Als de betonindustrie een land was, dan zou het op de derde plaats van grootste producenten van CO2-uitstoot staan, schrijft de BBC, na de VS en China. Acht procent van de wereldwijde uitstoot is afkomstig van het bouwmateriaal.

Bij de productie van beton komt veel CO2 vrij, op twee manieren. Kalksteen en klei worden tot bijna 1.500 graden verhit en verpulverd. Dat vraagt om massa’s energie, en veroorzaakt dus veel uitstoot. Daarnaast komt er ook nog veel CO2 vrij uit de gebruikte kalksteen zelf.

De populariteit van beton is begrijpelijk. Het is goedkoop, onverwoestbaar en je kunt het bijna overal maken. Beton heeft dan ook een lange geschiedenis. Waarschijnlijk bouwden 8.000 jaar geleden handelaren in Syrië en Jordanië al kelders en opslagplaatsen van een mengsel van zand en grind, cement en water. De Romeinen werden meesters en verspreidden het bijna onverwoestbare bouwmateriaal in hun wereldrijk.

Verdertigvoudigd
Sinds de jaren vijftig is het gebruik verdertigvoudigd, schrijft het Center for International Climate Research, (CICERO), en de uitstoot van CO2 verdertigvoudigde mee. De groei zit tegenwoordig vooral in China en India. Tussen 2011 en 2013 gebruikte China meer cement dan de VS in de hele 20ste eeuw. Daar lijkt nu de grootste groei uit, maar de rest van Azië en Afrika, ten zuiden van de Sahara, nemen het over. Tot 2030 zal het gebruik van beton nog met een kwart toenemen.

De industrie, afgelopen weken aanwezig bij de COP24 conferentie in Katowice, doet pogingen om te veranderen. Nieuwe fabrieken zijn een stuk efficiënter; voor de verhitting van het kalksteen wordt nu afvalmateriaal gebruikt. Volgens de denktank Chatham House is de uitstoot de laatste 20 jaar met 18% gedaald. Maar om de doelstellingen van Parijs te halen, zegt de denktank, moet de industrie nieuwe soorten beton ontwikkelen, die met minder energie gemaakt kunnen worden.
Dit artikel afdrukken