Gemeengoed
Wat voor Van de Voort de normaalste zaak van de wereld is, zal in 2030 voor elke boer gemeengoed zijn, wanneer zij in een kringloop moeten werken. Dit is tevens de kern van de landbouwvisie die landbouwminister Schouten presenteerde. De Nederlandse land- en tuinbouw heeft volgens de minister een geweldige staat van dienst als het gaat om hoe efficiënt voedsel kan worden geproduceerd. "Maar hoe mooi onze resultaten ook zijn, de manier waarop we nu ons voedsel produceren, raakt steeds verder uit balans. Het gaat verder dan wat de aarde kan geven. En is niet houdbaar," aldus de minister.
Martin Scholten, directeur Animal Sciences van Wageningen UR, beaamt dit. “De grootste uitdaging waar we momenteel voor staan, is hoe we straks aan grondstoffen kunnen komen om voedsel te produceren. We moeten dus van een voortdurende verlaging van de kostprijs van producten naar een voortdurende vermindering van het verbruik van grondstoffen door een efficiëntere benutting in kringlopen.”
Reststromen
Om de groeiende wereld te kunnen voeden, moet het oude systeem van lineaire ketens worden vervangen. Door de ketens te verknopen, dient de reststroom van de ene als grondstof voor de andere keten. “Centraal bij kringlooplandbouw staat de bodem, de plek bij uitstek om de nutriëntenkringloop in de landbouw te sluiten”, legt Scholten uit. “Boeren moeten meer reststromen terugbrengen in de bodem om daarmee de organische stof en bodemvruchtbaarheid te verbeteren."
Vaak doet de agrarische sector al nuttige dingen met reststromen, maar het kan nog veel beter volgens de forumdeelnemers. “Het denken rond mest is altijd geweest om het milieuprobleem van de afvalstroom mest op te lossen,” verklaart Scholten. “Maar als je van mest een hoogwaardiger product wil maken die gebruikt kan worden als grondstof voor andere producties, dan kom je ook op andere technologieën voor mestverwerking. Jan Dirk beschouwt bijvoorbeeld mest als een van zijn producten en besteedt daar aandacht aan."
“Het denken rond mest is altijd geweest om het milieuprobleem van de afvalstroom mest op te lossen. Maar als je van mest een hoogwaardiger product wil maken die gebruikt kan worden als grondstof voor andere producties, dan kom je ook op andere technologieën voor mestverwerking"“De kalverensector is een enorme voorloper binnen de kringloopsector, dit was de eerste sector waar men anders naar mest ging kijken”, vertelt Jos Eringfeld, directeur Bedrijven bij Rabobank Gelderse Vallei. “Dit is al begonnen met de melkpoeder dat gemaakt is van een restproduct van kaas. Daarnaast is men ook anders gaan anders gaan kijken naar mest in de mogelijkheden die het kan opleveren. Ik ken bedrijven die daar al een tijdje mee bezig zijn, waarbij de stallen zo zijn ingericht dat als er mest inkomt, het meteen wordt afgevoerd zodat het verwerkt en vergist kan worden.”
Verdienmodel
Kringlooplandbouw gaat uit van zo efficiënt mogelijk gebruik van grondstoffen, en niet van zo efficiënt mogelijk produceren tegen zo laag mogelijke kosten. Dat is volgens Evert Hein Schuiteman, directeur van Schuiteman Corporate Finance, een omslag in het denken. “Het is terug naar de basis. Deze transitie vraagt veel van boeren en tuinders. Een essentieel onderdeel voor het succes van kringlooplandbouw is een goed verdienmodel.”
“De boeren moeten een eerlijke prijs verdienen als ze duurzaam werken”, vult Steven van Westreenen, directeur van VanWestreenen aan. “Zonder goed verdienmodel is de sector immers niet in staat de gewenste omslag te maken.”
Inspireren
Als het voor boeren en tuinders mogelijk is om samen op te trekken in de keten, staan ze sterker en kunnen ze een betere prijs afdwingen. “Als je iets in het buitengebied voor elkaar wilt krijgen, moet je het met elkaar doen”, meent Gerard van Santen, directeur van O-Gen.
