De algemeen gebruikte indeling in diabetes type 1 en 2 is vermoedelijk te basaal. Dat denken Zweedse onderzoekers, die de gegevens van bijna 9.000 Zweedse diabeten nader bekeken. Ze ontdekten dat er 5 verschillende vormen van diabetes zijn, met een onderscheidend genetisch profiel. Ze konden hun bevindingen repliceren in een controlegroep van 5.795 andere diabetespatiënten uit 3 Zweedse en Finse databases.

Een stap naar geïndividualiseerde diabeteszorg
De ontdekking verklaart waarom sommige diabetespatiënten niet goed reageren op hun behandeling en ook welke patiënten een groter risico lopen op bepaalde complicaties zoals gezichts- of nierproblemen. Het zou daarom een belangrijke stap kunnen zijn op weg naar een meer geïndividualiseerde diabeteszorg. "Voor de patiënt betekent dit volgens mij een meer geïndividualiseerde therapie en een betere kwaliteit van leven", zegt onderzoeksleider Leif Groop, hoogleraar diabetes en endocrinologie aan de Universiteit van Lund. Het onderzoek is gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift The Lancet Diabetes and Endocrinology.

Diabetes type 1 is een autoimmuunziekte die het lichaam verhindert insuline te produceren. De diagnose wordt meestal al op jonge leeftijd gesteld. Diabetes type 2, die veel vaker voorkomt, ontwikkelt zich op latere leeftijd en is gerelateerd aan obesitas. Bij diabetes-2 produceert het lichaam te weinig insuline of reageren de lichaamscellen niet meer op insuline door glucose op te nemen.

Vijf aparte diabetesziekten
De Zweden zien de vijf soorten diabetes als vijf clusters. Cluster 1 is de 'traditionele' diabetes type 1 plus een wel op latere leeftijd ontstane auto-immuunvorm, die de wetenschappers 'severe autoimmune diabetes' (ernstige autoimmuun diabetes) noemen. Wat we tot nu toe allemaal op één hoop vegen als diabetes type 2, is op te splitsen in 4 aparte ziektetypen. Cluster 2, 'severe insulin-deficient diabetes' (ernstige insuline-deficiënte diabetes) komt voor bij relatief niet te zware en vaak jonge mensen, maar is geen auto-immuunziekte. Bij deze patiënten komen veel diabetesgerelateerde oogziekten voor en zij hebben lang niet altijd baat bij een behandeling met metformine, het meest gebruikte diabetesmedicijn. Cluster 3, 'severe insulin-resistent diabetes' (ernstige insuline-resistente diabetes) houdt verband met obesitas en komt voor bij mensen bij wie de insulinetrigger niet meer werkt. Zij lopen het grootste risico op lever- en nierziekten.
De twee overige resterende ziektebeelden, cluster 4: 'mild obesity-related diabetes' (milde obesitas gerelateerde diabetes) en cluster 5: 'mild age-related diabetes' (milde leeftijdsgerelateerde diabetes) zijn milde vormen van diabetes die met metformine en leefstijladvies over het algemeen goed te behandelen zijn.

Uit genetische analyse bleek verder dat de 5 subgroepen genetisch verschillen en niet samenhangen met verschillende stadia van diabetes. Verder onderzoek is nodig om vast stellen of patiënten van ziektebeeld kunnen wisselen, of de verschillende categorieën verschillende oorzaken hebben en of de benoemde vijf ziektetypen ook in andere regio's of bevolkingsgroepen stand houden.
Dit artikel afdrukken