Nederlandse boeren zijn zeer gebrand op het behoud van de derogatie, een vrijstelling die hen in staat stelt om meer mest op het land te brengen dan Europese regels toestaan. NGO Dier & Recht pleitte in Brussel eerder deze week tegen verlenging van de vrijstelling. Ook het Brabants BurgerPlatform Minder Beesten toont zich bij monde van voorzitter Geert Verstegen voorstander van een radicale beleidswijziging en een warme sanering van de veehouderij in zijn provincie.
Brabant staat, samen met Noord-Limburg en Gelderland, als een vuurrode vlek op de kaart. Het is het meest veedichte gebied van de wereld. Deze gigantische veestapel zorgt voor ongezonde emissies en veel maatschappelijke overlast. Bovendien produceert al dit vee een enorm mestoverschot. Vijfentwintig jaar gelden trok de Brabantse Milieufederatie (BMF) al aan de bel. “Dit kan zo niet doorgaan. We moeten inkrimpen in plaats van doormodderen.” Maar het werd uiteindelijk doormodderen.
Nu zitten we met de gebakken peren. Water, lucht en bodem zijn sterk verontreinigd. Volksgezondheid en natuur zijn het kind van de rekening. We betalen in ons land €80.000,- om met extra gezondheidszorg iemands leven met één jaar te verlengen. Maar tegelijk gaan er, volgens recent onderzoek, elk jaar 12.000 mensen voortijdig dood. Alleen al door de slechte kwaliteit van de lucht.
Als we in 1990 hadden geweten, dat dit landbouwbeleid dergelijke funeste gevolgen zou hebben, dan zou daar iedereen faliekant tegen zijn geweest. Voor zoiets zou je immers nooit van zijn leven kiezen. Toch hebben we deze veestapel, mét alle ellende die eraan vast zit, hier stukje bij beetje laten groeien. Want dit landbouwbeleid is er niet dictatoriaal doorgejast. Nee, wij hebben als burgers van een democratisch land, domweg laten gebeuren dat het zo uit de hand liep.
We hebben de boeren een ‘license to produce’ gegeven. En daar zijn ze héél goed in geworden. De veehouderij is verworden tot een industrie. De grondstoffen worden tegen de laagste prijzen van overal en nergens geïmporteerd. De producten worden ‘vierkant verwaard’ en over de hele wereld geëxporteerd. En de emissies van dit productieproces en de onverkoopbare berg mest blijven hier achter. Die verpesten hier onze aarde, onze lucht en ons water. Voor nu en voor later. Het is een ‘license to pollute’ geworden.
Omdat we dit democratisch zo hebben laten ontsporen, moeten we dit ook democratisch weer rechtzetten en corrigeren. Dat betekent sanering. Liefst warme sanering. Want problemen die je samen laat ontstaan, moet je ook samen oplossen. Dat vraagt eerst om nieuw beleid. We gaan immers niet dweilen met de kraan open. Maar daarbij hoort een investering. Want een warme sanering van de sector kost geld. En het boordnodige herstel van de gezondheid van bodem, lucht en water gaat ook niet vanzelf.
Er is gelukkig een begin gemaakt. De provincie Noord-Brabant heeft de moed gehad, om ondanks de protesten vanuit de vee-industrie, de groei van het staloppervlak per saldo een halt toe te roepen. Tegelijk zijn er ook vergaande maatregelen afgekondigd om de stikstof-emissie te beperken. En men zet in op de transitie naar een nieuwe circulaire landbouw, waarin de natuurlijke balans wél bewaard wordt.
Nu is Brussel aan zet. De Europese Commissie stelt grenzen aan de hoeveelheid mest die over het land mag worden uitgereden. Uitgedrukt in stikstof is dat 170 kg per hectare. Voor Nederland en enkele andere regio’s in de EU gelden uitzonderingen. Daar mag 230 kg per ha worden uitgereden. Brussel stelt deze uitzondering voor melkveehouders, de zogenoemde ‘derogatie’, telkens voor vier jaar vast. En als ze dat nu weer doen, zou dat betekenen dat ze tekenen voor behoud van ellende. Want de druk op de leefomgeving neemt verder toe. En de gezondheid van bodem, lucht en water duikt dan nog verder in de min.