Volgens Scholten biedt de Gelderse Vallei de perfecte locatie om samen stappen richting een circulaire landbouw te zetten. “De Gelderse Vallei is een plek die omsloten is door de natuur en waar collectieven zijn. Bovendien is het een plek waarin de regering wil mee investeren in een transitie van de landbouw. En voor WUR en Aeres is het de achtertuin, dus een prachtig proefgebied voor studenten en onderzoekers. We moeten echter wel durven concrete stappen te zetten, van elkaar leren en elkaar inspireren.”
Eringfeld beaamt dit: “Als het ergens kan, dan is het hier. Je hebt in deze regio onder andere pluimvee, melkveehouderij, de kalversector en akkerbouw. Je vindt hier meer diversiteit dan in welke andere regio dan ook. Bovendien zit hier innovatiekracht en ondernemerschap. Je zou veel meer bijeenkomsten moeten organiseren om kennis over te dragen en elkaar te inspireren. Om die reden heeft de Rabobank de Circular Economy Challenge opgezet. Circulair ondernemen vraagt van ondernemers om anders te denken, over de grenzen van het eigen bedrijf heen te kijken en samen te werken. Zo ontstaan nieuwe ideeën en businessmodellen. Met de Circular Economy Challenge zetten we regionaal in om ondernemers te helpen bij de ontwikkeling naar circulair ondernemerschap.” “Ergens mis ik de gezamenlijke ambitie”, vult Van Santen aan. “We moeten met z’n allen zeggen: ‘We nemen geen genoegen met de elfde plek, alleen een gouden medaille is goed genoeg.’ Binnen dit gebied met onze gebiedscoöperatie hebben we wel een platform om dit mogelijk te maken.”
"Boeren moeten zelf het nut zien van het verbruiken van minder energie en resten, zoals voedsel en mest, beter benutten. Een meer dwangmatige vorm door middel van allerlei regelgeving is niet de oplossing”Regelgeving
Het huidige landbouwsysteem van lineaire productie is volgens Scholten aan zijn einde. Het kan geen oplossingen meer bieden voor de uitdagingen rond grondstoffen, milieu, natuur en klimaat. Daarnaast mist de landbouw differentiatie en variatie, waardoor de economische opbrengst niet verder valt te verbeteren. “We moeten veel meer kansen creëren. Het feit dat er een transitie komt, is allang geen discussie meer. Ik mis de collectiviteit waarbij iedereen zegt ‘we gaan het doen in dit gebied’. Om alles voor elkaar te krijgen is een richting aangeven niet voldoende.”
“Het moet vanuit de sectoren zelf komen”, vindt ook Eringfeld. “Boeren moeten zelf het nut zien van het verbruiken van minder energie en resten, zoals voedsel en mest, beter benutten. Een meer dwangmatige vorm door middel van allerlei regelgeving is niet de oplossing.”
Kippenboeren
Wanneer het over kringlooplandbouw gaat, wordt er veelal over koeienboeren gesproken. Toch kunnen de kippenboeren ook met de kringlooplandbouw aan de slag, menen de forumdeelnemers. “Ook deze boeren beseffen dat het recht toe recht aan, oftewel het grootschalige, een keer ophoudt. Het is bovendien niet langer meer concurrerend”, zegt Van de Voort.
“Het Oerei is een mooi voorbeeld van hoe het ook kan”, reageert Scholten. “Deze kip krijgt voer met insecten die op plantenresten zijn gekweekt. Dankzij de eiwitrijke insecten die gevoed zijn met groente- en fruitresten is er geen soja of mais van de andere kant van de wereld meer nodig.”
Van Westreenen noemt Kipster als voorbeeld. “De kippen in dit concept worden gevoerd met resten van bakkerijen. Ook kippenboeren kunnen proberen aan de slag te gaan met natuurinclusief of duurzaam boeren. Je kunt bijvoorbeeld kijken naar het type stal, het voer of zonnecollectoren laten plaatsen. Deze sector kan zo proberen nog beter kippen te gaan houden.”
