Dat schrijft het CBL in een gisteren aan het einde van de dag verzonden persbericht.

Supermarkten stellen duidelijke eisen aan hun leveranciers, zegt het CBL. Uiteraard voldoen de producten die ze voeren aan de wettelijke eisen. Verder werken supermarkten ook met bovenwettelijke eisen. Denk bijvoorbeeld aan producten met keurmerken als Beter Leven Keurmerk, Fairtrade, ASC, MSC, UTZ, Milieukeur en Weidezegel. Die moeten de door de overheid gewenste verduurzaming van de Nederlandse landbouw borgen.
Maar de minister wil meer; dat moet ze ook krachtens internationale verdragen en Europese afspraken. Ze krijgt van het kabinet echter geen geld om haar visie uit te voeren. Daarom zegt ze erop te vertrouwen dat consumenten de rekening gaan betalen via supermarkten.




Als het buitenland de extra productiekosten van de Nederlandse boer niet wil betalen, dan moet óf de minister dat geld bijpassen uit de Rijksbegroting, óf ze moet buitenlandse ministers vragen dat voor haar te doen óf moet de voor export bestemde, maar te dure productie verdwijnen omdat het economisch niet meer uitkan
Afrekenen met zandloperbeeld
Volgens directeur Marc Jansen van het CBL wordt de voedselketen onterecht voorgesteld als een zandloper, met in het midden slechts een handje vol allesbepalende supermarkten. Om af te rekenen met dat beeld heeft het CBL voor zuivel, appels, varkensvlees, eieren, tomaten en uien in kaart laten brengen hoe het Nederlandse product door de keten stroomt en waar het eindelijk door consumenten wordt gekocht. Het CBL concludeert dat "maar weer eens blijkt hoeveel de Nederlandse land- en tuinbouwsector exporteert".

In de zuivelketen belandt slechts 30% van de totale melkstroom bij Nederlandse supermarkten. Zuivel kent bovendien een grote reststroom die uitwaaiert in producten die in de hele wereld belanden. Van het Nederlandse varkensvlees wordt ruim 80% geëxporteerd, van uien bijna 100% en van tomaten ruim 90%. Nederlandse appeltelers, de minst exporterende categorie in de onderzochte stromen, verkopen 65% van hun oogst naar het buitenland.

Rol super stopt aan de grens
Met deze analyse en cijfers maakt het CBL de minister duidelijk dat Nederlandse supermarkten zelfs als ze het zouden willen, niet op kunnen draaien voor de extra eisen en bijkomende kosten die zij ook aan het qua percentage nogal ruime exportvolume wil stellen. Daar moet ze buitenlandse handelspartijen en consumenten voor laten opdraaien. Het CBL zegt "wij hebben hier voor zowel prijs- als kwaliteitseisen geen enkele invloed op.”

Jansen: “Nederlandse supermarkten zijn onderdeel van de voedselketen en spelen een belangrijke rol. De cijfers die wij vandaag publiceren zet die rol in het juiste perspectief en geeft aan wat onze positie is om maatschappelijk gewenste veranderingen in de gehele agrifoodsector af te kunnen dwingen.”

Onze rol stopt aan de grens, zegt Jansen met zoveel, maar duidelijke woorden. Als het buitenland niet wil betalen - en waarom zou het als het elders goedkopere en even goede producten kan inkopen? - dan moet óf de minister dat geld bijpassen uit de Rijksbegroting, óf ze moet buitenlandse ministers vragen dat voor haar te doen óf moet de voor export bestemde, maar te dure productie verdwijnen omdat het economisch niet meer uitkan.


Dit artikel afdrukken