De Europese Commissie lijkt te overwegen om Nederland nu toch weer voor vier jaar derogatie te verlenen. Dat is niet te begrijpen. Juist nu Rijk en Provincie op een koerscorrectie studeren en subsidie toekennen om de sanering van de veehouderij op gang te brengen, zou Brussel weer extra vervuilingsrechten toekennen. Wij mogen en kunnen dat niet langer laten gebeuren.
Geert Verstegen, voorzitter
Brabants BurgerPlatform Minder Beesten
Het Brabants BurgerPlatform Minder Beesten is een netwerk van lokale groepen waaronder: ABC Milieugroep (Baarle-Nassau, Alphen, Riel); Behoud Leefbaarheid Molenakkers (Moergestel); Behoud ‘t Halsterslaag en Wouw; Benegora (Woensdrecht); Bernhezer Buitenwacht; Bewoners Oirschot-De Beerzen; Bewonersgroep Hilvarenbeek; Chijnsgoed in Gevaar (Maarheeze); Groen en Heem (Valkenswaard); Groen Graspeel; Groen Kempenland; Houd Heeze-Leende Leefbaar (Sterksel); Leefmilieu Veghel-Erp; Mens, Dier en Peel; Milieuvereniging Land van Cuijk; Milieuwerkgroep Kempenland; Reactiegroep de Bleieven (Sint Oedenrode); Stichting Tegengas (Sint Oedenrode); Stop de Mestfabriek (Landhorst); Stop de Stank (Deurne); Werkgroep Behoud de Peel.
Dit artikel afdrukken
Nu zitten we met de gebakken peren. Water, lucht en bodem zijn sterk verontreinigd. Volksgezondheid en natuur zijn het kind van de rekening. We betalen in ons land €80.000,- om met extra gezondheidszorg iemands leven met één jaar te verlengen. Maar tegelijk gaan er, volgens recent onderzoek, elk jaar 12.000 mensen voortijdig dood. Alleen al door de slechte kwaliteit van de lucht.
Als we in 1990 hadden geweten, dat dit landbouwbeleid dergelijke funeste gevolgen zou hebben, dan zou daar iedereen faliekant tegen zijn geweest. Voor zoiets zou je immers nooit van zijn leven kiezen. Toch hebben we deze veestapel, mét alle ellende die eraan vast zit, hier stukje bij beetje laten groeien. Want dit landbouwbeleid is er niet dictatoriaal doorgejast. Nee, wij hebben als burgers van een democratisch land, domweg laten gebeuren dat het zo uit de hand liep.
We hebben de boeren een ‘license to produce’ gegeven. En daar zijn ze héél goed in geworden. De veehouderij is verworden tot een industrie. De grondstoffen worden tegen de laagste prijzen van overal en nergens geïmporteerd. De producten worden ‘vierkant verwaard’ en over de hele wereld geëxporteerd. En de emissies van dit productieproces en de onverkoopbare berg mest blijven hier achter. Die verpesten hier onze aarde, onze lucht en ons water. Voor nu en voor later. Het is een ‘license to pollute’ geworden.
Omdat we dit democratisch zo hebben laten ontsporen, moeten we dit ook democratisch weer rechtzetten en corrigeren. Dat betekent sanering. Liefst warme sanering. Want problemen die je samen laat ontstaan, moet je ook samen oplossen. Dat vraagt eerst om nieuw beleid. We gaan immers niet dweilen met de kraan open. Maar daarbij hoort een investering. Want een warme sanering van de sector kost geld. En het boordnodige herstel van de gezondheid van bodem, lucht en water gaat ook niet vanzelf.
Er is gelukkig een begin gemaakt. De provincie Noord-Brabant heeft de moed gehad, om ondanks de protesten vanuit de vee-industrie, de groei van het staloppervlak per saldo een halt toe te roepen. Tegelijk zijn er ook vergaande maatregelen afgekondigd om de stikstof-emissie te beperken. En men zet in op de transitie naar een nieuwe circulaire landbouw, waarin de natuurlijke balans wél bewaard wordt.
