Kringlooplandbouw brengt als het ware de landbouw door akkerbouw, veeteelt en het hergebruik van organische restmaterialen - waaronder zelfs menselijke ontlasting - weer bij elkaar in een zo gesloten mogelijke cyclus. Zo was het tot ver in de negentiende eeuw nog en zelfs tot een eind de 20e in. Later specialiseerden boerenbedrijven zich om zoveel mogelijk output bij zo laag mogelijke kosten te produceren. Omdat dat ecologische kosten met zich meebrengt die we tegenwoordig in geld uitdrukken, willen we nu weer terug naar vroeger, maar dan op een manier die past bij de 21e eeuw. Mag ik dat zo zien?

De grote oorzaak dat die kringloop niet altijd gesloten is, is innovatie: kunstmest is zo goedkoop geworden dat dierlijke en menselijke mest niet meer de waarde hebben uit de 19e eeuw
Bij kringlooplandbouw probeer je inderdaad de productie circulair te maken, in een gesloten kringloop zonder dat er iets aan materialen weglekt. Waarbij het woord Economie in Circulaire Economie vooral staat voor volkshuishouding, zoals in de zin “de Italiaanse economie draait niet goed want...”.

Wel bestrijd ik dat specialisatie hier de grote boosdoener is. Het kan wel zijn dat die is doorgeschoten omdat de handel in afval of bijproducten gepaard gaat met transactiekosten, maar de grote oorzaak dat die kringloop niet altijd gesloten is, is innovatie: kunstmest is zo goedkoop geworden dat dierlijke en menselijke mest niet meer de waarde hebben uit de 19e eeuw. Voedsel is zo goedkoop geworden dat het geen probleem lijkt om er behoorlijk wat van weg te gooien, of zoals bij orgaanvlees, van het menu af te voeren.

Een econoom vindt die innovatie prima, daar zijn we welvarender van geworden. Dat het dan toch een economisch probleem is komt omdat de markt mogelijk niet altijd goed werkt: grondstoffen raken op termijn uitgeput en zijn misschien onvervangbaar, of ze zijn door geopolitiek gedoe niet meer bereikbaar. Ze zijn momenteel blijkbaar te goedkoop. Fosfaat is wellicht een voorbeeld. Of de veroorzakers van het afval betalen daar niet de kosten voor en veroorzaken schade: dat zie je bij mest waar we teveel van produceren. Of bij voedselverspilling; dat zou niet zo erg zijn ware het niet dat ook de productie daarvan gepaard gaat met milieukosten waar niemand de rekening van betaalt. Zonder die verspilling zou onze CO2 uitstoot fors kleiner zijn. En ook in de Deel-economie vind je voorbeelden. Als stilstaande auto’s veel gratis schaarse parkeerruimte in de stad innemen waar kinderen hadden kunnen voetballen, dan is een deeltijd-auto wel zo aantrekkelijk.

Een stelling: kringlooplandbouw vraagt een geheel nieuw organisatiemodel. Of je het nou meer of minder omvattend definieert als een recycling van organische materiaalstromen om voedsel te produceren, die stelling blijft gelden. Een akkerbouwer en een veeboer, het rioleringsbedrijf en de tuinbouw en de bakker, bierbrouwer, varkensboer en akkerbouwer krijgen een heel directe relatie waarin ze organisch materiaal met zo weinig mogelijk energiegebruik aan elkaar moeten zien door te geven om het nuttig te gebruiken. Het belang komt opeens daar te liggen, waar het op dit moment economisch gezien helemaal niet ligt. Het komt als het ware terecht in de schakels tussen de bedrijven zoals we die nu kennen. Sterker nog: in het geheel van die schakels.

De ideale organisatievorm is een gevolg van prijzen in de economie. Dus let op die prijzen, en ga niet een bepaalde organisatievorm aanprijzen zonder die uit de prijzen af te leiden
Die stelling dat er een directe relatie moet komen is aanvechtbaar. Voor een deel kun je het probleem oplossen door de markten beter te laten werken: zorg dat de grondstoffen of het afval die verkeerd geprijsd zijn, de goede prijs krijgen. Daar ligt een taak voor de overheid, zeker als bedrijven samen er niet uitkomen om bijvoorbeeld een statiegeldsysteem op plastic flesjes in te voeren. Of als veevoerfabrieken geen statiegeldsysteem invoeren op mineralen, zodat boeren de drijfmest weer kunnen inleveren en er geen fraude wordt uitgelokt.
Bedrijfsleven (“de markt”) kan dan wel bepalen wat de beste actie is, daar heeft de overheid onvoldoende zicht op en niet altijd de goede instrumenten. Het kan zijn dat het afval verdwijnt. Het kan zijn dat er nieuwe markten ontstaan. Honderd jaar geleden ontstonden zo de destructiebedrijven want kadavers mochten vanwege besmettelijke dierziekten niet meer in een pestbosje worden begraven.

