Het woord ‘boon’ in koffieboon is eigenlijk verkeerd gebruikt: koffie komt van een bes en de boon is een pit. Het fruit van de pit werd weggegooid als afval. Een enkele koffieboer dronk het, hooguit, zoals vroeger vissers de wangetjes van de kabeljauw aten. En zoals die wangetjes, de kibbeling, nu algemeen geliefd is, zo gaat het met de koffieschil ook. In die bolster zit drie tot vier keer meer cafeïne dan in de pit.

Vijf jaar geleden al waren enthousiaste jonge koffiebranders in Nederland gegrepen door de mogelijkheden van de schil. In Baarn, achter de winkel van Robert-Jan Zwart, de Golden Coffee Box, proefden wij thee van wat nog het meest op gedroogde cranberry’s lijken. Verschillende koffiebonen geven verschillende cascara’s. De aftreksels zien er uit als thee en ruiken naar tabak, naar spinazie of vaag komkommer. Ze zijn allemaal zoet, in verschillende gradaties. Wat een verrassing: koffie begint niet bitter, koffie is van zichzelf zoet.

In die tijd was de cascara hip in de VS en hot in Engeland. Inmiddels is de hele wereld overtuigd, schrijft het AD. De vraag naar de schillen is zo groot, dat een pond cascara inmiddels vijf keer meer kost dan een pond van de bonen. Starbucks heeft, in de VS, drankjes die zijn gezoet met cascarasiroop. Blue Bottle, eigendom van Nesté, heeft er een frisdrank van gemaakt.
Veel slapen zullen de drinkers niet. Volgens Bloomberg heeft cascara minder cafeïne dan koffie, maar dat is niet mijn ervaring. Vijf jaar gelden kostte het me, na de proeverij, een hele nacht. Slapen was onmogelijk.
Dit artikel afdrukken