De beer is los in de Nederlandse veehouderij. Na onthulling van grootschalige fraude met varkensmest in november, volgde deze week een affaire met rundvee: minister Schouten maakte melding van gerommel met de registratie van kalveren. En de Leeuwarder Courant onthulde fraude met de import van vee uit Duitsland.

De minister is verrast en verontwaardigd. Haar vertrouwen in de sector heeft een deuk gekregen. Ze heeft vertegenwoordigers van de sector, zowel bestuurders als bedrijven die diensten verlenen aan veehouders, bestraffend toegesproken op een foute cultuur. En de overtreders kunnen stevige boetes tegemoet zien. Zo hebben we eindelijk weer een minister die compassie met boeren weet te combineren met een duidelijke en stevige aanpak. Een verademing.

Legale en illegale ontduiking
Helaas zal het bij deze fraude niet blijven. Er zijn nog andere legale en illegale mogelijkheden om de mestwetgeving te ontduiken. Een opsomming.

Er zijn tenminste drie legale ontwijkingsmogelijkheden:
1. Een melkveehouder die in Nederland koeien en jongvee wil houden, heeft fosfaatrechten nodig. Dat geldt niet voor dieren die hij in het buitenland houdt. Door jonge kalfjes te exporteren, in het buitenland op te laten groeien en als volwassen dier te importeren, heeft een melkveehouder voor zijn niet-productieve jongvee geen fosfaatrechten nodig. Risico’s op de insleep van ziektes door alle veetransporten nemen deze veehouders voor lief.

2. In de wet zijn voor alle koeien, afhankelijk van hun melkproductie, forfaitaire getallen voor hun fosfaatproductie opgenomen. De tabel met deze forfaits reikt van ca. 5.000 tot 11.000 kg melk per koe. Hierdoor worden bedrijven met een melkproductie beneden 5.000 kg per koe benadeeld, terwijl bedrijven met een melkproductie boven 11.000 kg juist worden bevoordeeld. De laatste jaren zijn er steeds meer van zulke hoogproductieve bedrijven. De minister is hier vanuit de Tweede Kamer op gewezen, maar ziet dit vooralsnog niet als een probleem.

Hoe vaak deze trucs worden toegepast is nu niet te zeggen. Maar de minister en de sector doen er verstandig aan niet af te wachten tot deze of nog andere trucs boven tafel komen. Want dan volgt affaire op affaire en raakt het imago van de sector steeds verder beschadigd
3. Professionele melkveebedrijven moeten een boekhouding bijhouden van de productie en het gebruik van dierlijke mest. Hobbydierhouders hoeven dat niet. Door jongvee onder te brengen bij een of enkele hobbydierhouders kan een melkveehouder zelf meer koeien melken. Het feitelijk onderbrengen van jongvee bij een hobbyboer is creatief en niet verboden. Maar als dit louter administratief gebeurt, is er sprake van fraude.

Dan enkele illegale mogelijkheden:

1. Melkkoeien hebben een mestproductie van ca. 45 kg fosfaat per jaar. Zodra een melkkoe niet meer wordt gemolken en wordt ‘afgemest’, mag de veehouder haar status wijzigen in weide- of zoogkoe, met een mestproductie van 26,9 kg fosfaat. Maar er zijn veehouders die zulke koeien toch nog maar een tijdje door melken. Daardoor geven ze meer mest, die buiten de boeken blijft. De NVWA kan dat alleen controleren door frequente bedrijfsbezoeken, maar ja, personeelsgebrek.

2. Als een vaars voor de eerste keer kalft, verandert haar status van jongvee naar melkkoe en neemt haar forfaitaire mestproductie toe van 21,9 kg fosfaat naar ca. 45 kg. Geeft de veehouder deze statusverandering pas later door, dan is de feitelijke fosfaatproductie hoger dan die op papier.

3. Een onbekend aantal melkveehouders heeft afgekalfde, melkgevende vaarzen uit Duitsland geïmporteerd, maar geregistreerd als jongvee, met een navenant lagere forfaitaire mestproductie.

Met al deze trucs kan een melkveehouder meer, of meer mest producerende dieren dieren houden dan opgegeven en daardoor hoefde hij in 2017 geen heffing te betalen in het kader van het fosfaatreductieplan. Naast deze fraude met melkvee en mestproductie was in november al gebleken dat werd gerommeld met de mestafvoer en de beschikbare grond voor mestplaatsing. De mestafvoer werd groter voorgesteld dan ze was door manipulatie met het gewicht van de mesttransporten en met de gehaltes van fosfaat in mest. Daarnaast zijn niet alle gronden waar op papier mest werd uitgereden in gebruik bij de veehouder. Of ze liggen op zo’n grote afstand dat er weinig of minder mest naar toe ging dan de bedoeling was. Door dergelijke creativiteit en fraude werd met name in veedichte gebieden teveel mest dichtbij huis uitgereden.

'Inkeerregeling'
Hoe vaak deze trucs worden toegepast is nu niet te zeggen. Maar de minister en de sector doen er verstandig aan niet af te wachten tot deze of nog andere trucs boven tafel komen. Want dan volgt affaire op affaire en raakt het imago van de sector steeds verder beschadigd - ook bij de Europese Commissie, die binnenkort moet beslissen over verlenging van de door Nederland aangevraagde derogatie van de Nitraatrichtlijn. Zonder derogatie mogen melkveehouders ongeveer 30% minder (stikstof uit) dierlijke mest op hun land gebruiken. Hierdoor neemt het landelijke mestoverschot toe tot peperdure proporties en wordt de fraudedruk nog veel hoger. Daarom is het beter nu door te pakken, alle malversaties boven tafel te halen en zowel de Nederlandse samenleving als Brussel te laten zien dat Nederland hier een streep onder wil zetten.

Zo’n regeling spaart de NVWA een hoop controletijd en kan zorgen voor proportionele sancties
Zo’n operatie vergt meer menskracht dan de NVWA in huis heeft, want het gaat om vele duizenden veehouders. Misschien is een “Inkeerregeling” zoals staatssecretaris Jan Kees de Jager die in 2010 bedacht om naar het buitenland weggesluisde vermogens op te sporen, een oplossing. Volgens die regeling hoefden vermogensbezitters die zich spontaan meldden geen boete bovenop hun achterstallige belasting te betalen; maar wie dat niet deed moest dokken. Vertaald naar de melkveefraude zou dat bijvoorbeeld als volgt kunnen worden ingevuld:
- wie een lichte fraude spontaan meldt hoeft geen of slechts een kleine boete te betalen;
- wie een zware fraude meldt, krijgt een sanctie, bijvoorbeeld terugvordering van zijn GLB-toeslagen over het desbetreffende jaar. Daarmee kan de sector enig vertrouwen terugwinnen in Brussel;
- wie een zware fraude niet meldt en alsnog wordt betrapt, verliest niet alleen zijn toeslagen maar krijgt ook andere sancties aan de broek. Bijvoorbeeld een heffing krachtens het fosfaatreductieplan, korting op fosfaatrechten en een fikse boete.

Zo’n regeling spaart de NVWA een hoop controletijd en kan zorgen voor proportionele sancties.

Hoe dan ook, het is tijd voor Operatie Schoon Schip. De geloofwaardigheid van de Nederlandse melkveehouderij staat op het spel.

Frits van der Schans, CLM Onderzoek en Advies
Wouter van der Weijden, Stichting Centrum voor Landbouw en Milieu
Dit artikel afdrukken