China is de grootste producent van varkensvlees ter wereld met een jaarlijkse productie van zo'n 600 miljoen varkens. Al sinds enkele jaren stimuleert de Chinese overheid de professionalisering van de sector door het bouwen van megastallen en slachthuizen in het noorden. Toch wordt nog altijd ruim een kwart van de Chinese varkens kleinschalig op het boerenerf en in achtertuintjes gehouden. China telt ook naar schatting 33,5 miljoen wilde zwijnen, waar niet op gejaagd mag worden.

Sinds in maart 2017 in het Russische Irkoetsk varkenspest werd vastgesteld, zijn de Chinese veterinaire autoriteiten in staat van paraatheid. Irkoetsk ligt maar 1.000 kilometer van de Chinese grens. De FAO waarschuwde toen voor de mogelijk desastreuze gevolgen als de ziekte China en de rest van Zuid-Oost Azië zou bereiken. Inmiddels is het zover. Dat zal de "diergezondheid, voedselveiligheid en voedselzekerheid" ernstig bedreigen, schrijft Reuters.

ASF, African Swine Fever, werd in 2007 voor het eerst vastgesteld in Georgië en heeft zich sindsdien zowel naar het westen - richting de landen van de EU - als naar het oosten verspreid. In Rusland is de kleinschalige varkenshouderij om die reden gehalveerd. De ziekte verspreidt zich via teken, direct contact tussen dieren en besmet voer (etensresten) en veroorzaakt sterfte van varkens en wilde zwijnen. Er is geen medicijn of behandeling bekend. Het ruimen van besmette dieren en bedrijven en strikte desinfectiemaatregelen zijn de aangewezen manier om nieuwe besmettingen te voorkomen. Dat doen de Chinezen dan ook.

Ook Europa houdt de opmars van de varkenspest met argusogen in de gaten. Al jaren zijn er meldingen van uitbraken in Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne, de Baltische staten, Polen en Roemenië. De Benelux, Duitsland en Frankrijk sloten dit voorjaar een convenant om gezamenlijk op te trekken tegen de varkenspest. Denemarken bouwt zelfs een hek om de varkenspest buiten de deur te houden en de Deense varkenshouderij te beschermen. Voor mensen is de ziekte ongevaarlijk.
Dit artikel afdrukken