STAF heeft het PBL vandaag opnieuw aangeklaagd, voor hardleersheid en volharding in het foutief informeren van politiek, stakeholders en media over de klimaatwinst bij halvering van de vleesconsumptie. De nu opgevoerde 9 procent betreft de klimaatwinst wanneer in Europa helemaal geen vlees en andere dierlijke producten meer worden gegeten en ook de akkerbouwproducten in de ban worden gedaan. Wederom geeft het PBL een onjuiste voorstelling van zaken door meerdere, in feite irrelevante, percentages op te voeren, maar de werkelijke klimaatwinst bij halvering van de vleesconsumptie onbenoemd te laten. Een werkwijze waarbij de feiten worden vertroebeld en verzwegen, is in strijd met de wetenschappelijke kwaliteit die het PBL conform zijn richtlijnen behoort na te streven.
Kamerlid Helma Lodders (VVD) zegt op twitter dat ze Kamervragen gaat stellen over de veronderstelde onzorgvuldigheid van het Planbureau.
‘Planbureau rommelt’ bizar dit... en het is niet de eerste keer dat de feiten niet kloppen! Het PBL adviseert de overheid en we moeten kunnen vertrouwen op de cijfers. Zal samen met @DilanYesilgoz om opheldering vragen. @telegraaf @STAF27183191 pic.twitter.com/KPs2SSKxC3
— Helma Lodders (@HelmaLodders) January 9, 2019
Op de site van het agrarische vakblad Melkvee legt onderzoeksjournalist Geesje Rotgers (nu ook betrokken bij STAF als coördinator) de cijfers nog even toe: Die reductie van '25 tot 40 procent minder broeikasgassen' moet niet worden gezien als een reductie op de totále uitstoot van broeikasgassen, maar alleen op het deel waarvoor de landbouw verantwoordelijk is, legt Rotgers uit. En dat is vastgesteld op 9 procent.
"Als iedereen in Europa 50 procent minder vlees zou eten, zou dat dus 25 tot 40 procent schelen aan uitstoot van broeikasgassen door de landbouw. Op de totale 100 procent scheelt het dan 2 tot 4 procent”, aldus Rotgers. "Immers: iemand die geen vlees eet bij de maaltijd, eet in plaats daarvan iets anders, bijvoorbeeld een sojaburger. En ook bij de teelt en productie van die grondstoffen komen broeikasgassen vrij, en dat is in het onderzoek keurig meegerekend. Daarom is de reductie niet eens zo groot.”
Vlees heeft vooral impact op grondbeslag als gevolg van menselijke belangen tegenover die van de natuur. Circa 30% van de akkerbouw wereldwijd is bestemd voor veevoer, daarnaast is 26% van het open en niet bevroren aardoppervlakte in gebruik om dieren te laten grazen. Die impact is een reden om de consumptie van dierlijke producten binnen de perken te houden en niet zoals GeenStijl weer zin te krijgen in nog een extra portie spare ribs.
Volgens inmiddels algemeen bekende cijfers, wordt klimaatverandering bepaald door de volgende factoren (in afnemende mate van impact): 1) het krijgen van kinderen, 2) reizen (vliegen én treinen), 3) wonen en 4) vlees eten. Op Foodlog werd in 2017 een lange discussie over de klimaatimpact van vlees gevoerd; Henk Westbroek van het PBL participeerde in die discussie.
Tot slot een verontrustend feit: vliegen en varen dreigen straks goed te zijn voor 20-25% van de wereldwijd door mensen aan de natuurlijke kringloop toegevoegde CO2-uitstoot, maar blijven geheel onder de radar van alle klimaatakkoorden.
Update: 14:18 uur, 10 januari 2019: Het PBL wijst de kritiek van Rotgers en de Stichting Agrifacts af.
Zie onze reactie @foodlog_nl #pblnl https://t.co/fcjkc9wqvS
— Marlies Hanifer (@MarliesKaty) January 10, 2019
Recente aantijgingen van de Stichting Agri Facts naar aanleiding van een in 2014 verschenen PBL-publicatiebericht over een Engelstalig wetenschappelijk artikel zijn onjuist.
Het PBL heeft gefundeerd aangegeven dat de uitstoot van landbouwgerelateerde emissies in de EU met 25 tot 40% zal dalen als alle inwoners van de Europese Unie de helft minder vlees, zuivel en eieren eten. De huidige landbouwgerelateerde emissies maken ongeveer 9% uit van de totale uitstoot van broeikasgassen in de EU. Als alle inwoners van de EU de helft minder van deze dierlijke producten eten levert dit dus 2 tot 4% klimaatwinst op (oftewel 25 tot 40% van het aandeel van 9% dat de landbouw heeft in de totale EU-emissies).