En het kan inderdaad zijn dat bedrijven elkaar opzoeken en kassen gebouwd worden naast een fabriek die zijn warmte of CO2 kwijt moet. Of zoals bij de oude spoelingslandbouw rond Schiedam boeren een bedrijfssysteem hebben dat draait op de bijproducten van de jeneverindustrie. Soms moet je daarvoor dicht bij de fabriek zitten, soms zoals bij pulp of bierbostel is het ook goed transporteerbaar over langere afstand. Soms moet je wetgeving aanpassen zodat beendermeel en swill (restaurantafval) onder controleerbare omstandigheden weer de voedselketen in kunnen.
Kortom: de ideale organisatievorm is een gevolg van prijzen in de economie. Dus let op die prijzen, en ga niet een bepaalde organisatievorm aanprijzen zonder die uit de prijzen af te leiden.

Toch hoor ik je niet ontkennen dat het duurzaamheidsbelang economisch gezien nog nauwelijks eigenaren heeft, terwijl de bestaande, gespecialiseerde belanghebbenden de facto nogal onduurzaam werken. Neem een supermarkt. Die moet zich in de nieuwe kringloopeconomie niet meer afvragen of z’n vlees wel sterren van de Dierenbescherming heeft, de groenten Milieukeur/Planet Proof en of er wel MSC op de vis staat. Marketeers zullen zich idealiter moeten gaan richten op de vraag of de boerenkool, het brood, de kaas en de rookworst wel uit de meest energiezuinige cyclus van plant, dier, mens en hun mest en andere resten komt voor de situatie van een winkel in bepaalde context. Hoe zal de nieuwe duurzame economie van de kringlooplandbouw zich volgens jou ontwikkelen: transformeren de oude bedrijven zich tot nieuwe samenwerkingsverbanden die zich helemaal gaan storten op hun verbindingen of ontstaan er nieuwe die die verbindingen creëren?

Duurzaamheid heeft inderdaad geen eigenaar. En het ingewikkelde is dat prijzen nu dus geen goede indicator meer zijn voor ons handelen
Duurzaamheid heeft inderdaad geen eigenaar. En het ingewikkelde is dat prijzen nu dus geen goede indicator meer zijn voor ons handelen, dat was vroeger een stuk simpeler, als je op de prijs lette dan deed je het vanzelf goed. En dus verzinnen we allerlei duurzaamheidsschema’s waarmee het leven voor de inkoopmanager en de consument niet simpeler wordt. Maar beter iets dan niets. En nu de overheid CO2 of mest deels wel beprijst, wordt het dus echt ingewikkeld. In de jaren 50 hadden we een LEI dat kostprijzen berekende van landbouwproducten als richtsnoer voor markt en overheid. Ik ben er warm voorstander van dat we dit opnieuw invoeren voor duurzame prijzen, zoals Eosta bijvoorbeeld op zijn verpakking zet.
In sommige gevallen zul je zien dat bestaande bedrijven het wel oppakken en inspelen op veranderende marktverhoudingen. In andere gevallen zijn het nieuwkomers. Dat zie je met name bij de vegetarische eiwitproducten waar men probeert de lange keten van productie van dierlijke eiwitten te omzeilen en zo te besparen op grondstoffen. De biefstuk zal blijven maar het frietje kapsalon zal gemaakt worden uit plantaardig eiwit of van een bijproduct van de melkproductie.

Is het reëel te verwachten dat de vrije markt ‘biologisch’ gezien - we hebben het immers over de biobased economy waarin het accent ligt op het voortdurend omzetten van organisch materiaal - de meest optimale verbindingen tot stand zal brengen? Zo nee, welk beleid moet de overheid, die in dat geval een publieke taak heeft, ontwikkelen?

Het huidige systeem zit vast in het oude denken en heeft te weinig transformatiecapaciteit om het systeem zelf te vernieuwen. Daar heeft de overheid dus een rol
Nee dat is niet reëel. Het huidige systeem zit vast in het oude denken en heeft te weinig transformatiecapaciteit om het systeem zelf te vernieuwen. Daar heeft de overheid dus een rol, maar die heeft het ook lastig want die is zelf onderdeel van dat systeem. Als je, ik noem maar wat, het GLB in het parlement alleen door de landbouwspecialisten en niet door de klimaat- of milieuspecialisten laat bespreken terwijl dat deels wel de rechtvaardiging van die subsidies is, dan maak je niet die nieuwe verbindingen. Een andere reden is dat we ook nu weer kijken naar de huidige landbouw, maar misschien is het voor het sluiten van kringlopen in bijvoorbeeld de chemie wel zinvol dat ze deels overschakelen op biomassa als bron. Daarvoor moeten sectoren met elkaar gaan samenwerken die dat niet gewend zijn. Ook die systeeminnovatie vraagt om een rol van de overheid. Maar je ziet dat het denken over voedselsystemen en voedselbeleid en Biobased-economy wel opgang maakt. Er is hoop.