Levensstandaard
Consumenten hebben veel ideeën over hoe voedsel moet worden geproduceerd. Ze stellen hoge eisen volgens Scholten. “Mensen zijn bereid om iets waar ze de waarde van inzien ook te kopen”, verklaart hij. Een mooi product uit een prachtig boerenlandschap met een goed verhaal, daar komen mensen beslist op af.”
Ook bij Remeker zien zij dit. “De manier waarop wij werken spreekt veel mensen aan”, concludeert Van de Voort. “Toch is het vooral de smaak waar mensen voor betalen. Hoe wij produceren, zien wij terug in de kaas en dat betaalt zich dubbel en dwars uit.”
Dit artikel verscheen recent in Vallei Business, een uitgave van Van Munster Media.
Fotocredits: Joost Franken voor Vallei Business
Deelnemers forum
Voorzitter: Arnoud Leerling
Martin Scholten, algemeen directeur Animal Sciences, Wageningen UR. Hij is alumnus van de Vrije Universiteit Amsterdam waar hij is opgeleid tot ecoloog. Na een loopbaan bij TNO is Scholten bij WUR terecht gekomen als directeur visserijonderzoek. Inmiddels is hij al weer tien jaar eindverantwoordelijk voor de Animal Sciences, met een eigen kijk op de toekomst van de veehouderij. Hij heeft zich ontpopt als pleitbezorger voor de kringlooplandbouw.
Jan Dirk Van de Voort, Boerderij De Groote Voort / Remeker kaas. De Groote Voort is een toonaangevend bedrijf met een eigen kaas, Remeker. Alles op het biologisch bedrijf met Jerseykoeien is geënt op smaak, van het grondgebruik, huisvesting, voeding tot kaaskorst. Jan Dirk, Irene en Peter van de Voort hebben met hun kaas een sterke positie in de markt veroverd.
Steven van Westreenen, directeur VanWestreenen adviseurs voor het buitengebied. Van Westreenen adviseurs is sinds 1995 als onafhankelijk adviesbureau gespecialiseerd in de agrarische milieu-, bouw- en ruimtelijke ordeningswetgeving. Vanuit de kantoren in Barneveld en Lichtenvoorde helpt het bedrijf ondernemers in het buitengebied door de wirwar van wetten en regels.
Evert Hein Schuiteman, directeur Schuiteman Corporate Finance. Schuiteman Accountants adviseert agrarische ondernemers op financieel gebied. Met vestigingen in Ede, Veenendaal, Barneveld, Nijkerk, Harderwijk en Huizen heeft het bedrijf veel ondernemers in de Valleiregio binnen bereik.
Gerard van Santen, directeur O-Gen. Gebiedscoöperatie O-gen is een organisatie waarbinnen overheden, maatschappelijke organisaties, onderwijsinstellingen, bedrijven, ondernemers en particulieren samenwerken aan de ontwikkeling van het landelijk gebied in de Vallei, Heuvelrug en Kromme Rijnstreek. O-gen is met haar leden volop bezig met uitvoering van projecten voor kringlooplandbouw.
Jos Eringfeld, directeur Bedrijven Rabobank Gelderse Vallei. Rabobank Gelderse Vallei richt zich dit jaar samen met Rabobank Vallei en Rijn op circulair ondernemen, onder meer door de organisatie van de Circular Economy Challenge.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Mark Soetman,
Aha, nu is het me duidelijk. Dank voor je antwoord.
Een dergelijke term en beleidsstukken waar deze gebruikt word is niet om "de landbouw" toekomstperspectief te geven, of landbouwbeleid te maken, of om boeren van een goed inkomen te voorzien.
Een dergelijk (bewust vage) term dient er voor om lagere overheden sturing te kunnen laten geven in hun Ruimtelijke Ordeningsbeleid (RO).
Bijv. een Provincie stelt in een verordening ruimte vast waarin enkel kringlooplandbouw kan uitbreiden nabij natuurgebieden. Gemeente zijn verplicht deze verordening in hun bestemmingsplannen op te nemen. (agrarische)bouwvergunningen worden rechtstreeks getoets aan het bestemmingsplan en een Provinciale verordening.
