Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid lijkt zich vergaloppeerd te hebben bij de toekenning van fosfaatrechten aan melkveehouders. Door ook rechten toe te kennen aan vleeskoeienhouders, zijn meer fosfaatrechten toegekend dan met Brussel overeengekomen was. Het ministerie blijkt al enige tijd bezig te zijn de onterecht toegekende rechten terug te halen. Deze week kwam de affaire naar buiten.
In december 2017 kreeg Nederland van de Europese Commissie toestemming om het fosfaatrechtenstelsel in te voeren. Volgens de staatssteun-beschikking kon Nederland aan ruim 17.800 melkveebedrijven fosfaatrechten toekennen; zo zou ons land onder het sectorplafond van 84,9 miljoen kilo fosfaat blijven.
Vrijwel de hele sector haalde opgelucht adem. Het fosfaatreductieplan en de versnelde inkrimping van de melkveestapel hadden het gewenste resultaat opgeleverd. Maar 3 maanden na de invoering lijkt het al mis te zijn, schrijft Geesje Rotgers deze week in V-focus. Er zijn aan ruim 22.000 bedrijven fosfaatrechten toegekend en het fosfaatplafond blijkt overschreden. Er is geen ruimte meer voor knelgevallen of onvoorziene omstandigheden; alle buffers zijn verbruikt.
Onrust in het veld
Het ministerie van Landbouw heeft fosfaatrechten toegekend aan vleesvee. Daar gaat Brussel niet mee akkoord want, zegt Rotgers, "vleesvee valt niet onder de definitie van 'dairy farms' en 'dairy cows', dus is hier sprake van ongeoorloofde staatssteun."
De Tom Poezen van het ministerie moesten een list verzinnen. Die bleek snel gevonden: de vleesveehouders krijgen een zogeheten 'herbeschikking'. Daarin staat dat de hen toegekende fosfaatrechten deels of helemaal vervallen. Als ze gebruik willen maken van de zogeheten vrijstellingsregeling, moeten ze hun eventuele fosfaatrechten sowieso inleveren.
Commotie alom nu.
Melkveehouders zijn boos omdat vleesveehouders onnodig en onterecht fosfaatrechten toegekend hebben gekregen, terwijl zij ze hard nodig hadden. Vleesveehouders maken zich zorgen omdat ze hun fosfaatrechten veelal hebben verkocht, maar niet meer kunnen leveren. Kopers houden hen aan de levering, terwijl er geen fosfaatrechten meer te krijgen zijn. Er rest dus niets anders dan een schadevergoeding, wat legere stallen voor de kopers en nog wat extra krimp voor de melkveehouderij in het algemeen.
In het oktobernummer van het Tijdschrift voor Agrarisch Recht krijgen gedupeerde boeren het advies bezwaar tegen de herbeschikking aan te tekenen bij RVO/LNV en in beroep te gaan als ze nog een zaak hebben lopen.
Begrotingsdebat
Gisteren gebeurde in het debat over de landbouwbegroting iets bijzonders. Minister Schouten gaf met zoveel woorden toe dat ze hoopte door het intrekken van de fosfaatrechten weer onder het fosfaatplafond te komen. Schept dat ruimte voor de knelgevallen? Nee, benadrukte Schouten: "De fosfaatruimte die ontstaat bij het terughalen van de fosfaatrechten uit de vleesveehouderij kan niet besteed worden aan melkveebedrijven die al dan niet in de knel zitten." Het lijkt de directe aanleiding te zijn voor de ophef ('mestblunder') vandaag in de algemene pers en wanhoop bij individuele gevallen.
Voor Rotgers is de kous nog lang niet af. Ze vertelde ons dat ze sinds afgelopen zomer verschillende keren heeft gevraagd om de cijfers en verdeling waarop het ministerie zich baseerde om de door Brussel toegestane ruimte voor fosfaatrechten toe te kennen. Tot nu toe nog zonder resultaat. "De onderbouwing van deze cijfers maakt onderdeel uit van de staatssteunprocedure. Zoals gebruikelijk worden stukken die in onderhandelingen met de Europese Commissie zijn gewisseld niet openbaar gemaakt", kreeg ze van het ministerie van Schouten te horen. Maar Rotgers is niet voor één gat te vangen. In eerste instantie gaat ze puzzelen met de wel beschikbare cijfers en gegevens van 'dairy farms' en 'dairy cows'. En desnoods doet ze een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur om de feiten boven tafel te krijgen. Want hoe kan de Nederlandse overheid zó in de fout zijn gegaan? Rotgers is vastbesloten het antwoord op die vraag boven tafel te krijgen.
Dit artikel afdrukken
Vrijwel de hele sector haalde opgelucht adem. Het fosfaatreductieplan en de versnelde inkrimping van de melkveestapel hadden het gewenste resultaat opgeleverd. Maar 3 maanden na de invoering lijkt het al mis te zijn, schrijft Geesje Rotgers deze week in V-focus. Er zijn aan ruim 22.000 bedrijven fosfaatrechten toegekend en het fosfaatplafond blijkt overschreden. Er is geen ruimte meer voor knelgevallen of onvoorziene omstandigheden; alle buffers zijn verbruikt.