We horen overal dat we haast hebben met die duurzame bedrijvigheidsmodellen en dus ook die op het gebied van de kringlooplandbouw. Ik durf te vermoeden dat forse en vooral risicovolle investeringen nodig zijn omdat niet te overzien valt hoe die nieuwe biobased kringloop-econome zich precies vormt. Denk je dat er voldoende kapitaal beschikbaar zal zijn voor om de gewenste verbindingen tot stand te brengen? Dat vraag ik zo, omdat de ex-bankier in me zegt dat kapitaal liever investeert op plekken waar het snelst geld te verdienen valt. Geld en de gewenste verbindingen volgen niet noodzakelijk hetzelfde spoor, zelfs niet in een context waar voldoende overheidsbeleid een zetje geeft.

Het probleem zit meer bij bedrijven die in de oude systemen hebben geïnvesteerd en die “stranded assets” niet willen afboeken maar liever nog een poosje tegen afbraakprijzen doordraaien en zo het nieuwe blokkeren
Mijn inschatting is dat er kapitaal genoeg is in de wereld. Centrale banken hebben in de crisis heel veel geld in de economie gepompt en de rente is erg laag. Dat geld is op zoek naar een rendabele bestemming. Als we als overheid of samenleving dus duidelijkheid scheppen over waar we naar toe willen dan kunnen we ook markten voor duurzame producten creëren die de vanzelf investeringen oproepen waar financiers voor in de rij willen staan. Denk aan een aankondiging dat vanaf 2030 er alleen elektrische auto’s verkocht mogen worden, of dat diesel de binnensteden niet meer in mogen. Dat schept duidelijkheid en creëert een markt voor elektrische auto’s waardoor fabrikanten geld op kunnen halen bij investeerders. Nieuwe spelers lijken dan ook vrij gemakkelijk geld op te halen. Het probleem zit meer bij bedrijven die in de oude systemen hebben geïnvesteerd en die “stranded assets” niet willen afboeken maar liever nog een poosje tegen afbraakprijzen doordraaien en zo het nieuwe blokkeren.

De oude economie zit de nieuwe in de weg zeg je eigenlijk. Ik heb een gewetensvraag. Ook jij weet dat bijvoorbeeld vliegverkeer een enorm lek in het duurzame systeem is. Ook elektrische auto’s zijn een doekje voor het bloeden, vooral omdat het maar de vraag is of we ooit voldoende hernieuwbare energie kunnen vangen en opslaan om de bestaande samenleving helemaal schoon elektrisch te krijgen. Toch zetten er overheden er vol op in. Hoe krijg je de economie ooit op het spoor van wat biobased – volgens de wetten van het leven – gewenst is om te overleven op deze aardkloot?

Duurzaamheid begint niet bij het aanpassen van de productie, maar vraagt vooral ook om een andere consumptie
De econoom Jan Pen zei ooit dat we veel beter piano kunnen gaan leren spelen en veel van Beethoven en Bach moeten gaan genieten. Dat zorgt voor een veel duurzamere consumptie dan al die stedentrips met Ryanair en een weekje vakantie in Thailand. Dat is natuurlijk een cruciaal punt. Duurzaamheid begint niet bij het aanpassen van de productie, maar vraagt vooral ook om een andere consumptie. Ik denk dat dat veel harder gezegd mag worden. Het zou bovendien logisch zijn om consumptie te belasten in plaats van de arbeid; in onze consumptiesamenleving moedigen we die consumptie juist aan. Om het met een understatement te zeggen: daar zit nog wel een dingetje.
Als ik strict als econoom reageer, zeg ik wat ik in al mijn antwoorden al heb laten doorschemeren: beprijs de schaarse middelen, dan rolt het meest duurzame systeem er vanzelf uit. Dat zal waarschijnlijk leiden tot aanzienlijk minder verre vakanties en stedentripjes per vliegtuig; zoniet dan is er vermoedelijk iets misgegaan met de beprijzing òf hebben slimme ondernemers en ingenieurs toch een mogelijkheid gevonden om met duurzaam geproduceerde biomassa niet milieubelastend door de lucht te reizen.
Dit artikel afdrukken