100% natuurlijk. Het Beter Leven keurmerk. GMO-vrij voedsel. We lijken ons steeds bewuster te worden van onze eetgewoontes. We willen graag natuurlijke producten eten. En sommige mensen eten helemaal geen dierlijke producten meer.

Heel fijn natuurlijk. Maar waar komen deze gedachten over ons voedsel vandaan? Waarom vinden we natuurlijk voedsel beter dan kunstmatig eten? En waarom lijkt het eten van planten voor sommigen beter dan het eten van dierlijke producten?

Voordat we kunnen beslissen wat we willen met de toekomst van ons voedsel, moeten we weten hoe we eigenlijk precies denken over concepten als 'GMO' en 'natuurlijk', en 'dierlijk' tegenover 'plantaardig'. Wat houden ze in en waarom hebben ze zo'n grote waarde voor ons? Laten we, om daarachter te komen, een klein gedachtenexperimentje opzetten.

gedachtenexperiment levenloze dieren


Een gedachtenexperiment
Neem de volgende vraag: kunnen we het leven uit levende dieren fokken?

Sinds lange tijd worden dieren zo gefokt dat ze steeds meer gewin opleveren. Koeien zijn steeds meer melk gaan geven. Verschillende soorten vee hebben nu meer spier- en vetmassa dan vroeger. Schapen geven meer wol. Dit fokken lijkt te horen bij het natuurlijke proces van veehouderij. Ook al zijn de koeien die nu in de wei staan gigantisch veranderd ten opzichte van een paar eeuwen terug, we beschouwen onze melk en het vlees van de koe nog steeds als natuurlijk.

Kunnen we het leven uit levende dieren fokken?
Maar hoe ver zou je dit fokken door kunnen voeren? Neem bijvoorbeeld een kip. Kippen worden al zo gefokt dat ze steeds sneller en meer vlees opleveren. Je zou kunnen bedenken dat het nuttig is om kippen verder door te fokken op dit gebied: nog snellere groei, nog meer vlees, wellicht zelfs kleinere organen. Of sterker nog, met het oog op dierenleed, laten we de kip zo ver doorfokken dat het eigenlijk geen leven meer is of heeft. Dat wil zeggen, we behouden de delen van de hersenen die nodig zijn voor primaire activiteiten als groei. Maar alle andere delen fokken we weg. Daarnaast hebben de ogen geen functie meer. En de kip hoeft ook niet meer te lopen. Deze kunnen dus ook weggefokt worden. Wat overblijft? De kip als kleine vleesfabriek zonder gewaarwording of andere tekenen van leven. Oftewel: vlees zonder enige vorm van dierenleed. Kan dat?

Verschillende concepten spelen in dit gedachtenexperiment een belangrijke rol. Laten we er twee bekijken: het verschil tussen plantaardig en dierlijk leven, en het verschil tussen natuurlijke en kunstmatige producten.

buitenkip


Wat is 'leven'?
Ten eerste, leven. Wat is leven? En waarin verschilt het leven van een plant van dat van een dier? Over deze vraag is al ontzettend veel nagedacht en geschreven. Aristoteles bijvoorbeeld, een wijsgeer uit de klassieke Oudheid, maakte een onderscheid tussen drie soorten zielen: de vegetatieve, sensitieve en cognitieve ziel. De vegetatieve ziel is gericht op voeding, groei en voortplanting. De sensitieve ziel is gericht op de zintuigen, begeerten en beweging. En de cognitieve ziel is gericht op de rede. Mensen hebben alle drie de zielen. Zij eten en bewegen, en hebben redelijke vermogens. Dieren hebben alleen de eerste twee zielen. Planten hebben alleen een vegetatieve ziel. Het verschil tussen planten en dieren zit volgens Aristoteles dus in de soorten en hoeveelheid zielen die beide hebben. (Aristoteles, De Anima 3.9)

Uiteraard is dit idee sterk verouderd. De meeste mensen – zo niet alle mensen – geloven niet meer in een dergelijke driedeling van de ziel. Maar Aristoteles' theorie laat wel zien waar het punt van discussie zit: wat is het verschil tussen planten en dieren? En kunnen we dat verschil tastbaar maken, of is eerder sprake van een verloop? Het concept van 'leven' en hoe we dat interpreteren is dus van belang om te kijken of je een dier zou kunnen fokken richting een meer plantaardig bestaan.

100% natuurlijk?
Ten tweede, het natuurlijke versus het kunstmatige. Veel mensen denken dat natuurlijke producten beter zijn dan kunstmatige producten. ‘GMO’ lijkt intrinsiek gelijk te staan met ‘slecht’. Waar ligt de grens? Vlees van gefokte dieren wordt vaak gezien als een natuurlijk product. Maar hoe zit dat bij onze levenloze kip? Kunnen we hier nog steeds spreken van een natuurlijk product? Waar ligt de grens tussen natuurlijk en kunstmatig?

Hoe ziet een kip zonder leven eruit? Is het dan eigenlijk nog wel een kip?
Gevolgen van de levenloze kip
De concepten van leven en van natuurlijk versus kunstmatig spelen een grote rol in hoe we tegen ons voedsel aankijken. Bovenstaand gedachtenexperiment laat echter zien dat deze concepten wellicht niet zo scherp en afgebakend zijn als we vaak denken.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de consequenties van een dergelijk experiment. Praktisch gezien kun je je al afvragen of en hoe het mogelijk is om een levenloze kip te fokken. Hoe ziet een kip zonder leven eruit? Is het dan eigenlijk nog wel een kip?

Belangrijker nog zijn de ethische vragen. Hoe ver mag je gaan met fokken? Mag je eigenlijk wel het leven uit een dier fokken? Toont het respect voor dieren wanneer je het leven eruit fokt omdat ze dan geen pijn of angst meer kunnen voelen?

Het blijft een gedachte...
Het is natuurlijk lastig om je voor te stellen dat veeteelt ooit met levenloze dieren uitgevoerd zou worden. Zouden we dat ooit kunnen bereiken, en sterker nog, zouden we dat willen bereiken?

Dit gedachtenexperiment maakt echter wel duidelijk dat we wellicht beter na moeten denken over de concepten die we gebruiken. Wat is het verschil tussen dieren en planten; en waarom lijkt een natuurlijk product zoveel beter dan een kunstmatig product?

Pas als we op deze vragen een passend antwoord vinden, kunnen we aan de slag met een duidelijk voedselbeleid. Met of zonder levende dieren.
Dit artikel afdrukken