Onrust in het veld
Het ministerie van Landbouw heeft fosfaatrechten toegekend aan vleesvee. Daar gaat Brussel niet mee akkoord want, zegt Rotgers, "vleesvee valt niet onder de definitie van 'dairy farms' en 'dairy cows', dus is hier sprake van ongeoorloofde staatssteun."
De Tom Poezen van het ministerie moesten een list verzinnen. Die bleek snel gevonden: de vleesveehouders krijgen een zogeheten 'herbeschikking'. Daarin staat dat de hen toegekende fosfaatrechten deels of helemaal vervallen. Als ze gebruik willen maken van de zogeheten vrijstellingsregeling, moeten ze hun eventuele fosfaatrechten sowieso inleveren.
Commotie alom nu.
Melkveehouders zijn boos omdat vleesveehouders onnodig en onterecht fosfaatrechten toegekend hebben gekregen, terwijl zij ze hard nodig hadden. Vleesveehouders maken zich zorgen omdat ze hun fosfaatrechten veelal hebben verkocht, maar niet meer kunnen leveren. Kopers houden hen aan de levering, terwijl er geen fosfaatrechten meer te krijgen zijn. Er rest dus niets anders dan een schadevergoeding, wat legere stallen voor de kopers en nog wat extra krimp voor de melkveehouderij in het algemeen.
In het oktobernummer van het Tijdschrift voor Agrarisch Recht krijgen gedupeerde boeren het advies bezwaar tegen de herbeschikking aan te tekenen bij RVO/LNV en in beroep te gaan als ze nog een zaak hebben lopen.
Begrotingsdebat
Gisteren gebeurde in het debat over de landbouwbegroting iets bijzonders. Minister Schouten gaf met zoveel woorden toe dat ze hoopte door het intrekken van de fosfaatrechten weer onder het fosfaatplafond te komen. Schept dat ruimte voor de knelgevallen? Nee, benadrukte Schouten: "De fosfaatruimte die ontstaat bij het terughalen van de fosfaatrechten uit de vleesveehouderij kan niet besteed worden aan melkveebedrijven die al dan niet in de knel zitten." Het lijkt de directe aanleiding te zijn voor de ophef ('mestblunder') vandaag in de algemene pers en wanhoop bij individuele gevallen.
Voor Rotgers is de kous nog lang niet af. Ze vertelde ons dat ze sinds afgelopen zomer verschillende keren heeft gevraagd om de cijfers en verdeling waarop het ministerie zich baseerde om de door Brussel toegestane ruimte voor fosfaatrechten toe te kennen. Tot nu toe nog zonder resultaat. "De onderbouwing van deze cijfers maakt onderdeel uit van de staatssteunprocedure. Zoals gebruikelijk worden stukken die in onderhandelingen met de Europese Commissie zijn gewisseld niet openbaar gemaakt", kreeg ze van het ministerie van Schouten te horen. Maar Rotgers is niet voor één gat te vangen. In eerste instantie gaat ze puzzelen met de wel beschikbare cijfers en gegevens van 'dairy farms' en 'dairy cows'. En desnoods doet ze een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur om de feiten boven tafel te krijgen. Want hoe kan de Nederlandse overheid zó in de fout zijn gegaan? Rotgers is vastbesloten het antwoord op die vraag boven tafel te krijgen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Frits #64. Daar zouden dus overheid en bedrijfsleven een kader voor kunnen uitwerken: op welke milieuthema's moet je welke minimale prestaties leveren om voor extra productieruimte of andere vormen van beloning in aanmerking te komen. Deze integrale benadering is technisch vrij eenvoudig uit te werken tot een concreet voorstel, lijkt me. Voor alle N-, P- en C-gerelateerde thema's geeft de KringloopWijzer de benodigde informatie.
Oorspronkelijk heette de KringloopWijzer 'Bedrijfsmilieuscore'. De bedoeling was ook te scoren op ondermeer gebruik bestrijdingsmiddelen, natuurinspanningen en investeringen in de ontwikkeling van vakmanschap (bijvoorbeeld deelname studieclubs). Dus een jaarlijkse maatschappelijke verantwoording op alle relevante thema's. Door geldgebrek is besloten eerst de prestaties m.b.t. de N-, P- en C-kringlopen te kwantificeren, inclusief alle emissies van N-, P- en C-verbindingen (dus ook de broeikasgassen). Toen het landbouwbedrijfsleven mee ging betalen stelde die als eis dat het woord milieu uit de naam verwijderd zou worden. Daar zouden boeren niet goed tegen kunnen. De naam werd toen KringloopWijzer.
