Van Dieren maakt zich zorgen over de maatschappelijke effecten van de manier waarop NGO's en overheden communiceren over milieumaatregelen in het algemeen en klimaatmaatregelen in het bijzonder. Het effect van de milieumaatregelen die Nederland moet nemen om klimaatopwarming tegen te gaan, zal op wereldschaal slechts 0,5% van het klimaatvraagstuk oplossen. De kosten worden geschat op een bedrag dat tussen de €500 en €700 miljard ligt. Wie gaat die kosten betalen en wie gaat aan de investeringen die gedaan moeten worden verdienen?

'Sinister circuit van professioneel linkse mensen'
CE Delft ging met de eerste vraag aan de slag in opdracht van Milieudefensie. Daaruit bleek dat de laagste inkomens er het meest voor op zullen draaien. Geen Stijl verwoordde dat als volgt: “Dat krijg je dus met een kabinet van hoogopgeleide bakfietsmutsen en wereldvreemde technocraten die elke ruft kunnen declareren, ingefluisterd door een sinister circuit van professioneel linkse mensen: de kosten van de ambitieuze klimaatdoelstellingen komen terecht bij de Gewone Man.”

De uitdaging is natuurlijk om juist die ‘gewone man’ waar GeenStijl het over heeft centraal te stellen
Schuld salderen
Hoe zitten het milieu- en klimaatprobleem volgens Van Dieren in elkaar? “Als een schuld. We hebben een wereld gecreëerd die ons veel welvaart heeft gebracht. We zijn alleen vergeten onze overlevingskansen op aarde veilig te stellen. We hebben het milieu kapot gemaakt en lieten het klimaat fundamenteel veranderen in ons nadeel. Wat we hebben opgebouwd draagt een schuld in zich die we moeten salderen met investeringen om onze overlevingskansen weer op te bouwen.”

Ik vraag hem hoe dat moet. We hebben immers sinds de Industriële Revolutie in de 18e eeuw een wereld gebouwd die zoveel kosten op milieu en klimaat heeft afgewenteld dat die saldering een bodemloze put zou kunnen blijken. Daar is Van Dieren het niet mee eens. Hij wijst op de kansen van het tegengaan van verspilling. Hergebruik en lang gebruik van spullen moet uitkomst bieden. Voedsel - volgens de Europese Commissie gaat wereldwijd 30% verloren - hoeft niet verspild te worden. Voedselresten kunnen nuttig gebruikt worden als diervoeders. Efficiency kan de milieu- en klimaatdruk terugdringen die we met landbouw creëren. Tevens kan die efficiency volgens Van Dieren het verdringen van natuur en biodiversiteit en de uitstoot van broeikasgassen door onze energieverslaving terugdringen.

Minder consumentisme gewoon maken
Maar dat past toch helemaal niet bij onze manier van leven? We zijn consumentistisch opgevoed en willen dat niet meer opgeven. Van Dieren: “Dat hoeft niet zo te zijn. Wie heeft behoefte aan de keuze uit 100.000 artikelen in een Amerikaanse supermarkt? Mensen zijn heel tevreden met de slechts paar duizend artikelen die Lidl op het schap heeft. En wie schept er genoegen in weggooien? We doen het omdat het gewoon is geworden en betaalbaar. Dat moet je veranderen.” Hij vervolgt met een betoog over belastinghervormingen. Kort samengevat: arbeid moet belastingvrij en consumptie moet belast worden. Dan gaan mensen minder verspillen en meer moeite doen om lang met spullen te doen.

De duurzaamheidsbeweging is buitengewoon naïef geweest met zijn intellectuele exhibitionisme. Als het drammen zo doorgaat, stevenen we af op een sociaal conflict waarvan we ons de omvang nog nauwelijks kunnen voorstellen
Van concurrentie naar samenwerking
Maar gaan mensen hun huidige leven zomaar opgeven? Van Dieren verwijst naar de Israëlische historicus en toekomstvoorspeller Yuval Harari die in zijn analyses van de mensheid de samenwerkingssamenleving als de meest succesvolle typeert. Onze samenleving is niet gebaseerd op samenwerking maar concurrentie. Concurrentie zorgt voor verspilling omdat het ons welzijn niet beter probeert te maken, maar steeds nieuwe en meer behoeftes creëert om geld op te kunnen potten in de zakken van de handigste ondernemers. Zo’n samenleving creëert koopvee. Een op samenwerking gerichte samenleving creëert welzijn voor zoveel mogelijk mensen.

Sociaal conflict op komst
“Maar”, zegt Van Dieren, “de duurzaamheidsbeweging is buitengewoon naïef geweest met zijn intellectuele exhibitionisme. Mensen moeten hun denkwijze en de door hen gedicteerde maatregelen volgen omdat zij het zeggen. De uitdaging is natuurlijk om juist die ‘gewone man’ waar GeenStijl het over heeft centraal te stellen. Hoe kun je die nieuwe wereld aantrekkelijk maken voor hen? Hoe zou je hen zelfs kunnen laten participeren in het ontwerpen daarvan. Het moet gebeuren, maar er wordt doorgedramd. Dat is dus dik scoren voor politici als Thierry Baudet die feilloos weten hoe bedreigend en absurd het uitgeven van €700 miljard is als je daar maar een bijdrage van 0,5% van het klimaatvraagstuk mee kunt bereiken en verder geen enkele belofte of zelfs maar handreiking kunt doen aan verreweg het grootste deel van de samenleving. Als het drammen zo doorgaat, stevenen we af op een sociaal conflict waarvan we ons de omvang nog nauwelijks kunnen voorstellen.”

Wouter van Dieren opent op 6 maart a.s. de 2018 versie van It's the Food, my Friend, de debatserie in de Amsterdamse Rode Hoed over toekomstige voedselsystemen en klimaat.
Dit artikel afdrukken