Wat is voedselvaardigheid?
Voedselvaardigheid is een begrip wat in Nederland nog niet zo heel bekend is. Helen Vidgen, onderzoeker Nutrition and Dietetics aan de Queensland University of Technology in Australië, deed onderzoek naar de betekenis die uiteenlopende mensen, van jongeren van 16 tot gezondheidsexperts, geven aan het woord ‘food literacy’ en destilleerde daar een aantal kernpunten uit. Vidgen definieert voedselvaardigheid als de "kennis, vaardigheden en gedragingen die nodig zijn voor het plannen, managen, selecteren, klaarmaken en eten van voeding. Voedselvaardigheid geeft individuen, huishoudens, gemeentes en landen de handvatten om de kwaliteit van het eetpatroon te beschermen en vast te houden".
Rechtvaardigheid
De Amerikaanse emeritus hoogleraar Nutrition, Food Studies and Public Health Marion Nestle benadrukte dat voedselvaardigheid van groot belang is. “Er is zoveel keus en zoveel informatie dat mensen in de war raken. Wat we moeten eten is niet moeilijk en vatte Michael Pollan in 7 woorden samen: ‘Eat food, not too much, mostly plants’. Maar mensen moeten opboksen tegen een enorme voedingsindustrie en die voedingsindustrie vecht terug.” De belangrijkste manier om er volgens Nestle iets tegen te doen is om lokale initiatieven op te starten. Ze roemt het initiatief van inwoners in Berkeley, Californië, om een suikertaks in te voeren waarvan de extra inkomsten ten goede komen aan gezondheidszorg voor kinderen. “76% van de inwoners wilde die taks. Het wordt daar niet gezien als een straf, maar een stap naar maatschappelijke rechtvaardigheid. De armere mensen profiteren het meest.” Ook het invoeren van gratis schoolmaaltijden in New York noemt ze als een goed lokaal voorbeeld.
Leren begrijpen wat voedsel is
Volgens het Voedingscentrum blijkt uit onderzoek dat 93% van de ouders van kinderen tussen 8 en 16 jaar het belangrijk vindt dat hun kinderen voedselvaardig worden opgevoed. 82% zou vinden dat ouders daar verantwoordelijk voor zijn. Scholen kunnen hun steentje bijdragen door voedselonderwijs in het curriculum op te nemen.
Volgens voedselhoogleraar Jaap Seidell zijn mensen hun voedselvaardigheden verloren door taken uit te besteden. “Mijn ouders moest vroeger alles zelf doen. Kleren naaien, koken en zelfs kleine reparaties aan de auto doen. Dus konden ze dat ook. Wij kunnen alles uit handen geven; kleding kopen is sneller en soms goedkoper dan zelf maken. Voor je auto ga je naar de garage en voeding is ook overal sneller en goedkoper beschikbaar dan we het zelf kunnen maken. Daarom hebben we die vaardigheden niet meer nodig.” Naast het weer aanleren van doe-het-zelf voedselvaardigheid door voedseleducatie, initiatieven als schooltuinen en smaaklessen op school, vindt Seidell ook een ander soort voedselvaardigheid van belang: leren begrijpen wat voedsel is. “Wat betekent die informatie die je leest, wat staat er op een etiket? Dat moeten we leren begrijpen. Want de consument wordt wel in staat geacht rationele keuzes te maken die bijdragen aan een gezondere keuze.”
Het ouderonderzoek van Voedingscentrum is hier te downloaden en wordt hier door het Voedingscentrum besproken. Het Voedingscentrum maakte ook een Infographic die de resultaten eenvoudig weergeeft.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Gaan wij ons aanpassen of zorgen we ervoor dat de omgeving zich aanpast? Want hoeveel vaardigheden hebben we wel niet nodig om ons een weg door de vervuilde omgeving (voedsel, nepnieuws, gesjoemel, politiek 'handwerk') te banen? En hebben we niets beter te doen?
Dat was eigenlijk ook de kern van mijn betoog Jan Peter van Doorn : we hebben niet veel aan al die vaardigheden als ongezondere alternatieven gemakkelijker, goedkoper, lekkerder en beschikbaarder blijven. Eén van mijn laatste slides was: Conclusie: "beleid en onderzoek moeten zich meer richten op voedselomgevingen met minder ultra-processed food".
Maar als we niet geleerd hebben waarom en hoe je die gezondere keuze moet consumeren. Alle sprekers en panelleden benadrukten het belang van een betere voedselomgeving. Dan heb je ook minder vaardigheden nodig.
Jaap, fijn dat je hier even bent! Hoe moeten we begrijpen dat 93% (!) van de ouders 'voedselvaardige' kinderen wil?
Toen ik het las gingen mijn wenkbrauwen omhoog:
- weten ze wat het is?
- weten ze dat het een woord is dat die foute voedselomgeving voor lief neemt en - in een iets andere definitie dan hierboven genoemde Vidgen - de vaardigheid duidt om daaromheen te fietsen? (ik zeg het maar even zo om de reacties #1 en #2 nog duidelijker uit te laten komen)
Ik waag het er op: 93 procent van ouders van jonge kinderen is zelf niet voedselvaardig. En Jaap Seidell heeft alle gelijk van de wereld, regering!
Is dit niet sentimentalisme? Betogen dat het anders moet, en intussen gaat het tegenovergestelde gewoon verder, jazelfs wordt erger, en men doet er rustig verder aan mee?