Op dit moment is nog een kwart van de aarde vrij van de impact van menselijk handelen. Als de mens op de dezelfde voet doorgaat, is dat in 2050 nog maar een tiende van het aardoppervlak. "We gaan maar door met het naar onze hand zetten en beschadigen van de natuur, alsof we de jager-verzamelaars zijn van 20.000 jaar geleden, maar dan met de technologie van de 21e eeuw," zegt Marco Lambertini, directeur-generaal van het World Wildlife Fund bij de presentatie van het rapport.

"Grootschalige aanleg van stuwdammen, irrigatie en inpoldering voor landbouw, vervuiling en overbevissing zetten zoetwatergebieden onder grote druk," vult het Wereld Natuur Fonds (WNF) aan. Ook klimaatverandering, jacht en stroperij eisen hun tol.

In tropische regenwouden en in zoetwatergebieden is de afname van de wilde dierenpopulaties het grootst. Daar zijn de populaties wilde dieren gemiddeld zelfs met 83% ingestort, aldus het WNF. Klassieke natuurbescherming, zoals het instellen van beschermde gebieden en soortenbescherming, blijkt wel te werken. Van beschermde diersoorten zoals de bultrugwalvis, de reuzenpanda en de berggorilla neemt de populatie voorzichtig toe.

Maar er is meer nodig. Tanya Steele (WWF UK) zegt het kort maar krachtig: "We are the first generation to know we are destroying our planet and the last one that can do anything about it." Haar Nederlandse evenknie Kirsten Schuijt, directeur WNF, zo: “Het is tijd dat we ons realiseren dat natuur onmisbaar is voor ons. [..] Als wij de oorzaak zijn van natuurverlies, kunnen we de trend ook ombuigen. Dat vraagt om duurzame keuzes op het gebied van voedsel, energie en grondstoffen. Iedereen kan daar op zijn manier aan bijdragen.”

Dit artikel afdrukken