Probleem is dat PubMed ook niet is gevrijwaard van “nepnieuws” en belangenverstrengeling. Sterker nog, hoe hoger het aanzien van het artikel (de 'impact factor'), hoe groter de kans dat het uiteindelijk wordt teruggetrokken (de 'retraction index'). Probeer bovendien maar in een gerenommeerd tijdschrift te verschijnen als je een afwijkende mening hebt over 'verzadigd vet', 'cholesterol' en tegenwoordig 'zout'. Dat heet 'publicatiebias'.
Er zijn intussen vele meta-analyses gepubliceerd over de 'verzadigd vet kwestie'. Belangrijk onderscheid dat door Köhler niet wordt gemaakt is of het gaat om 'observationele studies' of om 'interventiestudies'. Eerstgenoemden, zoals data uit de 'Zevenlanden-studie', zijn niet bewijzend voor causaliteit. Inzake het samenvoegen van 'interventiestudies' beleeft 'cherry picking' hoogtijdagen. Zo bevat de meta-analyse van de invloedrijke American Heart Association (AHA) een studie waarin niet is gerandomiseerd (een insluitcriterium) en waarin een anti-psychotisch geneesmiddel met hogere sterfte aan hartziekte een rol speelt.
Een probleem is dat onder de deelnemers van onderzoek in Westerse landen, veel mensen zitten die niet kerngezond zijnIn een andere door AHA ingesloten studie kregen de deelnemers geen advies, wat gelijk is aan een studie met geneesmiddelen waarin geen placebo wordt gebruikt. Als deze twee van de totaal 4 beschouwde studies worden weggelaten blijft er van het verzadigd vet advies van AHA niets over. Ook werd de grootste ooit uitgevoerde studie, het 'Minnesota Coronary Experiment' met 9.500 deelnemers weggelaten, o.a. omdat deze niet tenminste vijf jaar duurde. Deze studie, door Keys zelf gestart en waarin het cholesterol daalde, toonde geen effect op hart- en vaatziekte. En als het er al was, dan veroorzaakte vervanging van verzadigd vet door linolzuur meer hart-vaatziekte.
De kwestie is te ingewikkeld om simpelweg te worden weggezet als “nepnieuws”. Een paar illustratieve voorbeelden uit de vele. De traditionele Maasai eten gigantische hoeveelheden verzadigd vet uit melk en vlees maar hebben geen hart- en vaatziektes. De verzadigd vet inname in Nederland bedraagt zo’n 12-13 energieprocent, waarvan het grootste deel (30%) uit melk(producten). Er is in de literatuur geen enkel serieus artikel te vinden dat melk(producten) associeert met hart- en vaatziekte. De aanbeveling “minder dan 10 energie procent verzadigd vet” geldt voor boven de twee jaar. Daar mogen we blij mee zijn want moedermelk bevat ongeveer 26 energieprocent verzadigd vet en 12% daarvan is het meest gevreesde palmitinezuur.
Wanneer houden we nu eens op met dat 'stofjes denken' en kijken we weer naar de totale voeding, en bij voorkeur de totale leefstijl? Want een probleem is dat onder de deelnemers van onderzoek in Westerse landen veel mensen, zitten die niet kerngezond zijn. Ze zijn meestal te dik, zogenaamd 'insuline-resistent', bevinden zich in de wachtkamer van diabetes mellitus type 2 en zetten een abnormaal hoge hoeveelheid van hun voedingskoolhydraten om in verzadigd vet. Het verzadigd vet dat ze eten wordt bovendien gespaard. Deze 'insuline resistente' mensen moeten inderdaad niet veel verzadigd vet eten, maar moeten vooral afvallen, gezonder eten (meer groente, fruit en vis, minder 'junk food'), meer bewegen en als het even kan wat doen aan hun chronische stress, slaaptekort, roken en het inademen van fijnstof. Veel van de huidige voedingsrichtlijnen, inclusief die voor zout, lijken te zijn gebaseerd op deze mensen. Zij stellen de norm. De vraag is dan ook: voor wie zijn de voedingsrichtlijnen van de overheid en het Pioppi-dieet eigenlijk bedoeld?
Treffende quote van prof. Frits Muskiet op @foodlog_nl "Probeer ... in een gerenommeerd tijdschrift te verschijnen als je een afwijkende mening hebt over 'verzadigd vet', 'cholesterol' en tegenwoordig 'zout'. Dat heet 'publicatiebias'. Dat lukt niet https://t.co/Ngp5Mflo8y
— Stephan Peters (@StephanDenHaag) January 3, 2019
Frits Muskiet is emeritus hoogleraar Pathofysiologie en Klinisch Chemische Analyse aan het Universitair Medisch Centrum Groningen, Gertjan Schaafsma is emeritus hoogleraar Voeding en Levensmiddelen aan de WUR en lector Sport, Voeding en Leefstijl aan de HAN. NRC Handelsblad nam hun reactie op de tekst van Köhler niet op.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ik heb zelf twee ervaringen met het gebruik van verzadigd vet.
