Landbouw is een strijd met de natuur. Niet “tegen” de natuur want je kunt ecologische principes ook voor je laten werken. Maar ook dan zijn er virussen, dieren, planten en mensen die zich constant aan veranderingen aanpassen. Soms levert dat mooie dingen op, en soms ziektes, onkruid of fraude.
Veerkrachtige systemen zijn niet alleen robuust (ze kunnen tegen een stootje) of kunnen zich herstellen van een klap, maar ze passen zich ook aan aan nieuwe omstandigheden door ander gedrag te vertonen of anders gestructureerd te zijn.

Een voorbeeld wat ik in eigen werk tegenkom is dat van de Brabantse veehouderij. Die toonde zich 120 jaar geleden erg veerkrachtig bij veranderende omstandigheden. De vraag naar producten uit Engeland en het Roergebied trok aan, kunstmest kwam op de markt en de boterproductie verdween naar de fabriek. De boeren ontwikkelden het etage-systeem van een gemengd bedrijf met interne kringlopen. 60 jaar geleden toonde de veehouderij zich opnieuw veerkrachtig door dat uit elkaar te halen en gespecialiseerde bedrijven op te zetten die beter de stijgende arbeidskosten konden opvangen door mechanisatie en schaalvergroting. En nu is er opnieuw behoefte aan veerkracht. Maar is dat er, en kunnen we dat ook meten en managen?

Wat onderzoek naar veerkracht volgens mij nu zo relevant maakt is dat we al lang op duurzaamheid studeren. Dat heeft ons geleerd waar de problemen zitten. Maar het is een statisch begrip, ook al komt er van tijd tot tijd weer een nieuw aspect van onduurzaamheid met bijbehorende indicator op de radar. Veerkracht is een veel dynamischer begrip
Bij veerkracht spelen omslagpunten (tipping points) een belangrijke rol. Een systeem gaat dan ineens door een ondergrens en klapt in elkaar. En om het weer goed te krijgen ben je er niet met herstel tot net boven die ondergrens maar moet je veel meer doen. Een willekeurig voorbeeld: als in een gebied het aantal boeren daalt beneden een kritieke grens vallen allerlei functies weg: er zijn niet genoeg mensen meer voor het bestuur van organisaties, het gebied is niet meer interessant voor de vestiging van een mechanisatiebedrijf. Maar als je een gebied van die functies wilt voorzien heb je vaak een groter aantal boeren nodig om een mechanisatiebedrijf aan te trekken dan het aantal waarop zo’n bedrijf de poorten sluit.

Een ander inzicht is dat bij veerkracht ook verschillende schaalniveaus een rol spelen. Als alle landbouwbedrijven in een gebied zo veerkrachtig zijn dat er niemand stopt, zijn er geen groeimogelijkheden voor bedrijven. En worden ze bij voortgaande technische ontwikkeling te klein. De boerderijen zijn in die situatie dan wel veerkrachtig, maar de sector is dat daarmee dus niet want die verliest aan concurrentiepositie; dat tast uiteindelijk ook de veerkracht van de individuele boerderijen aan.

Op dezelfde manier kun je je afvragen of een kudde dieren veerkrachtig genoeg is als je alleen veredelt op de veerkracht van een individueel dier. Er is immers interactie in een groep dieren dus gedrag van individuele dieren zou kunnen leiden tot minder gewenst gedrag van de hele groep.
Veerkracht-denken kun je op dezelfde manier toepassen op tal van problemen. Als je het idee kent, dan zie je het overal: levert strokenteelt in de akkerbouw veerkrachtiger teeltsystemen op dan grotere velden met monocultuur?, is een bos met robuuste bomen veerkrachtiger dan een bos met minder van die bomen?, wat maakt dat bij klimaatsverandering een eco-systeem zo veerkrachtig is dat het indringers (vissen, onkruid, insecten) weert of inpast, of er juist aan ten onder gaat?

Wat onderzoek naar veerkracht volgens mij nu zo relevant maakt is dat we al lang op duurzaamheid studeren. Dat heeft ons geleerd waar de problemen zitten. Maar het is een statisch begrip, ook al komt er van tijd tot tijd weer een nieuw aspect van onduurzaamheid met bijbehorende indicator op de radar. Veerkracht is een veel dynamischer begrip. Dat hebben we nodig bij het ontwerp van nieuwe systemen.

Nu gaat het steeds meer over dat ontwerp van de systemen voor de toekomst. Door de stijgende arbeidskosten, de energietransitie, de klimaatsveranderingen, het verlies aan biodiversiteit, de precisielandbouw, de kringlooplandbouw. En overheden zijn bezig om met de Omgevingsvisies de toekomst van het platteland, landbouw en natuur te schetsen. Die systemen moeten zo ontworpen worden dat de duurzaamheidsproblemen niet alleen wordt opgelost, maar dat ze veerkrachtig genoeg zijn om nieuwe afhankelijkheden en onduurzaam gedrag te voorkomen.

Op 13 aanstaande november presenteert WUR zijn onderzoek naar veerkracht op een symposium in Klarenbeek. Aanmelden kan via: wur.eu/resilience2018
Dit artikel afdrukken