Nu is Brussel aan zet. De Europese Commissie stelt grenzen aan de hoeveelheid mest die over het land mag worden uitgereden. Uitgedrukt in stikstof is dat 170 kg per hectare. Voor Nederland en enkele andere regio’s in de EU gelden uitzonderingen. Daar mag 230 kg per ha worden uitgereden. Brussel stelt deze uitzondering voor melkveehouders, de zogenoemde ‘derogatie’, telkens voor vier jaar vast. En als ze dat nu weer doen, zou dat betekenen dat ze tekenen voor behoud van ellende. Want de druk op de leefomgeving neemt verder toe. En de gezondheid van bodem, lucht en water duikt dan nog verder in de min.
De Europese Commissie lijkt te overwegen om Nederland nu toch weer voor vier jaar derogatie te verlenen. Dat is niet te begrijpen. Juist nu Rijk en Provincie op een koerscorrectie studeren en subsidie toekennen om de sanering van de veehouderij op gang te brengen, zou Brussel weer extra vervuilingsrechten toekennen. Wij mogen en kunnen dat niet langer laten gebeuren.
Geert Verstegen, voorzitter
Brabants BurgerPlatform Minder Beesten
Het Brabants BurgerPlatform Minder Beesten is een netwerk van lokale groepen waaronder: ABC Milieugroep (Baarle-Nassau, Alphen, Riel); Behoud Leefbaarheid Molenakkers (Moergestel); Behoud ‘t Halsterslaag en Wouw; Benegora (Woensdrecht); Bernhezer Buitenwacht; Bewoners Oirschot-De Beerzen; Bewonersgroep Hilvarenbeek; Chijnsgoed in Gevaar (Maarheeze); Groen en Heem (Valkenswaard); Groen Graspeel; Groen Kempenland; Houd Heeze-Leende Leefbaar (Sterksel); Leefmilieu Veghel-Erp; Mens, Dier en Peel; Milieuvereniging Land van Cuijk; Milieuwerkgroep Kempenland; Reactiegroep de Bleieven (Sint Oedenrode); Stichting Tegengas (Sint Oedenrode); Stop de Mestfabriek (Landhorst); Stop de Stank (Deurne); Werkgroep Behoud de Peel.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Het complete beleid is gebaseerd op we doen A en verwachten dat B gebeurd.. Maar B staat niet in het beleid en houden we onder de pet naar de mensen toe die het uit moeten voeren. Bezwaar maken tegen de derogatie is hetzelfde geval.. Vol op A inzetten om B voor elkaar te krijgen maar misschien gebeurd dat wel niet door de innovatiekracht van de sector en blijven er gewoon evenveel dieren zitten en staat de schoorsteen bij DSM te roken voor de productie van extra kunstmest. Derogatie is juist erg belangrijk m het gebruik van fossiele energie in de landbouw terug te dringen.
