Jonge hommelkolonies zijn in de stad succesvoller dan op het platteland. Ook honingbijen doen het in de stad beter dan hun wilde collega's. Ben je verbaasd? Toch is het heel logisch.
Het was wetenschappers van de University of London al langer opgevallen dat ze in de Londense binnenstad en in dorpskernen meer hommels aantroffen dan op het platteland. Dat was een goede reden voor een experiment. "We wilden weten hoe dat kwam: trokken de hommels naar de stad of waren kolonies in de stad succesvoller en konden die zich beter voortplanten?”, zegt biologe Ash Samuelson in De Morgen. De onderzoekers kweekten in het laboratorium 38 hommelkolonies, die ze vervolgens over het hele land uitzetten. Tien weken lang hielden ze bij hoe de kolonies zich ontwikkelden.
“We ontdekten dat hommelkolonies op het platteland aanzienlijk minder vruchtbare nakomelingen produceerden dan de kolonies in steden of dorpskernen”, aldus Samuelson. “We stelden ook vast dat de kolonies op het platteland kleiner zijn en minder voedsel bewaren - twee mogelijke oorzaken voor het verminderde reproductieve succes.” Als mogelijke oorzaken noemen de wetenschappers de moderne, intensieve landbouw met zijn kort bloeiende landbouwgewassen, en het gebruik van pesticiden. In steden zijn in parken en tuinen daarentegen het hele jaar door bloemen te vinden. "Ons onderzoek suggereert dat de hommels de stad als een schuilplaats kunnen gebruiken binnen het barre platteland. Beleidsmakers zouden de situatie daar kunnen verbeteren door wilde bloemen terug te brengen en het pesticidenverbruik terug te dringen.” Meer en langer bloeiende planten op het platteland lijken dus het antwoord.
De stad blijkt niet alleen voor hommels, maar ook voor honingbijen een goed toevluchtsoord. Le Figaro beschrijft de 700 stadsbijenkorven van Parijs, die met elkaar 35 miljoen bijen huisvesten. Vijftien bijen per Parijzenaar dus. Probleem daar: de succesvolle honingbij stoot zijn wilde neefjes die al in de stad waren komen wonen het brood uit de mond; of, beter gezegd, de nectar uit de bloemen. In Parijs komen 80 verschillende bijensoorten voor. Die moeten het allemaal doen met de in de stad aanwezige bloemen en planten. "We hebben het maximale aantal bijen berekend dat een stad-met-bloemen als Parijs kan huisvesten", zegt Isabelle Dajoz, hoogleraar ecologie aan de Universiteit van Parijs-Diderot. "Met alleen al de honingbijen is het plafond bereikt".
Hommelnestzoekactie
Daar komt bij dat de wilde bijen in veel kleinere kolonies leven dan de honingbijen en daardoor kwetsbaarder zijn voor pesticiden, plagen en slecht weer. Omdat ze weinig of geen honing opleveren zijn ze niet interessant voor imkers, en kunnen ze dus niet rekenen op bescherming van hun nesten.
Waar vind je die nesten eigenlijk?
Daar kun je dit weekend achter komen met een half uurtje observeren in je tuin. EIS Kenniscentrum Insecten, de Vlinderstichting en Naturalis organiseren namelijk dit weekend een hommelnestzoekactie. Speur een half uur lang een stuk van ongeveer 6 vierkante meter af en let daarbij op de hommels. Als die vaak in een bepaalde hoek verdwijnen kun je eens voorzichtig dichterbij gaan staan. Als je een nest vindt, kun je met de Herkenningshulp Hommels proberen vast te stellen welke soort het nest bewoont - je hebt bruinruggen, rood- en witkonten. Een foto is zeer welkom. Geef je waarnemingen in elk geval door aan eis@naturalis.nl en vul de vragenlijst in (ook al heb je geen hommelnest gevonden). Meer informatie over hommelnesten en de zoekactie is te vinden op de website van Naturalis.
Dit artikel afdrukken
Meer en langer bloeiende planten op het platteland lijken dus het antwoordHommels doen het beter in de stad
“We ontdekten dat hommelkolonies op het platteland aanzienlijk minder vruchtbare nakomelingen produceerden dan de kolonies in steden of dorpskernen”, aldus Samuelson. “We stelden ook vast dat de kolonies op het platteland kleiner zijn en minder voedsel bewaren - twee mogelijke oorzaken voor het verminderde reproductieve succes.” Als mogelijke oorzaken noemen de wetenschappers de moderne, intensieve landbouw met zijn kort bloeiende landbouwgewassen, en het gebruik van pesticiden. In steden zijn in parken en tuinen daarentegen het hele jaar door bloemen te vinden. "Ons onderzoek suggereert dat de hommels de stad als een schuilplaats kunnen gebruiken binnen het barre platteland. Beleidsmakers zouden de situatie daar kunnen verbeteren door wilde bloemen terug te brengen en het pesticidenverbruik terug te dringen.” Meer en langer bloeiende planten op het platteland lijken dus het antwoord.
