Het kabinet heeft meer tijd nodig om te beoordelen op welke manier de Nederlandse landbouw moet bijdragen aan de maatregelen om schadelijke CO2-uitstoot te reduceren krachtens het akkoord van Parijs. De Tweede Kamer heeft woensdag besloten het kabinet die tijd te geven. Dat meldt Boerderij.
Het kabinet wil eerst weten wat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vindt van de voorstellen die de Klimaattafel over landbouw onder leiding van Pieter van Geel heeft gedaan. Krachtens het Parijse Klimaatakkoord moet de Nederlandse landbouw in 2030 de uitstoot van broeikasgassen hebben verminderd met 3,5 megaton CO2.
De voorstellen zijn tot nu toe gezocht in warme sanering van de varkenshouderij, technische maatregelen die de uitstoot via de darmen van dieren door aangepast voer tegengaan, mestopslag en minder kunstmest (waarvan de productie veel CO2-uitstoot), slimmer landgebruik, vernatting van veenweidegebieden (waardoor grote hoeveelheden methaanuitstoot kunnen worden tegengegaan), minder niet-groene percelen en zuiniger energiegebruik in de land- en tuinbouw.
Volgens Boerderij zit het kabinet met een prangende vraag: kan Parijs misschien ook gehaald worden zonder de veestapel in Nederland in te krimpen?
Te hopen valt dan ook dat het PBL ook commercieel-economisch overwegingen in zijn berekeningen voor het kabinet meeneemt. Het kabinet zit vermoedelijk met een heel andere overweging: hoe gaat Nederland straks om met het afschrijven van een belangrijk deel van een sector die om economische redenen geen toekomst meer heeft in Nederland? Daarom wil het weten of er wegen zijn om dierhoudende ondernemers zelf die keuze te laten maken door te stoppen of verder te investeren in een - voor velen vermoedelijk -onhaalbare toekomst.
Dit artikel afdrukken
De voorstellen zijn tot nu toe gezocht in warme sanering van de varkenshouderij, technische maatregelen die de uitstoot via de darmen van dieren door aangepast voer tegengaan, mestopslag en minder kunstmest (waarvan de productie veel CO2-uitstoot), slimmer landgebruik, vernatting van veenweidegebieden (waardoor grote hoeveelheden methaanuitstoot kunnen worden tegengegaan), minder niet-groene percelen en zuiniger energiegebruik in de land- en tuinbouw.
Volgens Boerderij zit het kabinet met een prangende vraag: kan Parijs misschien ook gehaald worden zonder de veestapel in Nederland in te krimpen?
Om het eenvoudig te zeggen: er zit geen buitenlandse afnemer te wachten op varkensvlees uit een Nederlandse varkens- of kippenstal met de jongste generatie peperdure luchtwassersAls dat moet kan het uiteraard, maar het is de vraag tot welk nut dat strekt. Het zal een boel kostenverhogende technische maatregelen vergen voor meer binnen gehouden dieren. Vlees, zuivel en eieren van 'binnendieren' is wat het Nederlandse publiek niet meer wil onder druk van nieuwe opinies over dierenwelzijn. Dat terwijl het commercieel-economisch logischer is innovatieve nieuwbouw-stallen zoals Kipster die wel aanspraak maken op klimaatneutraliteit dichter bij hun afnemers in het buitenland te bouwen. Voor vlees, zuivel en eieren geldt dat Nederland tussen de 70 en 90% van zijn productie exporteert en toenemende moeite krijgt die productie rendabel te verkopen als die geen meerwaarde heeft in de vorm van lokale, klimaat- en diervriendelijke productie. Om het eenvoudig te zeggen: er zit geen buitenlandse afnemer te wachten op varkensvlees uit een Nederlandse varkens- of kippenstal met de jongste generatie peperdure luchtwassers. Een dier wordt immers niet lekkerder of gelukkiger van zulke techniek.