Effectief gezien ontstaat er dan een situatie waarin uitbreiding van alles wat niet kringloop is (wat dat dan ook precies moge zijn) op slot zit en op termijn dus dood bloed, enkel degene die wel in de kringlooprichting willen ondernemen hebben nog uitbreidings- of bedrijfsomvormingskansen.
Een (hogere) rechter gaat qua beleid niet op de stoel zitten van een lagere overheid (het beleid is immers democratisch vastgesteld), en kijkt dus bijv. bij een eventuele afwijzing van een bouwvergunning voor een megaflat met varkens nabij een natuurgebied enkel of het beleid goed is toegepast. Dat die boer op die locatie geen toekomst heeft anders dan grondgebonden, kringloop, extensief is klip en klaar. Wat de boer (of standsorganisatie) ook bedenkt qua zero emissie, klimaatneutraal, de wereld voeden, het bedrijf is niet over te geven etc. etc, maakt helemaal niet meer uit en dat is juist de bedoeling (maar kennelijk is dat velen niet duidelijk, en dat begrijp ik dan weer niet).
Er is geen recht op uitbreiding, intensivering etc. een schadevergoeding n.a.v. dit beleid is daarom onmogelijk zeker nu het beleid tevoren is aangekondigd (transparantiebeginsel van overheden).
We hoeven het dus niet meer te hebben over wat de term kringlooplandbouw nu precies is. De term is voldoende duidelijk om te veroorzaken dat verdienmodellen gebaseerd op (verdere)intensivering (en milieukosten e.d. bij de maatschappij) niet blijven bestaan.
Marco de grote gemeenschap zal me jeuken. Maar de groep mensen die beleid maken en onze gemeenschappelijke toekomst uitstippelen zouden dit soort feiten moeten kennen. En die kennen ze vaker niet dan wel.
Mark Soetman,
Kun je me dan uitleggen waarom je tot doel hebt om het grote kennelijk onwetende publiek duidelijk te maken dat kringlooplandbouw in de betekenis van geen verliezen, geen externe input niet kan, hooguit minimalisering/optimalisatie van verliezen en minimalisering/optimalisatie van externe input?
Marco #18, nee ik schrijf dat omdat jij vindt dat 'de plaat blijft hangen' wanneer dit weer wordt opgeschreven hier. Het moet nog veel, heel veel vaker opgeschreven worden. Hier en elders.
Frans Aarts,
Goede reactie!
Een puntje: "De plant moet immers een deel van het geproduceerde afstaan aan de schimmel." Ik denk niet dat daarom per definitie sprake is van een structureel lagere opbrengst, waarschijnlijk hetzelfde als bij bodemleven. In de fase van toenemende schimmel of bodemleven zal er best sprake zijn van een onbalans in het nadeel van de plant. Wanneer echter een nieuw evenwicht is ontstaan (met meer bodemleven en/of schimmel) is de onbalans m.i. hersteld, gestorven bodemleven en of schimmels is ook weer meststof/nutrienten.
Spreekt voor zich dat het (onbewust) afdoden van een deel van het bodemleven bijv. door vergiftiging tijdelijk een hogere opbrengst kan geven, dood bodemleven is immers weer meststof. Korte termijn oplevingen qua opbrengst zeggen mij daarom niet zoveel.
De vraag is natuurlijk of het toevoegen van mycorrhiza aan de bodem zinvol is, het lijkt mij beter om te kijken waarom miccorhiza en bodemleven deels zijn verdwenen (kunstmestgebruik, grondbewerking, chemicalien) en vervolgens datgene zoveel mogelijk na te laten wat schadelijk is voor myccorhiza en het bodemleven.
Hendrik J.Kaput,
Dat Erisman je geen antwoord geeft hoeft toch niet per definitie te betekenen dat hij geen antwoord wist of had? Misschien had hij gewoon geen zin om te antwoorden en klikt het niet tussen jullie of stond je toon hem niet aan?