Mest is een veel moeilijker te managen meststof dan kunstmest; de kans op verliezen eruit dus groter. De EU-standaardnorm van 170 kg N/ha uit mest gaat ervan uit dat de meststof conform ‘goede landbouwpraktijk’ wordt gebruikt. Uit milieuoverwegingen is, onder voorwaarden, 250 kg N/ha beter. Bij een veebezetting die leidt tot een productie van 250 kg N/ha in mest is de aanvoer met krachtvoer-P ongeveer gelijk aan de afvoer van P als melk en dieren. P-evenwicht dus, zodat geen kunstmest-P nodig is. Bovendien is dan veel minder kunstmest-N nodig. In principe is ook de Europese Commissie een voorstander van deze zogenaamde derogatie. Maar dan moet de mest zodanig worden gebruikt dat er minder uit verloren gaat dan bij ‘goede landbouwpraktijk’. ‘Excellente landbouwpraktijk’ is dan voorwaarde, opgelegd in de vorm van een aantal voorschriften die naar letter en geest moeten worden nageleefd. En daar gaat het mis in Nederland. Veel boeren, aanpalend bedrijfsleven en organisaties kunnen of willen niet aan die voorschriften voldoen. Steeds als derogatie werd toegekend, voor een nieuwe periode van 4 jaar, bleken de voorwaarden snel vergeten. De noodzakelijke excellente landbouw werd door te veel boeren niet gepraktiseerd door o.a. de bemesting niet te baseren op een weloverwogen bemestingsplan op perceelniveau, dat ook als zodanig moest worden uitgevoerd(verplicht), het tijdstip van bemesting niet afhankelijk te laten zijn van de gewasbehoeften maar van de datum waarop de wet toestond de put leeg te maken, bemestingen niet correct te registreren (verplicht) en groenbemesters niet vakkundig te telen (verplicht). Bovendien werden door mestfraude veel percelen zwaar overbemest. De landbouworganisaties kan verweten worden de voorwaarden van de Europese Commissie nauwelijks onder de aandacht te hebben gebracht bij hun leden, niet te hebben aangedrongen op correcte naleving ervan, soms bij onze rijksoverheid aangedrongen te hebben op het afwijken daarvan (oprekken periode uitrijden) en de gerealiseerde milieuprestaties veel te gunstig voor te stellen. De overheid heeft nagelaten voldoende en tijdig te controleren en mogelijk ook de boeren te informeren.
Ik kan me voorstellen dat men in Brussel concludeert dat wij hebben laten zien niet in staat te zijn tot excellente landbouw, niet het gidsland te zijn dat wij pretendeerden te zijn. (Schaam)rood dus voor ons. Persoonlijk hoop ik op geel. We betuigen onze diepe spijt en vragen deemoedig een laatste kans controleerbaar te laten zien dat excellente landbouw inderdaad in ons vermogen ligt, zoals we zo graag beweren. Lukt het ons weer niet, door onkunde of onwil, dan hoort het over en uit te zijn.
Geert wat sla je de plank mis. En je weet het zelf ook. Je bent dermate milieukundig onderlegd dat jij weet dat derogatie op grasland een oplossing is in plaats van een probleem. Voor milieu, grondwaterkwaliteit, biodiversiteit, koolstofvastlegging etc. en wetenschappelijk onderbouwd. Derogatie is geen recht tot vervuiling, het gaat vervuiling tegen.
Maar het doel 'minder beesten' is dermate heilig (en dat snap ik anders word je niet voorzitter van een platform minder beesten) dat werkelijk elk middel word aangegrepen om dat te bewerkstelligen. Jij weet ook dat met het verdwijnen van de derogatie het mestprobleem dermate vergroot word dat bedrijven compleet vastlopen en de sanering verder word opgejaagd. Om dan een oproep te doen tot een warme sanering vind ik hypocriet.
Jos de consument de maatschappij heeft altijd wel een puntje.
Het gaat erom hoe gaan we er mee om en hoe komen we eruit op redelijke argumenten.
Als de maatschappij zaken graag veranderd ziet, er zijn vanuit kennis mogelijkheden, en we kunnen er met elkaar goed van leven wat let ons? iedereen blij.
Een voorbeeld van hoe wij in Nederland met derogatie-voorwaarden omgaan. LTO en andere boerenorganisaties verzoeken de overheid de uitrijperiode van mest op te rekken, omdat het in de voorgaande maanden bovengemiddeld nat, droog of anderszins is geweest. De overheid is verplicht een dergelijk verzoek voor te leggen aan haar wetenschappelijke adviescommissie Technische Commissie Bodembescherming (TCB). De leden van die commissie zijn internationaal hoog gewaardeerde wetenschappers die ook regelmatig voor de Europese Commissie werkzaam zijn. De TCB adviseert keer op keer negatief: honoreren van het verzoek is te schadelijk voor het milieu. Gewassen worden bij oprekken onvoldoende in staat geacht de stikstof in de mest op te nemen, waardoor teveel uit zal spoelen als nitraat en niet voldaan kan worden aan de doelen van de Nitraatrichtlijn. De overheid negeert het TCB-advies eerst stelselmatig en heft dan de TCB op. Probeer de logica daarvan maar eens uit te leggen in Brussel.