Albert Heijn is druk in de weer met boeren en het milieu om het consumenten makkelijker te maken de goede boodschappen te doen. Maakte de super vorige maand al zijn melkveehouders blij, vrijdag waren de vaste aardappeltelers aan de beurt. Albert Heijn bezorgt hen bloeiende akkerranden. Dat is goed voor de biodiversiteit.
Dit voorjaar zijn de eerste akkerranden ingezaaid, sommige inmiddels al twee keer omdat de droogte roet in het eten gooit. Tijd om de samenwerking tussen boeren, super én natuurorganisaties officieel te bekrachtigen. Vrijdag ondertekenden de samenwerkende partners Albert Heijn, Agrico, Leo de Kock en Nedato namens de telers, Natuurmonumenten en adviesbureau CLM temidden van de bloeiende akkerranden de samenwerkingsovereenkomst waarmee zij de biodiversiteit op en rondom de aardappelpercelen willen vergroten.
Volgens Albert Heijn is het "uniek dat boswachters en ecologen van Natuurmonumenten rechtstreeks met telers in gesprek gaan hoe zij op hun bedrijf de natuur een handje kunnen helpen".
Peter Leendertse van CLM, kennis- en adviesbureau op het gebied van landbouw, voedsel, natuur en milieu, onderschrijft en nuanceert dat. "Het allerleukst was eigenlijk dat de mensen van Natuurmonumenten ontdekten hoe veel de boeren al aan de natuur 'doen' en er mee bezig zijn," zegt hij. CLM stond aan de wieg van de samenwerking en bracht om te beginnen de 'nulsituatie' in kaart. Leendertse: "Er is niet één oplossing. Grond maakt uit, en de bebouwing natuurlijk, de regio kan anders willen". Eén van de boeren wilde graag een 'patrijzenrand'. Daar zijn planten voor nodig van verschillende hoogtes, die voedsel bieden en waar de patrijs zich met zijn jongen gemakkelijk in kan verschuilen.
Andere akkerbouwers wilden meer insecten en bestuivers, of specifieke planten die natuurlijke vijanden aantrekken zodat ze minder hoeven te spuiten. Natuurmonumenten wilde via de akkerranden verbindingen aanleggen naar de nabijgelegen natuurgebieden. Er werden dus 'op maat' zaaimengsels samengesteld omdat je het van de commerciële zaaimengsels niet moet hebben. Dat bleek vorige week al uit het bericht over 'pleegakkers'. "In sommige daarvan zitten zelfs uitheemse soorten", zegt Leendertse, "of planten waar boeren juist last van hebben."
Leendertse roemt de gretigheid waarmee de 35 betrokken telers hun kennis en ervaringen delen. "Die boeren weten echt wel wat ze doen", kreeg hij te horen van de oprecht verbaasde natuurbeheerders. Hij hoopt dat de ontstane verbinding én waardering nu hun weg vinden naar de markt en de consument. Als het aan Albert Heijn ligt gaat dat ook lukken. Zo zegt Said Belhassan, bij Albert Heijn verantwoordelijk voor Aardappelen, Groente en Fruit, in het persbericht: “Wij zijn continu op zoek naar manieren om onze aardappelteelt te verduurzamen onder andere door de inzet van resistente rassen en het gebruik van minder bestrijdingsmiddelen. Naast deze initiatieven zochten onze telers nieuwe manieren om impact te maken op het gebied van natuurbeheer. Dankzij de inzet van boswachters en ecologen van Natuurmonumenten leveren ze een bijdrage aan een natuurlijk landschap. Deze gezamenlijke betrokkenheid maakt dat op een laagdrempelige manier wordt onderzocht hoe een bijdrage geleverd wordt aan boer, land en klant.”
Op het moment van tekenen van de samenwerkingsovereenkomst staat in de provincies Flevoland, Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland al ruim 20 kilometer akkerrand in bloei met geurende kruiden, grassen en zomerbloemen.
Dit artikel afdrukken
Volgens Albert Heijn is het "uniek dat boswachters en ecologen van Natuurmonumenten rechtstreeks met telers in gesprek gaan hoe zij op hun bedrijf de natuur een handje kunnen helpen".
Peter Leendertse van CLM, kennis- en adviesbureau op het gebied van landbouw, voedsel, natuur en milieu, onderschrijft en nuanceert dat. "Het allerleukst was eigenlijk dat de mensen van Natuurmonumenten ontdekten hoe veel de boeren al aan de natuur 'doen' en er mee bezig zijn," zegt hij. CLM stond aan de wieg van de samenwerking en bracht om te beginnen de 'nulsituatie' in kaart. Leendertse: "Er is niet één oplossing. Grond maakt uit, en de bebouwing natuurlijk, de regio kan anders willen". Eén van de boeren wilde graag een 'patrijzenrand'. Daar zijn planten voor nodig van verschillende hoogtes, die voedsel bieden en waar de patrijs zich met zijn jongen gemakkelijk in kan verschuilen.
