Toen begin november 2017 de NRC onthulde dat er grootschalig en georganiseerd met mest werd gefraudeerd, verklaarde Blauw reeds dat er voor hem niets nieuws bekend was geworden. Bij die gelegenheid maakte hij duidelijk dat de overheid al sinds mei 2016 op de hoogte is van de omvang, oorzaak en aard van de fraude.

Toen de NRC met zijn onthullingen kwam reageerde minister Carola Schouten 'echt boos'. Zij vroeg de betrokkenen met een gezamenlijk plan te komen om mestfraude te beperken.

Het rapport werd gisteren via de Staatscourant gepubliceerd, bijna twee jaar na oplevering aan de ambtelijke top van het ministerie van EZ, dat thans weer LNV heet. Blauw en Korff blijken het ministerie van Schouten begin 2016 al 37 specifieke adviezen te hebben gegeven.

Het rapport bevat passages die aan duidelijkheid niets te wensen over laten, zodat het ministerie van toenmalig staatssecretaris Martijn van Dam (EZ) en diens Directeur Generaal Agro Hans Hoogeveen, de opdrachtgever van het rapport indringend op de hoogte moeten zijn geweest. In het rapport zijn onder meer de volgende passages te lezen:

Er wordt op professionele wijze door verschillende schakels in de keten, waaronder agrarische ondernemers, intermediairs, adviseurs en mestverwerkers in gezamenlijkheid gefraudeerd met de uitdrukkelijke aantekening dat het hier om een deel van de sector gaat. Daarbij is het algemene beeld bij nagenoeg al onze geïnterviewden dat het beleidskader, mede gericht op de fraudebestrijding, te weinig zicht heeft op de feitelijke praktijk en onvoldoende effectief is.

Veel van de geïnterviewden spraken hun verbazing uit dat RvO.nl kennelijk onvoldoende intervenieerde in situaties waarbij op basis van de beschikbare gegevens overduidelijk vastgesteld kan worden dat sprake is van “onmogelijke situaties”.


De fraude wordt verklaard door met name drie factoren:
- de complexe regelgeving die handhaving bemoeilijkt en ruimte laat voor fraudes
- smalle marges in de varkenshouderij en de pluimveehouderij
- het verlaten van het melkquotum in de melkveehouderij
De financiële prikkels die daardoor ontstaan, zouden moeten worden weggenomen.

De lezer zou kunnen concluderen dat gebrekkige interventie van overheidswege gebaseerd is op begrip voor de financiële situatie van boeren die meer kippen en varken waren gaan houden dan is toegestaan, cq. die hun aantal koeien sterk hadden uitgebreid maar door de slechte prijzen hun verplichtingen slecht konden voldoen.

Pijnlijk voor de huidige minister Schouten is dat nu blijkt dat haar ambtenaren niet verrast kunnen zijn geweest door de NRC-onthullingen. De opdracht tot het rapport werd verstrekt op 4 november 2015, daags na de benoeming van Martijn van Dam tot staatssecretaris van EZ op 3 maart van dat jaar. Opdrachtgever Hoogeveen van het rapport verliet het ministerie op 1 november 2016 voor een hoge post bij de FAO.
Dit artikel afdrukken