Vergeleken met 2017 daalden de landbouwinkomsten in 2018 met bijna 11%. Dat blijkt uit een eerste raming van het CBS en Wageningen Economic Research.
Het belangrijkste woord is: minder. In totaal produceerde de Nederlandse landbouw in 2018 1,4% minder volume dan in 2017. Bij akkerbouw- en tuinbouwproducten kwam dat onder meer door een slechte oogst als gevolg van de extreme droogte en hoge temperaturen. Bij de veehouderij was de productiewaarde ongeveer 1% minder. Er gingen meer runderen naar de slachthuizen door de invoering van het fosfaatrechtenstelsel, met minder melk tot gevolg. De prijs van varkensvlees daalde met circa 12% het scherpst, vanwege de dalende vraag uit Azië. De kosten stegen, door prijsstijgingen van aardgas, diervoeders en zaai- en pootgoed.
De inkomsten staan de laatste twintig jaar onder druk. Dit hangt samen met de prijsontwikkelingen van landbouwproducten, de toename van het aanbod op de wereldmarkt en de hogere kosten van onder meer diervoeders en aardgas. Tussen 1995 en 2018 steeg de productie met 25 procent, terwijl de inkomsten met een daling van 5 procent achterbleven, aldus het CBS. Op de site van de NOS legt Krijn Poppe van Wageningen Economic Research uit dat boeren in 2017 een extreem goed jaar hadden; boeren die voldoende reserves hebben, kunnen de klap opvangen of de buurman overnemen die financieel toch omvalt.
CBS - Minder melkvee en droge zomer drukken landbouwinkomsten
Het belangrijkste woord is: minder. In totaal produceerde de Nederlandse landbouw in 2018 1,4% minder volume dan in 2017. Bij akkerbouw- en tuinbouwproducten kwam dat onder meer door een slechte oogst als gevolg van de extreme droogte en hoge temperaturen. Bij de veehouderij was de productiewaarde ongeveer 1% minder. Er gingen meer runderen naar de slachthuizen door de invoering van het fosfaatrechtenstelsel, met minder melk tot gevolg. De prijs van varkensvlees daalde met circa 12% het scherpst, vanwege de dalende vraag uit Azië. De kosten stegen, door prijsstijgingen van aardgas, diervoeders en zaai- en pootgoed.
De inkomsten staan de laatste twintig jaar onder druk. Dit hangt samen met de prijsontwikkelingen van landbouwproducten, de toename van het aanbod op de wereldmarkt en de hogere kosten van onder meer diervoeders en aardgas. Tussen 1995 en 2018 steeg de productie met 25 procent, terwijl de inkomsten met een daling van 5 procent achterbleven, aldus het CBS. Op de site van de NOS legt Krijn Poppe van Wageningen Economic Research uit dat boeren in 2017 een extreem goed jaar hadden; boeren die voldoende reserves hebben, kunnen de klap opvangen of de buurman overnemen die financieel toch omvalt.
Op de NOS geeft econoom Krijn Poppe nader uitleg bij de CBS-cijfers. Hij wijst er op dat 2017 een 'extreem goed jaar' was. "Ik werk hier sinds de jaren 80 en kan me niet herinneren dat de gemiddelde inkomens zo hoog lagen. Maar het is nu ver beneden het normale niveau gedoken", aldus Poppe.
Het CBS maakte, voor het eerst, een inkomensvergelijking tussen biologische melkveehouders en gangbare melkveehouders, schrijft De Volkskrant. In 2016 lag het bedrijfsresultaat van biologische landbouwbedrijven gemiddeld 13% hoger dan dat van gangbare bedrijven. In geld: een biologisch melkveebedrijf beurde in 2016 gemiddeld €96.000, de doorsnee gangbare melkveehouder €85.000.
Overstappen op biologisch is behalve uit milieu-overwegingen voor melkveehouders ook uit financieel oogpunt aantrekkelijk. In 2013 werd de biologische melkprijs losgekoppeld van die voor gewone melk. Een paar jaar later daalde de melkprijs sterk, en dat bleek de redding voor de biologische melk. "Bio is vooral voor nationale consumptie en die is vrij stabiel", aldus Dirk Strijker, landbouweconoom van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) in de krant. "Terwijl gangbare melk last had, en heeft, van internationale concurrentie en daardoor schommelende prijzen."
In 2017 nam het aantal biologisch melkveehouders met 26,6% toe naar 481. Nog altijd een klein clubje, in verhouding tot de 17.000 gangbare melkveehouders die ons land telt. Bij elkaar produceren Maar wel een groep die zijn omzet dit jaar zag stijgen met 1% naar €52,4 miljoen, waar de gangbare melkveehouders 6% inleverden om op een omzet van €1,4 miljard uit te komen, aldus de krant.
Opmerkelijke samenloop van berichten.Volkskrant meldt vandaag, op basis van CBS-cijfers, dat in 2016 biologische melkveebedrijven een hoger inkomen hadden dan gangbaar. Overstappen naar biologisch wordt aantrekkelijk verklaard. Wageningen Economic Research(LEI) meldt dezelfde dag, als prognose voor 2018, dat biologische bedrijven een lager inkomen hebben dan gangbare.
Frans Aarts,
Ik denk dat een biologisch melkveebedrijf in 2018 harder geraakt werd door de droge zomer dan gangbare bedrijven, het veevoer steeg wel in prijs voor gangbaar maar veel minder dan biologische kwaliteit/gecertificeerd. Daarom zou het verschil tussen 2016 en 2018 best kunnen.
Inkomens zeggen ook niet zo veel, is er wel gecorrigeerd voor opp. of aantal koeien?
Er wordt weer flink met cijfers gestrooid. Dat er een aantal cijfers niet kloppen kan ik wel aangeven.
Volgens Cecile #2 , zijn er 481 biologische melkveebedrijven met een totale omzet van €52,4 miljoen. Dat is een gemiddelde omzet van om en nabij € 108.000 per bedrijf. Het inkomen van een biologisch melkveebedrijf kan dan nooit de vermelde €96.000 zijn. Geen idee waar hier de misrekening zit.
Gangbare melkveehouders zouden een totale omzet halen van € 1,6 miljard. Bij een totale jaarlijkse productie van 12 miljard kg melk en € 0,35 per kg zou dat een omzet van ongeveer € 4 miljard moeten opleveren. Hoe komt men dan op het andere cijfer van € 1,6 miljard?
Volgens mijn regionale Leeuwarder Courant zijn er nu 15.400 melkveebedrijven en geen 17.000
Een afname van 5 procent in aantal melkveebedrijven.
De gepubliceerde cijfers rond inkomens in de Nederlandse landbouw roepen bij mij een heleboel vraagtekens op. En vraag me tevens af welke rekenmodellen er zijn gebruikt en of die wel in overeenstemming zijn met de landbouwpraktijk. Ik hecht weinig waarde aan de gepubliceerde cijfers.