Bij fundamentele wetenschap gaat het om kennis omwille van de kennis, zonder dat een concrete toepassing in zicht hoeft te zijn. Daarom wordt het ook wel zuivere wetenschap genoemd. Fundamenteel onderzoek kan bijdragen aan praktische kennis, waarmee praktisch voordeel te behalen is. Ook na een bruikbaar resultaat van fundamenteel onderzoek is vaak nog lange tijd praktijk gericht onderzoek nodig.
De eigenschappen van oude landbouwrassen zijn daarentegen al generaties lang in de praktijk uitgetest en hebben hun kwaliteit bewezen. Als echter de genen van deze rassen verdwijnen, krijg je ze nooit meer terug.

Een ras is een unieke combinatie van erfelijke eigenschappen. Bij de zeldzame rassen is daar door generaties vóór ons eeuwenlang op geselecteerd. In een bepaald opzicht, zoals bijvoorbeeld melkgift zijn ze nu overtroffen door modernere rassen. Maar dit is vaak ten koste gegaan van andere eigenschappen, waar de oude rassen nog wel over beschikken. Vooral bij andere omstandigheden in de landbouw en ook bij ziektes kunnen deze eigenschappen bijzonder waardevol zijn, maar ook om op terug te grijpen als moderne ontwikkelingen te ver zijn doorgeschoten.

In de melkveehouderij zijn onze klassieke rassen verdrongen door de hoogproductieve Amerikaanse Holstein-Friesian koe. Maar de eenzijdige selectie op meer melk is daar ten koste gegaan van gezondheid en degelijkheid en afhankelijkheid van ander en kostbaarder voer dan gras. Om ze robuuster te maken worden ze op verschillende bedrijven gekruist met andere rassen.

In Frankrijk zijn er wijnbouwers die weer gebruik maken van het paard in plaats van de tractor vanwege de betere kwaliteit van de bodem. De inzet als trekkracht kan bovendien nog gecombineerd worden met het gebruik van het paard voor de recreatiesport, zoals dat tot 50 jaar geleden in Nederland gewoon was.

Het voor de toekomst veilig stellen van plantenrassen is eenvoudiger en goedkoper dan het bewaren van landbouwhuisdierrassen.
Op Spitsbergen is de wereldzadenbank voor landbouwgewassen ondergebracht. Uit Nederland zijn daarin met name zaden van tuinbouwgewassen opgeslagen.

De verantwoordelijkheid voor het voortbestaan van onze zeldzame landbouwhuisdierrassen ligt daarom niet alleen bij de (hobby)fokkers en hun rasverenigingen
Bij Wageningen Universiteit bestaat een Nederlandse Genenbank voor landbouwhuisdieren, gewassen en bomen. Het hierin opgeslagen sperma van onze landbouwhuisdierrassen is een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van inteelt, maar voor het in stand houden van deze rassen is meer nodig dan alleen het bewaren van diepvriessperma.

De Nederlandse overheid heeft zich via internationale verdragen verplicht om de in Nederland aanwezige biodiversiteit in stand te houden, dat geldt ook voor agrobiodiversiteit.
De verantwoordelijkheid voor het voortbestaan van onze zeldzame landbouwhuisdierrassen ligt daarom niet alleen bij de (hobby)fokkers en hun rasverenigingen. Zij subsidiëren momenteel een verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid en krijgen tot nu toe weinig erkenning voor hun werk.

Deze fokkers besteden veel tijd en geld aan het in stand houden van onze klassieke rassen, omdat die behoren tot het Nederlands cultureel erfgoed. Dat doen ze zoals anderen zich inzetten voor de schilderijen van Rembrandt of de molens van Kinderdijk. Ook onze oude rassen zijn een herinnering en een eerbetoon aan wat de generaties vóór ons gecreëerd hebben; ze zijn ons levend erfgoed.

Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek blijft voor onze toekomst buitengewoon belangrijk. Het behoud van agrobiodiversiteit dient een vergelijkbare status te krijgen.
Dit artikel afdrukken