Een foto van mijn grootvader die een paar jaar na de oorlog een varken slacht. Zijn enige gereedschap is een mes. Deze foto is interessant omdat de laarzen aan zijn voeten zo’n beetje de enig zichtbare fossiele brandstof is. Zelfs dat mes zal wel met de hand gesmeed zijn.

Een buitenlichtje boven het varken is een spoor van vooruitgang, maar mijn opa slachtte het varken waarschijnlijk buiten omdat het mooi weer is en in zijn werkplaats de lamp aan moest. Dat was in die tijd onnodige verspilling. Mijn opa had geen auto, hij heeft nooit in een vliegtuig gezeten.

Het varken was te voet of met paard en wagen opgehaald bij de boer. Grootgebracht was het dier met etensresten van de mens en gekookte aardappelen. Het vlees werd opgeslagen in de kelder; een koelkast of een vriezer was er niet en het vlees werd in het dorp verkocht.

Dit hele proces werd zonder enige vorm van fossiele energie volbracht, te voet en met de hand. Nog maar zeventig jaar geleden, het woord duurzaam was nog niet uitgevonden en reizen deed de man niet veel verder dan naar de Middelburgse markt. Iets om over na te denken.

Jos Hugense schreef deze tekst op zijn LinkedIn-pagina. De redactie van Foodlog vond de tekst te mooi om die geen breder publiek te gunnen.
Dit artikel afdrukken