Albert Heijn maakte vandaag bekend dat een kwart van de Nederlandse gewassen in het groente- en fruitschap van Albert Heijn geteeld kan worden zonder gebruik van de 27 meest schadelijke bestrijdingsmiddelen. Dat is duidelijk geworden uit de resultaten van een meerjarig project dat Albert Heijn en Natuur & Milieu (N&M) hebben opgezet. Beide organisaties willen vanaf 2019 geen schadelijke bestrijdingsmiddelen meer gebruiken.

We vroegen Said Belhassan, die bij AH verantwoordelijk is voor de schappen met groente en fruit, wat die stap betekent. “We blijven ontwikkelen”, zegt hij. “We denken dat er meer kan dan het voldoen aan de certificeringseisen van een label.”

Albert Heijn heeft gekozen voor een aanpak die eerst de meest verkochte groente- en fruitsoorten laat voldoen aan de door het partnership van telers, AH en N&M gestelde reductiedoelen.

Die reductie is minstens zo vergaand als die van de andere supers, zegt AH. Waar mogelijk wil AH het echter beter doen en zal de Zaanse super zich met zijn telers verder ontwikkelen om nog beter te worden. Belhassan: “We zijn ambitieus. We willen geen bonus/malus-systeem zoals labelsystemen dat soms gebruiken. Daarbinnen mag soms een beetje meer van een ongewenst middel gebruikt worden als een ander maar lager is. Wij willen over ieder middel transparant kunnen zijn en laten zien dat onze telers en wij samen het laagst mogelijke gebruik per type gewasbeschermingsmiddel realiseren. Verrekensystemen verdoezelen dat.”

Maar ik garandeer je, er is geen teler die ontevreden is
En wie betaalt dat? Belhassan legt uit dat de investeringen door Albert Heijn en de telers samen gedragen worden. En wie betaalt het meest? “Dat verschilt van teelt tot teelt en van teler tot teler. Het is maatwerk dat we steeds in redelijkheid overeenkomen”, antwoordt Belhassan. “Maar ik garandeer je, er is geen teler die ontevreden is.”

Waarom investeren telers in meer dan de markt op dit moment verwacht? Belhassan: “Omdat ze in veel gevallen al jarenlang zaken met ons doen. Zeker nu realiseren ze zich dat we samen met hen blijvend het verschil kunnen maken naar de rest van de markt. Samen een sterke keten vormen die de consument verrast door altijd weer verdergaande kwaliteit en transparantie, daar hebben zowel telers als wij baat bij.”

Wie goed luistert, hoort Albert Heijn zeggen: we willen niet voldoen aan een norm, maar daar altijd op vooruit lopen. Dat méér kun je bij een ander die aan een label meewerkt dat je overal kunt vinden immers niet kopen.

En hoe weet de klant van dat ‘méér’ als het niet in de vorm van een milieulabel of sticker op de aardappelen, groente en fruit wordt geplakt, terwijl AH’s concurrenten daar juist wel voor kiezen? Belhassan: “Wij gaan daar blijvend heel transparant over communiceren, zodat consumenten het eerlijke verhaal over de pesticiden die onze telers gebruiken te horen krijgen. Geen label, maar de feiten. Soms zal ook blijken dat een lager middelengebruik niet lukt. Ook daar zullen we eerlijk over zijn.”

Voor de eerste fase van het project zijn in 2017 bij 17 van de in totaal 49 Nederlandse gewassen in het groente- en fruitschap pilots uitgevoerd. De pilot blijkt voor aardbeien, komkommers, paprika, prei, sperziebonen, tomaten, uien, penen en selderij geslaagd; in die teelten kan het gebruik van de schadelijke middelen worden weggelaten. Bij courgette, rucola, boerenkool, Chinese kool en sperzieboon bleek een pilot niet nodig. Voor die teelten werden de 27 meest schadelijke middelen al niet gebruikt. Dat betekent dat ruim een kwart van de gewassen in het groente- en fruitschap nu al geteeld kan worden zonder gebruik van de 27 bestrijdingsmiddelen. In 2018 en 2019 worden de pilots herhaald om te kijken of de resultaten standhouden. Daarnaast zijn er gewassen waarvoor nog geen pilot is uitgevoerd of waarop de eerste pilot nog niet succesvol was. In 2018 zal in partnership met telers en Natuur & Milieu verder worden onderzocht hoe die gewassen het beste zonder de meest schadelijke bestrijdingsmiddelen geteeld kunnen worden.
Dit artikel afdrukken