1 min
Het IJslandse bedrijf Marel werd één van ‘s werelds grootste producenten van visverwerkingsmachines, schrijft BBC. Marel levert machines over de hele wereld en zet jaarlijks €844 miljoen om. Niet gek voor een land dat maar 335.000 bewoners telt. Het succes komt, denkt directeur Arni Oddur Thordarson, doordat zijn firma 6% van de winst aan innovatie besteedt, vorig jaar ruim €50 miljoen, om technologische voorop te blijven lopen.
Een voorbeeld van die innovatie is de ‘flexicut’, een snijmachine die met röntgenstraling en hogedruk-waterpistolen 50 visfilets per minuut kan uitsnijden. De röntgenstralen laten de waterstralen weten waar ze de graten uit het visvlees weg moeten schieten; messen snijden de filets vervolgens in de gewenste maat die bij de vis past. De techniek is met wat aanpassingen óók geschikt om vlees te snijden. Een ander onderdeel van het succes is de overname van kleinere, buitenlandse concurrenten. De Nederlandse bouwer van slachtinstallaties Stork kwam twee jaar geleden al in IJslandse handen.
Een voorbeeld van die innovatie is de ‘flexicut’, een snijmachine die met röntgenstraling en hogedruk-waterpistolen 50 visfilets per minuut kan uitsnijden. De röntgenstralen laten de waterstralen weten waar ze de graten uit het visvlees weg moeten schieten; messen snijden de filets vervolgens in de gewenste maat die bij de vis past. De techniek is met wat aanpassingen óók geschikt om vlees te snijden. Een ander onderdeel van het succes is de overname van kleinere, buitenlandse concurrenten. De Nederlandse bouwer van slachtinstallaties Stork kwam twee jaar geleden al in IJslandse handen.
Vandaar dat die filets altijd zo nat zijn.