Sterren betekenen alleen maar dat het dier wat leuker heeft geleefd. Niet dat het duurzamer is. Omdat het langer leeft en minder efficiënt wordt afgemest, is het juist onduurzamer.
We signaleerden op twitter dat NRC-redacteur en taalcolumnist Japke D. Bouma genoeg heeft van de taalverwarring en de aanval inzette op de vleesproducten in de Doe Maar Lekker Duurzaam-campagne van Albert Heijn. Ons werd om een mening gevraagd door Vroege Vogels-redacteur Henny Radstaak. Velen vielen Bouma bij. De tijd van 'duurzaam vlees' lijkt voorbij. Vlees is uit, vegan is in. Dat is lekker duidelijk.
Vlees eten is niet “lekker duurzaam”, lieve @albertheijn en @PostcodeLoterij. Dat weten jullie zelf ook wel #misleiding pic.twitter.com/1T2Ic8DvrA
— Japke-d. Bouma (@Japked) November 3, 2018
Vanuit milieu: duurzamer dan ***. Vanuit dierenwelzijn: minder dan ***. Dat blijft lastig omdat 'duurzaam' heel verschillende zaken probeert te dekken.
— foodlog.nl (@foodlog_nl) November 4, 2018
"Vlees is uit, vegan is in."
Polarisatie ten top. (naast het feit dat de majoriteit van de bevolking nog steeds vlees eet!)
Wat/welk is het volgende station in deze farce?
Het genootschap Onze Taal geeft de volgende voorbeelden voor het gebruik van het woord duurzaam:
duurzame ontwikkeling = "Een duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden voor toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen" (Bron: Brundtland, VN-conferentie 1987)
duurzame groei = economische groei die niet ten koste gaat van natuur en milieu; economische groei die niet ten koste gaat van groeimogelijkheden in de toekomst
duurzame energie = energie uit bronnen die niet opraken, zoals windenergie, zonne-energie en waterkracht
duurzame brandstof = brandstof die zo min mogelijk grondstoffen verbruikt, brandstof uit herwinbare bronnen
duurzame gebruiksgoederen = "goederen die het milieu niet of weinig belasten" (Van Dale Hedendaags Nederlands, 2002)
duurzame vis = vis die relatief milieuvriendelijk is gevangen; vis uit visvangst die rekening houdt met de belasting van natuur en milieu
Tot zover de voorbeelden van de taalkundigen.
Voorbeeld vanuit de rundveeteelt:
Tijdens het herkauwen komen er emissies (in de vorm van methaangas=CH4) vrij. Niettegenstaande dat 'dierlijk' CH4 een cyclus heeft die ongeveer 1 miljoen jaar sneller is dan fossiel CH4, is 1 kg dierlijk CH4 gelijk aan 1 kg fossiel CH4. Als je een rund na 2 jaar slacht (lees opeet) dat ongeveer 600 kg weegt, is dat ongeveer een factor 5 duurzamer (lees: minder onduurzaam) dan als je een rund slacht van 10 jaar oud met een vergelijkbaar gewicht.
Het maakt voor de (on)duurzaamheid niet uit of het dier zijn hele leven op een kinderboerderij heeft geleefd. Wat telt, is de uitstoot van CH4 ten opzichte van de hoeveelheid dierlijk eiwit (zuivel, vlees) dat het dier levert. Dus x CH4 : y zuivel heeft ten opzichte van CH4 : vlees uiteraard een voordeel.
Mijn mening is dat het woord 'duurzaam' zijn waarde verliest als we het gaan gebruiken voor zaken die niets met het woord te maken hebben.
Het is jammer dat er nog geen taalpolitie bestaat.
Ik was heel blij met die uitzending van ? over wat 'beter' zou zijn; nieuwe standaard kip = beter voor het milieu en beter leven kip = beter voor de kip. Door afwisselend voor het ene en andere te kiezen, afhankelijk van de prijs, heb ik besloten zo door te gaan en houd ik dus de ene keer meer rekening met het milieu en de andere keer met het leven van de kip. Voor de rest eet ik geen vlees, ook geen producten met dierlijk stremsel of gelatine, dus daar houd ik me wat minder mee bezig.
Sytske, hopelijk geen houten meubels in huis? Want die zijn vaak gelijmd met dierlijke restproducten, zoals kraakbeen en botten.
#1, Jos, het zijn sentimenten. Ze slaan snel om. Weinig vlees, maar van plofkip wordt ook denkbaar. Kijk maar: Lubach promoot kernenergie. Dat was tot en met zaterdag jl. iets wat niemand zou hebben voorspeld.
Duurzame plofkip houd ik daarom ook niet meer voor onmogelijk. Overigens: uit Oekraïne is die wel 40% goedkoper én heeft die een betere poep/voer kringloop. Nederlandse plofkippenboeren moeten zich bij de winst van dergelijke ecomodernistische sentimenten dan ook weinig voorstellen.