Op 21 februari 2018, twee dagen voor de grote landbouwbeurs Salon de l’agriculture, haalde President Emmanuel Macron zich de woede van vele Franse boeren op de hals. Macron waagt zich namelijk aan het hervormen van het Franse landbouwbeleid, een beleidsterrein waar vele voorgangers hun vingers niet aan durfden te branden. Met het aankondigen van deze hervormingen breekt Macron (deels) met het heersende gedachtegoed van industriële landbouw en zet hij een eerste stap richting de agro-ecologie. Zou President Macron dankzij deze maatregelen gezien kunnen worden als het nieuwe gezicht van de agro-ecologische evolutie? En wat zou deze ontwikkeling betekenen voor de aanpak van het wereldvoedselprobleem?

De agro-ecologische evolutie
De uitdaging om genoeg voedsel te produceren is meer urgent dan ooit. De huidige, op neoliberalisme geïnspireerde, industriële landbouw wordt onhoudbaar door een tekort aan fossiele brandstoffen en continuerende klimaatverandering, stelt Miguel Altieri, professor Agro Ecology aan de universiteit van Berkeley, in een interview. Daarnaast komt de industriële landbouw met name ten goede aan grote boeren en multinationals. Om alle monden op deze wereld te kunnen voeden op een politiek ethische én duurzame wijze zijn dus structurele systematische veranderingen nodig. Een agro-ecologische evolutie zou de oplossing kunnen bieden.

Wat is agro-ecologie? In een artikel uit 2011 stellen de wetenschappers Horlings en Marsden dat de agro-ecologie probeert om vanuit het bestaande kapitalistische systeem te werken naar een ecologisch gebalanceerd en economisch ontwikkeld systeem. Uiteindelijk zou landbouw georganiseerd moeten worden langs agro-food netwerken die ingebed zijn in lokale gemeenschappen. Dit betekent dat er sprake is van korte ketens waarin consumenten, producenten en ecologische effecten aan elkaar gelinkt zijn. Door het linken van deze actoren kunnen negatieve effecten vroeg gesignaleerd en aangepakt worden. Ook staat traditionele kennis van boeren over landbouw centraal. Wetenschappers zullen samenwerken met boeren om kennis te verzamelen, wetenschappelijk te bewijzen en vervolgens te delen met anderen.

Het voordeel van werken met lokale/kleinschalige landbouw is dat deze vorm meer divers en intensief is ten opzichte van grootschalige bedrijven. Kleinschaligheid staat garant voor een meer efficiënte omgang met hulpbronnen en minder verspilling. Daarentegen produceren grootschalige bedrijven vaak maar één of enkele soorten, waarbij zij veel verspillen en negatieve effecten op het milieu genereren. Een ander voordeel van deze lokale/kleinschalige landbouw is dat de boer minder afhankelijk is van externen en dat zijn/haar autonomie vergroot wordt. Ook zijn lokale systemen meer klimaatbestendig, omdat onder andere het gebruik van fossiele brandstoffen beperkt wordt. Bijkomend voordeel is dat lokale ketens zichtbaar zijn voor de consument, waardoor zij een duidelijke oorzaak – gevolg relatie kan zien en dus meer gemotiveerd wordt om duurzame maatregelen door te voeren.

President Macron zet een eerste stap in de goede richting
Maar wat heeft dit precies met President Macron te maken? Macron baseert de hervormingen van het Franse landbouwbeleid op drie pijlers. De eerste staat in het teken van het verhogen van het inkomen van boeren en het bieden van eerlijke prijzen. Volgens Macron moeten de voedselprijzen bepaald worden op basis van productiekosten, waardoor er een tegenwicht is tegen de vier grootste retailers die meer dan 90% van de voedselverkoop in handen hebben. Daarnaast worden kortingen op voedsel gelimiteerd en zal er meer gebruikt worden gemaakt van strategische plannen.

Macron wil een eind maken aan het gebruik van glyfosaat, een vermindering van het gebruik van pesticiden genereren en 50 procent organisch en lokaal geproduceerd voedsel realiseren
De tweede pijler staat in het teken van handelsbescherming voor Franse boeren. Sociale en ecologische beperkingen van Franse boeren zullen benadrukt worden in handelsovereenkomsten en Macron wil dat Frankrijk meer zelfvoorzienend wordt in de productie van plantaardige eiwitten. De derde pijler is gefocust op duurzaamheid. Macron wil een eind maken aan het gebruik van glyfosaat, een vermindering van het gebruik van pesticiden genereren en 50 procent organisch en lokaal geproduceerd voedsel realiseren.  

