Door heel Frankrijk trekken ze jaarlijks het bos in, de hei of het veld op. De vogeltellers, die op vaste plekken gaan kijken en luisteren welke vogels er voorkomen. Ze noteren zorgvuldig het gezang van leeuwerik, nachtegaal of koekoek, en pluizen het achtergrondkoor van zangvogels als puttertjes, geelgorzen, sijsjes maar ook kwartels en torenvalken uit elkaar.

Al die vogels, die met elkaar het geluidsdecor van het platteland vormen, blijken te verdwijnen. Niet over 20 of 50 jaar, nee, nú. Uit onderzoek door vogeltellers blijkt dat in 15 jaar een derde van de de akker- en weidevogels is verdwenen. Dat rapporteert het Muséum national d'histoire naturelle dat de vogeltellingen verzamelt die zowel amateurs als professionals jaarlijks aanleveren in het kader van het programma Stoc (Suivi temporel des oiseaux communs, in het Nederlands: 'Periodieke telling van algemeen voorkomende vogelsoorten'). Die vogeltelling vindt ieder jaar op dezelfde plek en rond dezelfde tijd plaats en richt zich op 4 grote vogelfamilies: de algemene vogels die overal voorkomen en de specialisten die zich op het boerenland, in de bossen of de steden ophouden.

In de grote graangebieden kan het voorjaar van 2018 wel eens een 'stille lente' worden"
"Sinds de jaren '90 zien we een constante afname van de vogels in landbouwgebieden", zegt Frédéric Jiguet, coördinator van het Stoc-programma. Uit al langer lopende tellingen in bijvoorbeeld Groot-Brittannië en Zweden doemt een vergelijkbaar droevig stemmend beeld op. "Van de leeuwerik, de grasmus en de ortolaan is in Frankrijk 1 op de 3 exemplaren verdwenen", aldus Jiguet. Voor de patrijs geldt dat zelfs voor 8 op de 10. Valt de teruggang in de steden of bossen minder op, op het platteland is sprake van een ronduit alarmerende situatie. "In de grote graangebieden kan het voorjaar van 2018 wel eens een 'stille lente' worden", zeggen de wetenschappers, verwijzend naar het boek van de Amerikaanse ecoloog Rachel Carson van 55 jaar geleden: Silent Spring.

Mert name neonicotinoïden
Volgens de onderzoekers moet de oorzaak van de teloorgang gezocht worden in het gebruik van pesticiden, met name neonicotinoïden. Die zorgen voor een enorme teruggang in het aantal insecten, waar vooral de jongen onder lijden. Maar ook de schaalvergroting van de landbouw speelt een rol waardoor de biodiversiteit afneemt en vogels minder gemakkelijk aan eten kunnen komen. Groenbemesting (en die niet doodspuiten maar onderploegen), overstappen naar biologische teelt en braakligging zijn volgens Jiguet manieren om het tij te keren. Maar wie gaat dat opbrengen als de hele agrarische sector zwaar onder druk staat door de economische vereisten?

"We moeten ons absoluut zorgen maken over de biodiversiteit", benadrukt Frédéric Jiguet. Niet alleen om akkers en velden 'levend' te houden, maar ook om haar sterke culturele dimensie. "Je wilt toch niet dromen van een gebied waar je alleen nog het gekras van een paar kraaien, het gekoer van duiven of het gekrijs van eksters hoort?"
Dit artikel afdrukken