Na de knelgevallen, melden zich nu opnieuw biologische boeren. Via een crowdfundingactie proberen ze de minister via de rechter duidelijk te maken dat ze recht hebben op meer fosfaatrechten dan gangbare melkkoeienboeren omdat ze meer land hebben om de mest van de dieren op toe te passen. Omdat er onvoldoende rechten zijn (en de overheid zelfs te veel rechten uitgaf) zijn, betekent hun actie in de praktijk dat ze rechten van gangbare boeren af willen nemen.
Tevens roeren zich de kaasmaker Jan-Dirk van de Voort en zijn zoon (Remekerkaas van boerderij De Groote Voort) die eveneens vinden dat zij recht hebben op meer rechten. cq. minder hoge rechten per koe omdat hun koeien kleiner zijn en minder melk en poep produceren dan de referentie-dieren waar de wetgever zich op baseert. In een filmpje leggen zij uit waarom zijn protest aantekenen bij de rechter.
De ene koe is, de andere koe niet. De nieuwe fosfaat wetgeving gaat als een sloophamer door de agrarische sector. Ook op de Groote Voort houdt het de gemoederen bezig. https://t.co/BOf7DaKhiS
— Remeker (@Remekerkaas) December 24, 2018
Jersey koeien geven melk met zeer hoog vet. Ze kunnen gemakkelijk 6% vet halen, vaak zelfs nog hoger. Vooral als de koeien minder liters geven, zoals bij van de Voort, geven ze een nog hoger vetgehalte. Als je 5100 liter, zoals in de film gemeld wordt, omrekent naar meetmelk (4% vet) dan komt dat overeen met 7650 liter.
De voerbehoefte (en dus mestproductie) is afhankelijk van de energie-afgifte via de melk (liters maal vet en lactose).
Als de norm van de overheid van 7500 liter, uitgaat van een normaal vetgehalte zitten ze er wat melkproductie betreft dus helemaal niet zo ver naast.
Wel moet bij Jersey koeien gerekend worden met iets minder voer voor lichaamsonderhoud omdat ze kleiner zijn.
Benny #1 , volgens welk rekenmodel heeft LNV voor Remeker berekent hoeveel fosfaat rechten ze konden krijgen.?? Volgens jouw berekening speelt per koe de productiehoeveelheid én vetgehalte van de melk daarbij een rol. Als ik het goed begrijp heeft Remeker fosfaatrechten gekregen op basis van standaard 7500 kg melk bij 4% vet per koe. Prima. Maar vervolgens zegt LNV, de Jerseys van Remeker geven maar 5100 kg melk per koe, waarbij LNV er blijkbaar tevens vanuit gaat dat die 5100 kg melk volgens LNV standaard 4% vet bevat en geen 6%. Een misrekening volgens mij. Fosfaatproductie per koe van 7500 kg en 4% vet is hetzelfde als 5100 kg en 6% vet per koe. Wanneer je bij toewijzen van fosfaatrechten per koe alleen hoeveelheid kg melk toepast en variabel vetgehalte daarbij niet meerekent dan loopt er bij het toewijzen van fosfaatrechten voor Remeker iets scheef. Als je naast productiehoeveelheid per koe het berekende vetgehalte wél meeneemt dan heeft LNV gewoon te weinig fosfaatrechten aan Remeker toegekend.
Piet #2, ik heb het even nagekeken: bij zowel toekenning van fosfaatrechten als de forfaitaire mestproductie-berekening wordt geen rekening gehouden met het vetgehalte.
Als de mestproductie via BEX ( Bedrijfsspecifieke EXcretie) wordt berekend wordt wél rekening gehouden met het vetgehalte.
Het is mij nog niet duidelijk hoe van de Voort nu benadeeld is. Van zijn bedrijf is geen gemiddelde melkproductie bekend. Daarom wordt voor zijn bedrijf uitgegaan van 7500 liter. Die 7500 liter zal voor zowel de toekenning van de fosfaatrechten als voor de uiteindelijke mestproductie gelden. Zolang de norm voor toekenning van fosfaatrechten als voor de mestproductie maar gelijk is maakt het volgens mij niets uit.
Ik kan het niet anders begrijpen dan dat hij fosfaatrechten heeft gekregen op basis van 7500 liter maar nu claimt dat de mestproductie moet worden berekend op basis van 5100 liter waarbij het vetgehalte buiten beschouwing blijft. Dan kan hij binnen de toegekende rechten meer koeien houden.
In mijn eerste reactie heb ik al aangegeven dat wanneer je het vetgehalte er bij betrekt die 7500 liter zeker niet te hoog is.
Bennie Stevelink, Piet Hoogland.
Het forfetair toekennen van fosfaatrechten is in eerste instantie juist gunstig, meer rechten omdat de forfaitaire productie hoger is dan de werkelijke productie.
Echter de hogere forfetaire productie van 7500 kg, kan betekenen dat de mestproductie (op papier tenminste) dusdanig is dat het bedrijf onvoldoende grondgebonden was in 2015 en met de generieke korting van 8,3% te maken krijgt.
Marco #4, daar zeg je wat, dat zou inderdaad het probleem kunnen zijn. Ze waren in 2015 mogelijk niet grondgebonden als wordt uitgegaan van 7500 liter. Maar dat willen ze als biologische boer natuurlijk liever niet uitspreken.