De hervormingen van het Franse landbouwbeleid door Macron zouden gedeeltelijk geclassificeerd kunnen worden als agro-ecologisch. De Franse President probeert namelijk vanuit het bestaande kapitalistische systeem naar een ecologisch gebalanceerd en economisch ontwikkeld systeem te werken. Macron wil een eerlijke prijs voor (lokale) boeren en tegelijkertijd de machtspositie van grote retailers verkleinen. Daarnaast streeft hij naar meer duurzaamheid, vermindering van pesticiden gebruik, meer zelfvoorziening in plantaardige eiwitten en een focus op lokaal geproduceerd voedsel.

Scaling up: hoe wordt een mondiaal probleem mondiaal opgelost?
De eerste stap naar de oplossing van het wereldvoedselprobleem wordt gezet door President Macron. De volgende stap is dat niet alleen Macron uitgaat van deze productiemethode, maar dat de agro-ecologische evolutie wordt overgenomen door vele anderen. Opschaling is nodig. Met opschaling wordt bedoeld dat agro-ecologische principes worden overgenomen door een groot aantal boeren en technische staf over een substantieel gebied, het liefst verspreid over de hele wereld. Het proces zal voortgang boeken wanneer boeren, gemeenschappen, wetenschappers en non-gouvernementele organisaties met elkaar samenwerken. Het opschalen van deze methode kan volgens de eerdergenoemde wetenschappers, Horlings en Marsden, plaatsvinden door drie dimensies te hervormen. Ten eerste moet het probleem van diversiteit en contextafhankelijkheid van de landbouwsector omgezet worden in een ecologische en sociale deugd. Ten tweede moet er een ‘enabling’ beleid bewerkstelligd worden en moeten nieuwe samenwerkingsverbanden worden aangegaan. Ten derde moet het onderzoek, de ontwikkeling en kennisuitwisseling in de landbouwsector opnieuw richting krijgen.

Om dit te bewerkstelligen zouden non-gouvernementele of multilaterale organisaties een meer verbindende rol moeten krijgen. Een voorbeeld van een organisatie die een dergelijke rol zou kunnen invullen is de ‘Food and Agricultural Organization’ (FAO; Voedsel en Landbouworganisatie) van de Verenigde Naties. De FAO zet zich in om honger de wereld uit te helpen en om landbouw, visserij en bosbouw meer duurzaam en productief te maken.
Daarnaast wil de organisatie armoede op het platteland tegengaan, inclusieve en efficiënte landbouw- en voedselsystemen creëren en een grotere weerbaarheid tegen bedreigingen en crises genereren. De huidige werkwijze van de FAO is in lijn met de doelen van de agro-ecologische evolutie. Zo gaat de FAO te werk als een informatienetwerk, waarbij zij informatie uitwisselt en een transitie probeert te maken naar duurzame ontwikkeling. Verder deelt de organisatie beleidsexpertise en ondersteunt zij publieke – private samenwerking om kleinschalige landbouw te bevorderen. Ten slotte stimuleert de FAO kennisdeling tussen kleinschalige projecten. Door middel van deze doelen en werkwijze zou de FAO een verbindende factor kunnen zijn tussen lokale boeren, wetenschappers en gemeenschappen wereldwijd en daarmee bijdragen aan de verspreiding van de agro-ecologische evolutie.

Conclusie
Zoals eerder gesteld, is de huidige, op neoliberalisme geïnspireerde, industriële landbouw geen geschikte productiemethode om te kunnen voldoen aan de wereldwijde vraag naar voedsel. Aan de ene kant komt de productiemethode met name ten goede aan multinationals en grote boeren. Aan de andere kant is de productiemethode ecologisch onhoudbaar, door een tekort aan fossiele brandstoffen en continuerende klimaatverandering. Methoden en systemen moeten drastisch veranderen om tot een politiek ethische én duurzame oplossing van het wereldvoedselprobleem te komen. De agro-ecologie biedt een oplossing door over te gaan op kleinschalige landbouw, gebruik te maken van lokale kennis en de ketens tussen consument, producent en ecologie te verkleinen. Ondanks de woede van Franse boeren, durft President Macron een eerste stap richting verandering te zetten en te kiezen voor een agro-ecologische productiemethode. Macron kan gezien worden als het nieuwe gezicht van de agro-ecologische evolutie. Hopelijk inspireert hij producenten, wetenschappers, en multilaterale en non-gouvernementele organisaties wereldwijd om deze productiemethode over te nemen, zodat het wereldvoedselprobleem het hoofd geboden kan worden.
Dit artikel afdrukken