In Nederland zijn het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en brancheorganisatie LTO "waakzaam en alert", schrijft Trouw. Draaiboeken liggen klaar en LTO adviseert zijn leden "ten eerste om de transportwagens dubbel te reinigen, we raden ze sterk af om vlees uit de getroffen landen mee te nemen en Nederlandse jagers die daar een wild zwijn schieten, moeten het dier vooral niet mee terug brengen."
Kamerlid Helma Lodders (VVD) stelde Kamervragen aan minister Carola Schouten, meldt Boerenbusiness. Lodders maakt zich grote zorgen over de ziekte onder de wilde zwijnen en gaat zover de minister te suggereren om alle dieren af te schieten. Daarmee wil ze economische schade aan de Nederlandse varkenshouderij voorkomen. Dat doet ze in één van de laatste vragen: "Is de minister van mening dat het risicobeheer voor wilde zwijnen in Nederland moet worden aangescherpt, bijvoorbeeld in de vorm van het stringent handhaven van de nulstand voor de wilde zwijnen populaties in Nederland?"
Zieke dieren hebben symptomen als koorts, zwakte, eetlust, bewegingsstoornissen en ademhalingsproblemen en gaan in 90% van de gevallen dood. Voor andere dieren dan wilde en tamme zwijnen én voor de mens is het virus niet gevaarlijk.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
hier in het zuiden van Frankrijk beginnen wilde zwijnen een plaag te worden. Beetje varkenspest zou dan geen kwaad kunnen, zou je op het eerste gezicht denken. Bovendien is de jacht erop vaak hinderlijk.
Even een aanvulling: in Polen zijn niet alleen wilde zwijnen ziek geworden van ASF (African Swine Fever), ook op ca 20 locaties in Polen zijn (mest)varkens getroffen. Weliswaar tot nu toe alleen aan de "andere kant" van Polen. Ook ca 20 bedrijven in Ukraïne zijn besmet geraakt.
In 2014 zijn de eerste wilde zwijnen met ASF in Europa gevonden, in Litouwen. De Baltische staten zijn nu vergeven van de ASF. Opeens dook afgelopen jaar de ASF ca 400 km westelijker op, in Tjechië en in Polen bij Warschau.
Als het zo hard kan gaan, lijkt het een kwestie van tijd voordat ook Duitsland en Nederland met ASF te maken krijgen. Eén wild zwijn met ASF in Nederland en de export ligt helemaal plat?
Mevrouw Lodders heeft de kolder in de kop en probeert een gratuit wit voetje te halen bij haar boerenachterban. Idiote pogingen tot eradicatie van zwijnen zouden alleen maar tot grotere verplaatsingen en - contraproductief - juist tot snellere en verdere transmissie van het virus door de altijd overlevende zwijnen leiden.
In GB heeft men ook vruchteloos geprobeerd de das uit te roeien ivm. transmissie van rundertbc.
Misschien wél n idee om een tijdje te stoppen ongespeende kalveren uit het oosten naar Nederlandse fokkerijen te slepen?
Aangezien het virus hier nu niet heerst, is er geen risico van het verspreiden van het virus middels de jacht op wilde zwijnen.
Zoals de vogeltrek inmiddels jaarlijks zorgt voor vogelgriep in waterrijke gebieden, zal verspreiding van varkenspest onder wilde zwijnen vooral problemen geven in die gebieden waar wilde zwijnen aanwezig zijn. Die zitten overwegend op die plekken waar ook de tamme ruim in aantal aanwezig zijn. Gelukkig kunnen zwijnen niet vliegen. Maar eenmaal verspreid onder wilde varkens in NL is het ook het doodvonnis. Als eerste voor de sector.Dus Frank #1 jou opmerking tav de wilde varkens zou in ZO Nederland wel eens kunnen gelden voor een aantal 'fans' van de tamme.
In Nederland lopen we risico's door het halfslachtig natuurbeleid. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) had dit jaar afgerond moeten zijn. In 2010 was het kabinet Rutte-I dat daar een streep doorhaalde onder druk van de bezuinigingen. Daarvoor in de plaats moet nu het Natuur Netwerk Nederland (NNN) komen met een voltooiing in 2027.
Zo'n netwerk zou het de grote zoogdieren mogelijk moeten maken zich naar alle natuurgebieden te verspreiden. Ter vermijding van contacten met de gehouden zoogdieren moet contact tussen de gehouden en de natuurdieren feitelijk voorkomen worden.
Knelpunt is dat de jachtwereld wars is van fysiek afgescheiden natuur ten opzichte van gebied met dominerend civiel gebruik. De jachtwereld kiest voor het binnen de leefgebieden houden van de natuurdieren via afschotzones, waar men jaarlijks voldoende te schieten heeft.
Vooral in Brabant en Limburg blijken de risico's van deze strategie. Vanwege het ruime aanbod in de landbouwareaal hebben wilde zwijnen als grote opportunisten ruime levensmogelijkheden. Praktijk is dat de wilde zwijnen buiten het leefgebied wel fel bejaagd worden, maar de beoogde nulstand wordt nooit bereikt. Het adagium van de jachtwereld doet zich gelden met het ieder jaar wat te schieten te hebben. Het laatste zwijn schiet men liefst niet, om ook het volgend jaar weer met een afschotquotum beloond te worden.
In een metafoor valt het te vergelijken met een lekkageprobleem, waarbij men de fabrikant van dweilen inschakelt. Zij zouden immers de grootste kennis hebben van het oplossen van de gevolgen van lekkages. Maar voor een absolute oplossing wegen de belangen van afzet van dweilen te zwaar.
Het geworstel van de jachtwereld om niet alle af te schieten wilde zwijnen te doden leverde de jachtwereld het toestaan van de meest uitdagende jacht op. Daarbij kan men infrarood in het nachtelijk duister de wilde zwijnen opsporen en met dubbel krachtige munitie - 6.000 joules trefenergie in plaats van de traditionele 2.700 - waarvan afzwaaiers tot vijf kilometer bereik hebben. Dit is bepaald niet zonder risico's.
Hoe geliefd de jachtvorm is, blijkt uit het feit dat het jachtrecht gemiddeld het drievoudige is van dat in gebied zonder deze mogelijkheden. Sinds de invoering betaalt men op de Veluwe gemiddeld zo'n €600 per te schieten Veluws natuurdier en omdat men nooit meer dan het quotum schiet, €800 per geschoten dier. En dat alles terwijl de geschoten buit gemiddeld - van groot tot klein - gemiddeld nog geen €100 opbrengt.
Men zal het dus met het Kamerlid eens zijn, dat er nulstanden moeten gelden. Maar die ook daadwerkelijk bereiken gaat finaal tegen de huidige jachtpraktijken in. De halfslachtige faunapraktijken zal men blijven koesteren. De forse risico's voor de veehouderij zal de strategie blijven ondersteunen, zolang deze geen resultaatsverplichtingen kent.