Kamerlid De Groot toont zich content.
Met beter voer, betere mest werken aan een gezonde bodem, daartoe dient deze motie die de kamer met algemene stemmen heeft aangenomen. #kringlooplandbouw pic.twitter.com/QWdaNKz9zy
— Tjeerd de Groot (@TjeerdD66) June 26, 2018
In dat geval Frans #12, krijgen ze ook in de zomer veel mest in de put. Opslaan tot volgend voorjaar is geen oplossing omdat ze deze hoeveelheid mest in het voorjaar nooit kwijt kunnen. Ze móeten in dat geval ook in de zomer uitrijden. Dat geeft bij bovengronds uitrijden grote problemen.
Een voorwaarde voor bovengronds uitrijden zou moeten zijn dat ze tenminste 150 dagen 24 uur per dag weiden.
Bennie Steveling #11. Dag en nacht weiden zou dan een voorwaarde moeten zijn. Maar de voorwaarde is 'ten minste 6 uur per dag gedurende 150 dagen'. Dit kan betekenen dat 90% van de mest op stal geproduceerd wordt.
Ik geloof dat ik weet wat de clou is van dat bovengronds uitrijden. Deze boeren moeten in de zomer dag en nacht weiden. Dan krijgen ze zomers geen mest in de put en hoeven ze ook niets uit te rijden. De problemen met bovengronds uitrijden in de zomer zoals ik hier eerder beschreven heb, hebben ze dan niet. Als ze ook nog vrij extensief zijn hebben ze in het voorjaar net voldoende mest in de put om in het voorjaar 20 tot 25 ton mest per ha te rijden.
Als ze eind maart de laatste mest uitgereden hebben kunnen ze de giertank achter de schuur zetten tot volgend jaar.
Frans Aarts,
"Maar dergelijke voorwaarden (zoals grotere opslagcapaciteit waardoor gewacht kan worden op gunstig weer, beperkingen weersomstandigheden) vind ik niet terug in de ontheffingsvoorwaarden m.b.t. het bovengronds uitrijden van mest, laat staan dat erop gecontroleerd wordt."
De opslagcapaciteit lijkt mij niet het belangrijkste punt, immers in het voorjaar op koude ondergrond uitrijden lukt altijd m.i. en bij bedrijven die veel weiden is de hoeveelheid mest die vervolgens tot 1 sept er bij komt gering.
Weersomstandigheden lijken mij moeilijk in de ontheffingsvoorwaarden vast te liggen vooral ook hoe ga je er achteraf als overheid op controleren.
Een belangrijker punt lijkt mij de fermentatie van de mest? Daardoor zou deze niet stinken en voor minder verbranding zorgen. Vraag is hoe fermenteer je drijfmest op een goede manier en hoe kun je dat in controleerbare en handhaafbare regelgeving vastleggen?
Bennie Stevelink (#6) verwoordt uitstekend waarom met name in de zandgebieden, uitgezonderd die in het noorden, vrijwel iedereen zodebemesting een verbetering vindt ten opzichte van bovengronds uitrijden. Dat grasland nu minder frequent hoeft te worden gespoten en gescheurd is daar duidelijk een gevolg van. En bij de buurvrouw kan de was gewoon weer aan de waslijn.
Wiebren van Stralen (#7) merkt op dat bovengronds uitrijden symbool staat voor een manier van boeren, die men milieuvriendelijker vindt. Los van de vraag of de veronderstelling 'milieuvriendelijker' juist is, is het is dan wel zo logisch die manier van boeren als voorwaarde te stellen. Maar dergelijke voorwaarden (zoals grotere opslagcapaciteit waardoor gewacht kan worden op gunstig weer, beperkingen weersomstandigheden) vind ik niet terug in de ontheffingsvoorwaarden m.b.t. het bovengronds uitrijden van mest, laat staan dat erop gecontroleerd wordt. Misbruik van deze mogelijkheid, inclusief het buren (weg)pesten, ligt dan voor de hand.