Het thema van gistermiddag was circulaire landbouw, passend bij de visie op Kringlooplandbouw die minister Schouten recent heeft uitbracht.

In de aanloop naar zowel de visie van de minister als deze middag bracht de WUR een tijdje geleden al een publicatie over dit thema in omloop.

Ik heb Louise Fresco gevraagd wat minister Schouten op korte termijn kan doen om handen en voeten te geven aan haar visie kringlooplandbouw. Fresco: "Het is belangrijk dat de Nederlandse regering kritisch naar de mestwetgeving kijkt om te zorgen dat een groter hergebruik van nutriënten kan plaatsvinden. Dat zou een eerste stap kunnen zijn om de visie van Carola Schouten een follow-up te geven.”

Verder vindt ze het gewenst om meer experimenten met ‘circulaire landbouw’ te starten. Dat kan met proefbedrijven of proefgebieden. Fresco vindt het ook wenselijk om op korte termijn het nutriëntenverlies van menselijke excreties - onze poep en pies dus - te beperken. Die nutriënten zou je veel nuttiger kunnen gebruiken door ze te verzamelen, zuiveren, verwerken en her te gebruiken als mest.

Ook regelgeving die belemmert dat voedselresten als veevoer kunnen worden gebruiken, moet worden opgeruimd. Kringlooplandbouw doet iedereen de ‘swill-problemen’ uit de jaren tachtig vergeten. Toen brak in ons land de varkenspest uit omdat voedselresten aan varkens gevoerd werden. Kringlooplandbouw laat ons dat weer vergeten in de drang naar meer in plaats van veiliger voedsel.


Imke de Boer, foto: Joost de Jong


Veganisme is niet circulair en dus niet zo duurzaam
Tijdens de bijeenkomst lichtte professor Imke de Boer toe waarom een geheel veganistisch dieet niet past in het concept van de circulaire landbouw. “Koeien en varkens eten voedselresten of gras waar geen andere teelten kunnen groeien. Afhankelijk van de regio, is het gewenst om gemiddeld 9-23 gram dierlijk eiwit per dag te consumeren. Bij een hogere consumptie van dierlijk eiwit is relatief meer landgebruik nodig." Dat is niet efficiënt in de nutriëntenkringloop en moet daarom worden afgewezen in het nieuwe circulaire denken.

Westerse landen zitten aanmerkelijk boven die hoeveelheid en moeten daarom minder vlees gaan consumeren. Maar landen die nauwelijks vlees of andere dierlijke producten consumeren kunnen best wat vlees eten, concludeerde De Boer. Waarom? Het dier ruimt resten op en transformeert die tot voedsel terwijl ze anders teruggaan naar de natuur. Volgens de WUR-interpretatie van circulariteit is dat een gewenster gebruik.

De WUR kwam met nog een voor velen vermoedelijk verrassende conclusie over de opslag van CO2 in de bodem: “organische stof gebruiken om energie op te wekken bespaart meer CO2 dan vastlegging in de bodem.” Over die gedachte zal het laatste woord vermoedelijk nog niet gezegd zijn. Meer organische stof in de bodem is ook voor veel andere zaken, zoals bodemvruchtbaarheid en ziektebestrijding, relevant.

Volgend jaar gaat op 18 september de Mansholtlezing over eiwittransitie.




De Mansholtlezing is hier te vinden.
Dit artikel afdrukken