Te hopen valt dan ook dat het PBL ook commercieel-economisch overwegingen in zijn berekeningen voor het kabinet meeneemt. Het kabinet zit vermoedelijk met een heel andere overweging: hoe gaat Nederland straks om met het afschrijven van een belangrijk deel van een sector die om economische redenen geen toekomst meer heeft in Nederland? Daarom wil het weten of er wegen zijn om dierhoudende ondernemers zelf die keuze te laten maken door te stoppen of verder te investeren in een - voor velen vermoedelijk -onhaalbare toekomst.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Henk Westhoek, nu jullie zo'n zwaarwegende en zelfs nauwelijks verholen politieke informatie-verantwoordelijkheid krijgen, een vraag: letten jullie ook op die commercieel-economische kant bij het oordeel dat jullie af zullen geven?
Tjeerd de Groot., je steunde het uitstel. Hoe kijk jij aan tegen de noodzaak om ook praktische commercieel-economische argumenten een rol te laten spelen in de beoordeling van de voorstellen?
Dick, #1 Het PBL is nu bezig met een voorlopige analyse van het hoofdlijnenakkoord. Hierin, en dat geldt zeker later ook voor de analyse van het definitieve akkoord, proberen we ook zoveel mogelijk de kosten van de maatregelen in beeld te brengen. Een noot daarbij is wel dat het PBL alleen de voorgestelde maatregelen analyseert. Maatregelen die niet concreet zijn gemaakt kunnen we niet analyseren. Wel proberen we iets te zeggen of in hoeverre het akkoord bijdraagt aan een transitie richting het doel voor 2050. ‘Dit kan betekenen dat ook voor 2030 al maatregelen moeten worden genomen die qua kosten relatief hoog zijn, om te voorkomen dat de kosten na 2030 sterk oplopen of bepaalde reducties niet meer haalbaar zijn'; aldus de startnotitie van het PBL.
Henk, dank voor je antwoord! Ik ga het nog even goed op me in laten werken.
Dick, zoals zovelen haal je weer twee dingen door elkaar. Een, de maatschappij wil zo'n grote veehouderij niet meer in Nederland en twee, het is niet (meer) rendabel.
Punt een blijft dat de maatschappij het niet meer wil, maar de consument nog steeds wel, en dat punt twee, wat de rentabiliteit betreft, daar zich niemand mee hoeft te bemoeien. Ook de overheid niet. Dit is gewoon ondernemersrisico. punt.
Het grote heikele punt voor de overheid is dat de maatschappij de grootschalige veehouderij niet meer wil accepteren. Met milieumaatregelen krijgt men de veehouderij niet weggepest en hoe moet de overheid dan straks uitleggen dat zij middels die maatregelen de veehouderij steeds intensiever en grootschaliger gemaakt hebben?
Volgens de wet van Mark Rutte moet de veehouderij gewoon zijn gang kunnen gaan zolang er verdiend wordt. De zorg voor milieu en klimaatproblematiek kan hij ook niet meer omheen, maar als aan die voorwaarden voldaan wordt kan het.
Ware het niet dat de veehouderij een extra probleem heeft, het sentiment van het publiek......
In deze zit ik toch op de zelfverzonnen lijn van Rutte hoewel ik nooit VVD gestemd heb of zal stemmen.
Regeren is ……… vooruitschuiven. Er moet tijd gekocht worden. Het beleid is failliet en de kast ligt vol met onbetaalde rekeningen van vervuilde lucht, water en verklooide bodem. Dit is gebeurd in een democratisch land. Niet in een obscure dictatuur met kolonels met petten en donkere zonnebrillen. We hebben het gewoon samen verknald met het rooie potlood. Dus samen op de blaren zitten. De belastingbetaler zal het weggegeven recht op verontreiniging dus gewoon moeten terugkopen. Dan is een lastige boodschap, zeker als er weer verkiezingen naderen. Dus mag het PBL even het tijdelijk doekje voor het bloeden vormen. Dit is echter een slagaderlijke en dan helpt een doekje niet. Het systeem is ten einde.