Suikerverslaving, ook zo’n mooie. Heeft suiker specifieke eigenschappen, die in het lichaam dusdanig werken, dat de gebruiker moet afkicken als hij of zij wil stoppen? Dat wordt vaak beweerd op basis van eigen ervaringen. Vertoont de suikerverslaafde extreem gedrag in geval van onthouding? Dat wordt weleens afgedaan met de vaststelling dat er nog nooit een banketbakkerij is overvallen door een wanhopige, naar glucose snakkende suikerjunk.

Als eet- en/of suikerverslaving bestaan, is dat belangrijke kennis in de strijd tegen obesitas. De achterliggende gedachte is dat als we om welke reden ook verslaafd zijn geraakt aan voedsel, we er met de juiste behandeling ook vanaf kunnen komen. Zoals een alcoholist kan stoppen en een heroïneverslaafde kan afkicken. Gemakkelijk zal het niet gaan, maar als we weten of er neurobiologische mechanismen zijn zoals bij drugsverslaving, dan kan er aan een therapie gewerkt worden.

Afhankelijkheid van een bepaalde stof
Twee recente artikelen zetten deze ingewikkelde en lang niet tot volledige klaarheid gebrachte materie op een rijtje: Food addiction: a valid concept? van Paul C. Fletcher en Paul J. Kenny, verschenen in het vakblad Neuropsychopharmacology, en Sugar Addiction: From Evolution to Revolution van David A. Wiss, Nicole Avena en Pedro Rada, verschenen in Frontiers in Psychiatry.

In beide artikelen wordt gesteld dat er geen consensus is of eetverslaving bestaat en of personen die hun eetgedrag niet kunnen beheersen als voedselverslaafd gezien kunnen worden. Ook is het de vraag of eetverslaving een gedragsstoornis is of een afhankelijkheid van een bepaalde stof, zoals dat met alcohol- en drugsverslaving het geval is. Belangrijk is dat niet duidelijk te stellen is wèlk stofje dan die eetverslaving veroorzaakt.

De combinatie vet en zoet
In evolutionair perspectief gezien is verslaving aan een bepaalde stof een vreemd overblijfsel van de ontwikkeling van de mens in samenhang met de voedselomgeving. De behoefte aan voedsel leidde tot een ingewikkeld systeem, dat ons aanspoort om te eten of voedsel te zoeken. Op diverse locaties in de hersenen, in verschillende neurale circuits, wordt dat voedsel beoordeeld. Als er voedsel is dat we nodig hebben, komt een signaal van verlangen. Als we vol zitten, een signaal van verzadiging. Als we iets lekkerder vinden, komt een sterkere reactie.

Belangrijk is dat niet duidelijk te stellen is wèlk stofje dan die eetverslaving veroorzaakt
Bepaalde stoffen ontregelen of omzeilen dat systeem. Door een verslaving verandert de neurologie van de hersenen. Daardoor is genoeg niet meer genoeg, is schadelijkheid geen signaal om te stoppen, komt er vreemd gedrag en functioneren we niet goed. Hierin schuilt de overeenkomst van de bekende sterk verslavende stoffen met abnormale voedingsmiddelen, zoals suiker en zeer smakelijk bewerkt eten. Vooral de combinatie vet en zoet misleidt dat beoordelingssysteem. Maar leidt het eten en drinken ervan tot verslaving?

Het misbruik van stoffen
De korte definitie van verslaving is: ‘een complexe aandoening, een hersenziekte die zich uit in dwangmatig gebruik van bepaalde stoffen, de schadelijke gevolgen ten spijt’ (Wiss e.a.). De lange definitie is te vinden in de DSM. Dat is het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders het officiële 'diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen', zoals het op Wikipedia heet. Het is een publicatie van de American Psychiatric Association en wordt wereldwijd gebruikt in de psychiatrie.

De laatste versie is de DSM-5 en dateert uit 2013. Daarin worden de criteria genoemd die ‘substance use disorder’ (SUD), het misbruik van stoffen, definiëren. Er zijn vier hoofdcategorieën met onderverdelingen (mijn vertaling – HS):
- verzwakte controle (meer en langer gebruik, verlangen, veel tijd aan besteden, herhaaldelijk pogen te stoppen)
- verslechterde relaties (sociale en relationele problemen door gebruik, verwaarlozing werk ed., stoppen met werken ed.)
- doorgaan met gebruik ondanks risico’s (gevaarlijk gebruik, psychische en lichamelijke problemen door het gebruik)
- pharmacologische verschijnselen (tolerantie, onthouding)

Per geval kwantificeren
Er is een methode ontwikkeld, de Yale Food Addiction Scale (YFAS) waarop deze criteria per geval te kwantificeren zijn, zodat er een precies beeld van de aandoening kan ontstaan. Deze ‘schaal’ is speciaal bedoeld om duidelijk te krijgen of er sprake is van een dusdanige afhankelijkheid van eten bij mensen met eetproblemen dat er van verslaving gesproken kan worden.