De succesvolle honingbij stoot zijn wilde neefjes die al in de stad waren komen wonen de nectar uit de bloemenHoningbijen doen het goed in Parijs, maar verjagen wilde bijen
De stad blijkt niet alleen voor hommels, maar ook voor honingbijen een goed toevluchtsoord. Le Figaro beschrijft de 700 stadsbijenkorven van Parijs, die met elkaar 35 miljoen bijen huisvesten. Vijftien bijen per Parijzenaar dus. Probleem daar: de succesvolle honingbij stoot zijn wilde neefjes die al in de stad waren komen wonen het brood uit de mond; of, beter gezegd, de nectar uit de bloemen. In Parijs komen 80 verschillende bijensoorten voor. Die moeten het allemaal doen met de in de stad aanwezige bloemen en planten. "We hebben het maximale aantal bijen berekend dat een stad-met-bloemen als Parijs kan huisvesten", zegt Isabelle Dajoz, hoogleraar ecologie aan de Universiteit van Parijs-Diderot. "Met alleen al de honingbijen is het plafond bereikt".
Hommelnestzoekactie
Daar komt bij dat de wilde bijen in veel kleinere kolonies leven dan de honingbijen en daardoor kwetsbaarder zijn voor pesticiden, plagen en slecht weer. Omdat ze weinig of geen honing opleveren zijn ze niet interessant voor imkers, en kunnen ze dus niet rekenen op bescherming van hun nesten.
Waar vind je die nesten eigenlijk?
Daar kun je dit weekend achter komen met een half uurtje observeren in je tuin. EIS Kenniscentrum Insecten, de Vlinderstichting en Naturalis organiseren namelijk dit weekend een hommelnestzoekactie. Speur een half uur lang een stuk van ongeveer 6 vierkante meter af en let daarbij op de hommels. Als die vaak in een bepaalde hoek verdwijnen kun je eens voorzichtig dichterbij gaan staan. Als je een nest vindt, kun je met de Herkenningshulp Hommels proberen vast te stellen welke soort het nest bewoont - je hebt bruinruggen, rood- en witkonten. Een foto is zeer welkom. Geef je waarnemingen in elk geval door aan eis@naturalis.nl en vul de vragenlijst in (ook al heb je geen hommelnest gevonden). Meer informatie over hommelnesten en de zoekactie is te vinden op de website van Naturalis.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Het lijkt mij toch stug dat hommels en bijen het in een betonstad als bijvoorbeeld Genua, beter zouden hebben als op het platteland. Of zijn er dan nog minder bloemen op dat platteland? In het onderzoek is sprake van tuintjes, dus het zal wel om een bepaald soort steden gaan. In steden als Amsterdam is zelfs sprake van een stadsecologie, met allerlei gekke soorten.
Het lijkt erop dat insecten, net als wij mensen, ook aan urbanisatie doen.
Frank #1, De meeste stadstuinen van Parijs zie je niet vanaf de grond. Ze bevinden zich op de daken, en hun aantal groeit snel. De laatste tijd verschuift het accent naar stadslandbouw op de daken. Er was in november een documentaire op de Franse TV5 over deze daktuinen in Parijs. De Stadslandbouw vindt hoog boven de auto's en boulevards plaats. Volgens studies van AgroParisTech onderzoekers, hebben groenten en fruit uit deze tuinen verontreinigingsniveaus die gemiddeld 5 keer lager zijn dan de Europese normen. De plaatselijke horeca maakt er graag gebruik van. Bijen hebben echter meer aan parken met inheemse planten, bomen en struiken.
Hier staat ie: Sur les toits de Paris (Franstalig, 52 min.
#2, Jos vV. Dat kunnen een aantal soorten zijn, die mee kunnen komen met de menselijke activiteiten; de rest zal afhaken, genetisch ongeschikt. Het verbaast mij daarom, dat er in Parijs nog 80 soorten wilde bijen en hommels worden gevonden. Wil het misschien ook zeggen, dat insecticiden een veel grotere invloed hebben (op het platte land) dan we denken? Of wil het zeggen, dat we de stad als een toevluchtsoord kunnen beschouwen voor bestuivers ipv het 'buiten', en kan je daaraan dan een tevreden gevoel ontlenen?
#3 Joep G. In de film 'demain' zie je ook die daktuinen. Ik heb er vroeger in Amsterdam ook één gehad, maar mijn moeder was bang voor lekkage door het dak. Het is trouwens interessant om die ontwikkelingen te volgen; maatregelen zoals vergroening van daken kunnen het effect 'ilot de chaleur' in steden, bij hittegolven , verminderen, en het zou leuk zijn als het daarbij ook zoemt, fladdert en kwettert, en je ook wat oogst hebt en verbondenheid met de natuur. Mij lijkt de achilleshiel van dit alles energie en water. Het kost namelijk water om af te koelen en te kweken, dat moet je omhoog pompen, soms meer dan 60 etages. Slimme rekenaars, met zonne-energie (die dan ook nog eens straling afvangt) kunnen daarmee aan de slag; het water kan als hergebruikt (na de douche op etage 51) omhoog gaan ipv omlaag.
Het barste altijd van de bijen in mijn stedelijke achtertuin (nabij de stadsgrens) met veel bloemstruiken/kruiden. Dit jaar nauwelijks een bij gezien. In Zwitserland vorige week vielen me de bloeiende alpenweides op met eveneens opeens heel weinig bijen.
Het enige dat veranderd is in dit ene jaar, de enige factor die ik zie die veranderd is vergeleken met het jaar ervoor, is de introductie overal van 4G. Is daar een samenhang? Weet jij daar iets van Henk Tennekes ?