Zodra hij tegenover mij plaats neemt, vind er een gedaanteverwisseling plaats. Hij zakt diep weg in zijn stoel, over zijn gezicht valt een schaduw, hij lijkt ineens wel 10 jaar ouder. Het onvermijdelijke gevolg van de fosfaatwetgeving is gebeurd; de bank heeft hem voor de keuze gesteld, het bedrijf beëindigen of grond verkopen en proberen met minder koeien het hoofd boven water te houden.

Schokschouderend komt het er uit: “ik maak nog liever een einde aan mijn leven, dan dat ik mijn ouders vertel dat ik de grond moet verkopen, die mijn vader met eigen handen heeft ontgonnen.” De loyaliteit aan zijn ouders, het bedrijf en de koeien heeft hem geknakt. Naar buiten toe houdt hij zich goed, van binnen sterft hij stukje bij beetje.

Ik heb het zo goed voor elkaar, maar hierover durf ik met niemand te praten, dit verdriet kan ik mijn ouders niet aan doen
Zonder enige vorm van trots of zelfvertrouwen vertelt hij snikkend, “ik heb het zo goed voor elkaar, ik heb een leuke vrouw, drie gezonde kinderen, mijn ouders zijn nog in leven en wonen nog op het erf. Ik heb goed contact met mijn broer en zus en heb een hechte vriendenclub.” Hij ademt een keer diep in en vervolgt, “maar hierover durf ik met niemand te praten, dit verdriet kan ik mijn ouders niet aan doen”.

Rust
Er volgen vele gesprekken, langzaam maar zeker komt er rust in zijn hoofd. Op een dag stelt hij voor om zijn ouders uit te nodigen en ze te vertellen over de ontstane situatie. Samen met zijn vrouw vertelt hij tot in detail wat er gebeurd is in de afgelopen jaren. Zijn vader blijft maar schudden met zijn hoofd, dikke tranen rollen over zijn wangen. “Ik begrijp het niet, waarom heb je het niet gedeeld?”, zegt hij. Zijn moeder recht haar rug en spreekt krachtig uit: “ik heb al lang geweten dat het niet goed gaat, maar ik wilde er niet met je over beginnen, het is nu jullie bedrijf en ik wil jullie je eigen pad laten lopen, maar nu je het vertelt, zou mijn voorstel zijn om een deel van de grond te verkopen, zodat je toch kunt blijven boeren en er over na kunt denken wat je er naast kunt gaan doen, zodat er toch weer voldoende inkomsten zijn."

“Vinden jullie dat niet vreselijk dan?”, vraagt hij vol ongeloof aan zijn moeder. “Natuurlijk niet, voor ons is het toch het belangrijkste dat jij gelukkig bent met je gezin.”

En zo geschiedde het, er werd grond verkocht, geld vrij gemaakt en met hernieuwd ondernemerschap in het hoofd, heeft hij samen met zijn vrouw een neventak opgestart. De koeien vormen niet meer de hoofdinkomsten, maar zijn een middel om de neventak te laten floreren.

Paulien Hogenkamp coacht agrarisch ondernemers en bemant de vertrouwenslijn voor de agrarische sector. Zij vertelt over wat zij meemaakt onder boeren die zij bijstaat in hun gang naar de 21e eeuw.
Dit artikel afdrukken