P.J Kenny is van mening dat er alle reden is om dergelijk abnormaal eetgedrag een verslaving te noemen. Hij noemt een aantal overeenkomsten tussen drugsgebruiker en obese personen met een eetstoornis: het niet kunnen stoppen ook al weet je dat het ongezond is, het steeds weer terugvallen op verkeerd gedrag, de tolerantie en het steeds meer willen.

Kenny voert als argument aan dat de drang om te eten zo sterk is, dat bariatrische patiënten na hun maagverkleining vaak nog evenveel trek hebben en soms zo veel gaan eten dat ze weer op hun oude hoge gewicht komen. Dat noemt hij kenmerkend voor eetverslaving. Je kan ook zeggen dat het een sterke, biologische drang om te eten is, een overlevingsmechanisme dat diep in de mens zit. Een kwestie van definitie.

Feit blijft, althans het ervaringsfeit, dat volgens behandelaren 10% van mensen met eetproblemen en meestal ook overgewicht een dusdanig verstoorde, problematische en onoplosbare relatie met eten hebben, dat je gerust van een verslaving kan spreken
Geen overtuigend of reproduceerbaar bewijs
"Pogingen om de neurobiologische oorzaak van eetverslaving te vinden hebben geen overtuigend of reproduceerbaar bewijs opgeleverd." Dat beweert Paul Fletcher in hetzelfde artikel. Er is ondanks heel veel onderzoek niets gevonden dat de overeenkomst tussen problematisch eetgedrag en drugsmisbruik bevestigt. Niet een bepaalde stof en geen permanente neurologische veranderingen in de hersenen. Het concept van eetverslaving is ook geen verklaring voor de obesitasepidemie. Het feit dat obese mensen minder verzadigd raken door veel te eten en op hersenscans minder activiteit vertonen in de gebieden waar de beloningservaring zit, zegt niets over neurobiologische veranderingen in de hersenen zoals die bij drugsverslaving voorkomen.

Fletcher zegt dat wetenschappers hun oordeel niet moeten laten afhangen van populair taalgebruik, van mensen die zeggen dat ze aan suiker verslaafd zijn, moeite hebben met afkicken en de aandrang om te eten niet onder controle hebben. Dat lijkt te duiden op een verandering in de hersenen, dat het belonings- en controlesysteem niet meer werkt ten gevolge van al dat vele en smakelijke junkfood. Het klopt niet, al roept iedereen het nog zo hard.

Divers en individueel bepaald
Het begrip ‘verslaving’ wordt te gemakkelijk gebruikt, dat zeggen meer onderzoekers. Daarmee verliest het betekenis, en ernst. Het is ook een bewuste of ongewilde methode, een framing, om van gezonde mensen patiënten te maken. Eetstoornissen zijn zo divers en individueel bepaald, dat er moeilijk 1 etiket op te plakken is. Bovendien is 88% van de (zogenaamde) eetverslaafden obees, en de rest niet. Niet iedereen is even gevoelig voor verslaving. Het systeem van trek, verzadiging en beloning is niet bij iedereen even actief.

Met de constatering dat het een definitieprobleem is, schieten we natuurlijk niets op. Feit blijft, althans het ervaringsfeit, dat volgens behandelaren 10% van mensen met eetproblemen en meestal ook overgewicht een dusdanig verstoorde, problematische en onoplosbare relatie met eten hebben, dat je gerust van een verslaving kan spreken.

Daarnaast vordert het onderzoek natuurlijk ook gestaag. Eerder dit jaar verscheen het onderzoek ‘Supra-Additive Effects of Combining Fat and Carbohydrate on Food Reward’ (DiFeliceantonio e.a. in Cell). Die ‘supra additieve effecten’ slaat op de hevige reactie van het beloningssysteem op eten en drinken met een combinatie van vet en zoet. Het artikel is zeer informatief over hoe we alle signalen van voedsel (ook visuele) inschatten en hoe het waar in de hersenen werkt, maar het woord verslaving komt er niet in voor.

Keiharde drugsverslaving
Wiss e.a. zijn voorzichtig in hun formulering, maar lijken er niet aan te twijfelen dat eetverslaving en suikerverslaving aantoonbaar zijn in de hersenen. Dat neurologische onderzoek, dat steeds preciezer de reacties in de hersenen op voeding kan registreren, laat veel overeenkomsten met keiharde drugsverslaving zien. Een onbedwingbare trek in zoet en vet eten, eten dat ‘vroeger’ niet bestond, is een vrij algemeen verschijnsel geworden. En heeft in sommige gevallen, bij personen met een grote gevoeligheid ervoor, geleid tot verslavingsgedrag.

Het lijkt op een eend, het loopt als een eend en het kwaakt als een eend. Dus wat is het?
Dit artikel afdrukken