Het nieuwsbericht noemt de klimaatwinst van de helft minder vlees, zuivel en eieren eten ‘fors’. Hiervoor ziet het PBL twee redenen. Ten eerste dalen de broeikasgasemissies door de landbouw dan met 25 tot 40%. Verder is een reductie van de totale Europese broeikasgasemissies van 2 tot 4% (ofwel 25 tot 40% van het aandeel van 9% dat de landbouw heeft in die totale emissies) hoe dan ook niet beperkt te noemen. Dit is een stevige reductie die in elke maatschappelijke sector een flinke inspanning zal vergen.
“Volgens inmiddels algemeen bekende cijfers, wordt klimaatverandering bepaald door de volgende factoren (in afnemende mate van impact): 1) het krijgen van kinderen, 2) reizen (vliegen én treinen), 3) wonen en 4) vlees eten. Op Foodlog werd in 2017 een lange discussie over de klimaatimpact van vlees gevoerd; Henk Westbroek van het PBL participeerde in die discussie.”
Niet helemaal.
Zware industrie, transport (auto, vliegen, schepen), verwarmen (stoom, CV, huizen en gebouwen), electriciteit productie. Dan heb je het gros wel te pakken denk ik.
Vlees eten hoort er eigenlijk niet bij (2-9% max). Vooral kort-cyclus-C.
En aantal mensen op deze aardbol (inclusief kinderen) is ultimo het echte probleem .... ....
... ... uiteindelijk is transport, elektra en zware industrie er niet voor de ijsberen, de lama’s of pinguïns. Dus consumptie per persoon (en vooral gebruik van direct en indirect aardgas, aardolie, steenkolen) is het ‘probleem’.
"De nu opgevoerde 9 procent betreft de klimaatwinst wanneer in Europa helemaal geen vlees en andere dierlijke producten meer worden gegeten EN OOK DE AKKERBOUWPRODUCTEN in de ban worden gedaan."
Als dat niet minstens 9% oplevert, dan weet ik het ook niet meer. Volgens mijn natte vinger moeten we dan leven van wat er spontaan in het bos groeit, zal de bevolking decimeren tot een paar procent van wat die nu is, met evenredige CO2-reductie tot gevolg.
#1, Wouter, wij maakten ons rijtje vanuit het perspectief van de consument. Daarom zetten wij de volgorde zo neer.
We twijfelden nog of we gadgets, uitgaan en kleding een apart plekje zouden geven. Waar zou jij die zetten?
Verder heb je helemaal gelijk natuurlijk: vanuit productiekant bekeken, geldt jouw trits.
Maar, nogmaals, wij wilden de consumptiekant laten zien. Daar kan een consument wat aan doen, tenslotte.
En dan komt pijnlijk naar voren waar Geesje Rotgers en haar Agri Facts een punt hebben: de minste klimatologische impact van ons gedrag en manier van zijn op aarde heeft de grootste aandacht gekregen in het discours.
Interessant is de vraag waarom daar ooit voor gekozen is. Het gebeurde zowel binnen als buiten Nederland en kan dus niet alleen liggen aan de forse dierenconcentratie (0,6 miljard slachtdieren per jaar) per inwoner van ons land.
#1 Goede correctie Wouter de Heij. De consumptie per persoon is uiteindelijk verantwoordelijk voor de hoge CO2 uitstoot en niet het aantal personen. Het lijstje in het artikel waarin gesteld wordt dat het krijgen van kinderen de hoogste impact heeft zou tot de conclusie kunnen leiden dat gezinnen met veel kinderen in ontwikkelingslanden het meest verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering en dat is toch echt niet het geval.
Jan, die laatste verzin je er zelf bij. Dat zei Wouter niet. Je hebt wel gelijk.
Het is helaas een gelijk waar je niet veel aan hebt.
Het omgekeerde is namelijk ook waar (en heel anders dan je suggereert): als de arme landen en de opkomende economieën het kindertal weten te beperken, zullen minder kinderen daar juist voor aanmerkelijk méér uitstoot zorgen. Reden: meer welvaart en dus consumptie (ook van vlees,maar dat is het ergste niet voor het klimaat, zoals we inmiddels weten).
Nou jij weer ...