image
Er komt dus nog meer van dit soort internationaal biggenvervoer, maar de PvdD schijnt het niet te interesseren in haar moties

Terwijl Nederlandse varkensboerenbelangenbehartigers elkaar in de haren zitten over de manier waarop ze moeten omgaan met hun vleesbelangenbehartiger, is er heel ander nieuws. Nederland wint weer eens van Duitsland.

Op prijs. Het Nederlandse (en Deense) big is veel goedkoper dan het Duitse. Gevolg is dat de Duitse biggenboeren wel in kunnen pakken. In sommige gevallen scheelt het wel bijna de helft! Hoera voor Nederland, want hoe krijg je het voor elkaar!

Nederland is straks samen met Denemarken de kraamkamer van biggen voor de rest van Europa. Dat is een primaire industrie, waar geen fluit in te verdienen valt. Daarom hebben we hier inmiddels alleen nog een noodlijdend Hoogoventje en al heel lang geen scheepsindustrie meer.

Daar zijn we goed in: iets zo efficient in grote ononderscheiden hoeveelheden maken dat we er geen fluit meer aan verdienen.

De biggen gaan naar Spanje, Italie, Duitsland en Frankrijk om daar goed te worden afgemest en te worden verwerkt tot vleeswaren met een hoge toevoegde waarde. Zij verdienen het geld aan onze biggen. Wij zitten met de financiële en echte shit én moeten het ook nog eens doen zonder fatsoenlijke vleeswaren.
Je trekt je haren uit je hoofd en vraagt je af wat bestuurders bedenken. De goede vleeswaren zijn te duur want ze moeten per dure vrachtauto, met nare CO2 uitstoot weer terugkomen uit de landen met 'exclusieve vleeswaren'. Een Nederlander koopt ze dus alleen voor op zondag en is voor de rest van de week gedoemd tot rommel omdat we hier te stom zijn om goede spullen te maken.

Merkwaardig: in de motielawine van de Partij van de Dieren was niet één motie te vinden die een voorstel deed om de Nederlandse vleesindustrie weer rendabel te maken. Krijg je dat voor elkaar, dan kun je immers weer dierwelzijn financieren.

Een kind kan het bedenken.
Dit artikel afdrukken