproductie in relatie tot menselijke gezondheid, in de stad te mogen geven.
Wat constateer ik weer, ze weten heel goed de problemen aangaande de voedselproductie weer te geven. En weer te gebruiken hun business op de kaart te zetten.
Heren hier een voedselproducent die wakker is en weigert dat de sector misbruikt wordt voor jullie commerciële doeleinden.
Joris wij produceren voedsel vanuit het principe: we doen wat we zeggen en zeggen wat we doen.
Jij weet heel goed dat ook wij de problemen van de sector kennen, en ook een oplossingsrichting kennen. Waarom houd je je niet aan de afspraak ons verhaal met verontruste burgers te delen en gezamenlijk te zoeken naar oplossingen die er zeker zijn. Alleen het is erg complex, zoals onze samenleving in elkaar steekt, maar samen burger en boeren kunnen tot oplossingen komen.
Het is te eenvoudig om te suggereren dat deze recepten alleen de sector gaan redden, dan doe je jullie kennis te kort, daar geloof ik niets van. Lees graag het artikel in de Volkskrant, vooreerst een reactie op dit artikel.
Waar ik aan moest denken bij het lezen van dit verhaal is de knolselderijburger die ik vorige zomer eens bij iemand te eten/proeven kreeg. Die was door de gastvrouw/gastheer gekocht bij een landbouwer die zo liet zien wat je met zijn knolselderijen nog meer kon doen dan enkel en alleen door de erwtensoep.
Al het goeds is welkom in het streven naar een duurzame wereld. Maar ook ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat dit initiatief het verschil macro-ecologisch niet gaat maken. Het is verleidelijk cynisch te worden over dit soort initiatieven maar laten we in godsnaam de handen ineen slaan om echte stappen te maken die groots en meeslepend zijn.
In West-Brabant in een wijde cirkel rond Zevenbergen zit best een fiks deel knolselderij van wat er in ons land geteeld wordt. Handel en kennis zit hier. Het is vnl. export. Hoeveel knolselderij staat er in ons land? 2000 ha? Zelf weten we het als Nederlanders amper te waarderen. We weten eigenlijk niet wat we met de dingen aan moeten.
Knolselderij kan een deel van de aardappels in de puree voor stamppot vervangen. Geen haan die er naar kraait. In geblenderde vorm door de kippebouillon ook goed binnen te houden. En nog altijd als goed voornemen voor de volgende feestdagen: seleriesalade natuurlijk.