Andere akkerbouwers wilden meer insecten en bestuivers, of specifieke planten die natuurlijke vijanden aantrekken zodat ze minder hoeven te spuiten. Natuurmonumenten wilde via de akkerranden verbindingen aanleggen naar de nabijgelegen natuurgebieden. Er werden dus 'op maat' zaaimengsels samengesteld omdat je het van de commerciële zaaimengsels niet moet hebben. Dat bleek vorige week al uit het bericht over 'pleegakkers'. "In sommige daarvan zitten zelfs uitheemse soorten", zegt Leendertse, "of planten waar boeren juist last van hebben."
Leendertse roemt de gretigheid waarmee de 35 betrokken telers hun kennis en ervaringen delen. "Die boeren weten echt wel wat ze doen", kreeg hij te horen van de oprecht verbaasde natuurbeheerders. Hij hoopt dat de ontstane verbinding én waardering nu hun weg vinden naar de markt en de consument. Als het aan Albert Heijn ligt gaat dat ook lukken. Zo zegt Said Belhassan, bij Albert Heijn verantwoordelijk voor Aardappelen, Groente en Fruit, in het persbericht: “Wij zijn continu op zoek naar manieren om onze aardappelteelt te verduurzamen onder andere door de inzet van resistente rassen en het gebruik van minder bestrijdingsmiddelen. Naast deze initiatieven zochten onze telers nieuwe manieren om impact te maken op het gebied van natuurbeheer. Dankzij de inzet van boswachters en ecologen van Natuurmonumenten leveren ze een bijdrage aan een natuurlijk landschap. Deze gezamenlijke betrokkenheid maakt dat op een laagdrempelige manier wordt onderzocht hoe een bijdrage geleverd wordt aan boer, land en klant.”
Op het moment van tekenen van de samenwerkingsovereenkomst staat in de provincies Flevoland, Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland al ruim 20 kilometer akkerrand in bloei met geurende kruiden, grassen en zomerbloemen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
'Oprecht verbaasde natuurbeheerders'. Het staat wat achteloos opgemerkt in het bericht hierboven.
Verbaasd, zijn ze, over wat boeren doen met natuur en hoeveel ze er van weten.
Ik wil niet stoken. Maar die verbazing is stuitend. En illustratief. Voor veel voorkomend autisme onder natuurbazen.
Bij mij vlak in de buurt heeft ook een akkerbouwer menig jaar aan akkerrandbeheer gedaan. Het eerste jaar prachtig natuurlijk. Het tweede jaar verschijnen er naast de bloemenpracht ook nogal wat onkruiden. Het derde jaar overheersen de onkruiden, waarna je genoodzaakt bent om de boel maar te maaien voordat de onkruiden in het zaad schieten. Het vierde jaar maaide de voornoemde akkerbouwer de akkerranden al preventief. Waarna er alleen nog grasgroei overbleef. Na nog een paar jaar grasrandbeheer als akkerrand is de bewuste akkerbouwer gestopt met akkerrandbeheer. De akkerranden zijn bij hem nu weer gewoon beteeld met akkerbouwgewassen. De praktijk rond akkerrandbeheer is wat anders dan wat er theoretisch van verwacht wordt.
Peter Leendertse, hoe moeten we de stellingname van Piet Hoogland interpreteren: verkeerd zaad?
Als je tuin niet bijhoudt is deze ook binnen de kortste keren vergrasd. Gras groeit nu eenmaal goed in Nederland. Het aanleggen is zo gebeurd alleen daarna het beheer en in stand houden is meer werk.
Veel mengsels verlopen; zo komen akkeronkruiden voor, daar waar het steeds omgeploegd wordt (en ook geoogst en natuurlijk bemest). Verstoring heet dat. Ik heb ooit in de jaren 70 de Beneluxlaan tussen Amsterdam en Amstelveen gezien; één schitterende wilde zooi van toortsen, teunisbloem, ossetong en wat al niet, over een grote breedte, een aantal (10?) km lang. Waarschijnlijk ingezaaid na grote werkzaamheden. Dat duurde een aantal jaren, en toen was het ook weer gras. Ik heb de kennis niet zo, maar, om dat weer terug te krijgen, zou er weer omgeploegd moeten worden, wat natuurlijk niet meer kon in een nette buurt.