Volgens de Commissie van Deskundigen Mestwetgeving berekent de KringloopWijzer voor ongeveer 80% van de bedrijven de N-, P- en C-stromen, inclusief de emissies daaruit, voldoende correct bij de juiste invoergegevens. Het is onmogelijk een model te ontwikkelen dat die stromen voor alle 17.000 melk producerende bedrijven nauwkeurig genoeg beschrijft. Als iemand enkele melkkoeien in een voedselbos laat rondscharrelen is het onzinnig dit bedrijfssysteem in het model KringloopWijzer proberen te vangen. De oplossing is dan niet het model voor alle bedrijven ongeschikt te verklaren, voor beloning voor goed presteren, maar voor de te extreme bedrijven andere beoordelingsvormen te verzinnen.
Wat ook nog een aspect is Frans Aarts, dat je productieruimte alleen zou moeten kunnen verdienen als je op al relevante milieuthema's beter scoort. Dus niet alleen binnen de gebruiksruimte voor fosfaat blijft, maar ook binnen die voor stikstof, ammoniak en broeikasgassen om er maar een paar te noemen. Een managementinstrument dat alleen op stikstof en fosfaat monitort, is te beperkt. En voor de verantwoording schiet zo’n instrument echt tekort.
Dit alles nog los van het punt dat het instrument niet representatief was (en is) voor een kwart van de bedrijven. En dat terwijl een groot deel van dit kwart maatschappelijk juist erg wordt gewaardeerd.
Wiebren #62. Op een gegeven moment verplichtte de zuivel, onder aanvoering van FrieslandCampina, alle melkveehouders de KringloopWijzer als managementinstrument te gaan gebruiken. Dit gebeurde zonder overleg met de ontwikkelaars van het model, die lazen het ook in de krant, maar men kon geweten hebben dat voor ongeveer 20% van de melkveebedrijven de KLW niet voldoende betrouwbare berekeningen maakte. Die hadden moeten worden uitgesloten, om het vertrouwen in de KLW niet te ondermijnen. Onbegrijpelijk dat LTO hierin is mee gegaan.
Met de bedoeling extra mogelijkheden voor melkproductie te creëren werd vervolgens besloten de invoergegevens van de KLW te borgen, een eis van de overheid om fraude te voorkomen. Los van het feit dat voor de eerder genoemde 20% bedrijven ook na borging de resultaten kletskoek zouden zijn, werd het borgingsproces in mijn ogen gekenmerkt door veel bravoure en nog meer onkunde. Die bravoure heeft ervoor gezorgd dat boeren stallen gingen bouwen, de onkunde dat die stallen nu deels leeg staan.
Er is overigens m.i. niets mis met het idee om, bij voldoende borging, boeren te belonen met extra productieruimte als ze de milieubelasting per eenheid melk aantoonbaar verlagen, door beter management of investeringen. Een deel van de winst kan worden teruggegeven. Het andere deel komt het milieu ten goede. Dat is ook het idee achter de PAS, maar daar wordt een voorschot genomen op toekomstige milieuwinst, die deels onzeker is. Begrijpelijk dat het Europese Hof daar een stokje voor steekt. Maar zoals eerder gezegd, andere beloningsvormen zijn ook mogelijk.
Die 120 dagen van 6 uur beweiding staat los van de KLW. Het is de voorwaarde voor een toeslag op de melkprijs. En, zoals je zegt, ook niet goed geborgd door de zuivel.
Mannen, mag het even sans rancune Frans Aarts en Frits van der Schans ?
Jullie hebben allebei gelijk. Vanuit het perspectief wat Frans schetst is de Kringloopwijzer ontwikkeld, dat is zeker waar. Tegelijk klopt wat Frits schetst over dat het instrument inzet werd van een belangenstrijd ook.
Er werd en wordt te eenvoudig gedacht over borging, omdat de sector zich verlekkert op toekomstige voordelen.
KLW is door fixatie op fosfaatvoordeel te snel breed ingevoerd, eigenlijk BEX ook al. Of niet bestand tegen anticiperend gedrag.
Neem het simpele voorbeeld dat opvallend veel melkveehouders precies 120 dagen 6 uur weidegang invullen. Eigenlijk door een ‘running gag’ onder adviseurs die dachten snugger te zijn voor hun klanten (die niet eens klopt)
Frits #60. Ik denk niet alleen, maar ik weet dat het collectieve landbouwbedrijfleven (voormalig Productschap Zuivel/Zuivel NL) en de individuele (zuivel)bedrijven volop investeren in hulp bij verbetering van het management van melkveebedrijven. Het doel is het milieu minder te belasten met mineralen, broeikasgassen of bestrijdingmiddelen. Behoud van draagvlak bij de samenleving en het inpassen van veranderende wetgeving zijn de motieven. Zeker geldt dit als de overheid medefinancier is, zoals bij de KringloopWijzer. En nogmaals, er zijn meerdere mogelijkheden om de boer te belonen voor beter management. Het doel 'meer productie' is een uitzondering, niet de regel. Maar blijkbaar is dat bij de projecten van het CLM niet het geval.