1. In de tijd dat ik één van de sectieleiders op het Unilever Research Laboratorium was, heb ik de hele toestand van de overstap van de partiële harding naar de nieuwe technologie van volledig afharden, en daarna mengen met ongehard vet en deze twee omesteren, meegemaakt. Mijn collega's en ik waren stom verbaasd dat zonder enig onderzoek tot deze stap besloten was.
De nieuwe margarines, zoals Becel, bevatten, nota bene juist meer (!!) verzadigd vet. En daar werd met geen woord over gerept. En dan noem ik nog niet eens de andere risico's.
Unilever zat in die tijd in een zware crisis vanwege een volledig mislukte introductie van een nieuw wasmiddel:
"OMO POWER".
Gelukkig, verscheen de publicatie van Mensink en Katan: transvetzuren verhogen het Cholesterol. De directie van Unilever moet gedacht hebben: mooie gelegenheid om ons verloren imago flink op te poetsen en de andere margarine producenten ruim voor te zijn. En zo werd een transvrije margarine te geproduceerd.
2. Er is een zee van informatie over de grote risic's van cocosvet. Met name komen die uit Wageningen. Het verhoogt je slechte LDL cholesterol !!!
Deze zomer was er een Duitse hoogleraar uit Freiburg: Kokosvet: Das reine Gift!!
Ik gebruik inmiddels twee jaar 15 gram cocosvet per dag. Mijn LDL cholesterol is met ruim 10% lager geworden en mij HDL 10% hoger. Een aanzienlijke verbetering van mijn cholesterol waarden.
Het heeft daarnaast ook nog een aantal andere voordelen.
Het echte probleem is dat de hoogleraar prof. dr Martijn Katan door de wetenschapsjournalisten op een hoog voetstuk is geplaatst en daar vast ingemetseld staat. Hij is de enige, die nepnieuws publiceert. En het wordt door de NRC en de VK geslikt als zoete koek.
In het stuk staat: "Deze 'insuline resistente' mensen moeten inderdaad niet veel verzadigd vet eten." Dit is kennelijk ook de aanleiding voor tekst bij dit stuk op de hoofdpagina (inmiddels gewijzigd).
Het lijkt me dat deze uitspraak nuance behoeft. Wellicht gaat deze waarschuwing op voor mensen die hun voedingspatroon en leefstijl ongemoeid laten en hun overbelaste en ontspoorde fysiologie daarmee geen verlichting bieden. Maar er zijn diverse voedingsinterventies (denk aan keer-diabetes-om) waarin patiënten juist overstappen naar een hogere vetconsumptie - inclusief verzadigd vet - juist óm uit die insulineresistentie te komen, en met succes. Dat betekent echter wel dat deze mensen méér veranderen dan alleen meer (verzadigd) vet te eten.
Punt is dus dat de context hier bepalender is dan het stofje, ook bij de uitspraak die ik hierboven citeer. Dat betekent precies wat Muskiet en Schaafsma hier stellen: hou op met algemene uitspraken over verzadigd vet (of welke andere voedingsstof dan ook) en kijk naar het hele plaatje, zelfs bij een uitspraak over 'insuline resistente mensen'. Het is dus maar goed dat Foodlog de tekst op de frontpage inmiddels aangepast heeft.
#1 bravo!
Ik lees het artikel maar ik vind het een beetje verwarrend.
Waar zit je verwarring Wim?
Ik heb een vermoeden en zal proberen te verwoorden waar het zit.
De heren waarschuwen niet voor verzadigd vet, want daar zijn ze niet bang voor als het om werkelijk gezonde mensen gaat. Ze waarschuwen wél in geval van het metaboolsyndroom. Om dat syndroom gunstig te beïnvloeden moet je meer doen dan alleen verzadigd vet minderen; 'je' moet er nl. uit zien te raken.
Mogelijk wil ook Frits Muskiet je zelf te woord staan bij verdere vragen.
#2, de tekst zoals Muskiet en Schaafsma die aanleverden had als titel 'Pas op voor verzadigd vet in het Pioppi-dieet'. Die zin namen we om de tekst in te leiden. Van de slotzin maakten we de titel. Want, inderdaad, het draait in het stuk allemaal om context.
Op verzoek van de auteurs voegden we de woorden toe die nu samen met de oorspronkelijke titel de eerste zin vormen.