Deel van het probleem is volgens Peeters dat mensen die verre reizen maken daar de meeste ophef over maken. Wie in Nederland vakantie viert, roept dat niet van de daken. De psychologische factor is minstens zo belangrijk als de technologische oplossingen, die in de luchtvaart heel beperkt zijn. Het duurt heel lang voordat een nieuw vliegtuig ontwikkeld is en nog veel langer voordat dit toestel weer uit roulatie wordt genomen.

Peeters is een deskundige op het raakvlak van toerisme en duurzaamheid. Hij bouwde zijn reputatie op als ‘associate professor’ (lector) aan de NHTV Breda University of Applied Sciences. Op het jubileumfeest van het Groene Brein interviewde hoofdredacteur Jan Bom van P+ hem over de keuzes die noodzakelijk zijn om de luchtvaart in te tomen. Bijna 200 aanwezige wetenschappers waren aanwezig op dit Groene Breinfestijn in Amsterdam.

Groene Breinbreker: Hoe pak je toeristen hun vakantiereisje met het vliegtuig weer af?
Peeters: “De meeste mensen gaan gelukkig helemaal niet voor een lang weekend naar Bali op vakantie. Als je kijkt naar het aantal trips dat Nederlanders maken, dan is de helft daarvan binnen Nederland. De volgende 40 procent blijft binnen de Europese Unie. Blijft er een paar procent over die de hele wereld aan hun voeten hebben liggen. En dan ook regelmatig verre reizen maken.”

Wie vliegt er het meeste? Je raadt het al: GroenLinks-stemmers. Dat is geen verwijt, maar een constatering. Het tweede probleem is dat je het toerisme, het reizen over de wereld, best wel groen kunt krijgen. Maar niet als we de luchtvaart met een factor negen laten groeien. Dat krijgen we met techniek niet goed. Met biobrandstoffen krijgen we het ook niet goed en met compensatie ook niet
Dus wat er gebeurt is dat mensen die lange reizen maken daar zo over opscheppen, dat we denken dat er veel verder door veel meer mensen wordt gereisd dan in werkelijkheid het geval is.“Mensen die op de Friese meren blijven durven dat niet meer te zeggen. En dat is erg jammer, want eigenlijk zijn zij heel groen bezig. Wat nog veel erger is: die mensen die naar Australië vliegen, zeggen: ‘Ja maar, ik heb het gecompenseerd, het is helemaal groen. Het is veel groener dan de treinreis die jij naar België hebt gemaakt, want die heb jij niet gecompenseerd’. En dan word ik een beetje treurig. Want je kunt je hele leven met de trein naar België met dezelfde emissie als die ene vliegreis naar Australië.”

Dus je moet mensen die thuis blijven stimuleren: Vertel daarover!
“Dat is een manier. Maar tijdens vakantie zijn mensen weinig gevoelig voor duurzaamheidsargumenten. Ook mensen die dat thuis best wel belangrijk vinden. Ik heb een onderzoekje gedaan naar wat mensen gestemd hebben tijdens de laatste Kamerverkiezingen. Wie vliegt er het meeste? Je raadt het al: GroenLinks-stemmers. Dat is geen verwijt, maar een constatering. Het tweede probleem is dat je het toerisme, het reizen over de wereld, best wel groen kunt krijgen. Maar niet als we de luchtvaart met een factor negen laten groeien. Dat krijgen we met techniek niet goed. Met biobrandstoffen krijgen we het ook niet goed en met compensatie ook niet. Sterker nog, ergens in 2070 pakken we meer dan 100 procent van de uitstoot, terwijl het nu eigenlijk nog maar een beetje is. Maar het vliegtoerisme groeit door met 4 tot 5 procent per jaar. Uiteindelijk doet het toerisme na de tweede helft van deze eeuw alle maatregelen teniet die voortvloeien uit de Klimaatafspraken in Parijs. Dan zijn de luchtvaartemissies hoger dan is afgesproken om onder de 2 graden opwarming van de aarde te blijven.”

Er zijn dus andersoortige maatregelen nodig, om de uitstoot van het vliegtoerisme tijdig te beteugelen. Zouden maatregelen helpen zoals steden die nu nemen, door auto’s te weren uit binnensteden? Kun je verbieden om sommige vliegtuigen nog te laten landen in Nederland?
“Ik heb aan een heleboel maatregelen gedacht, in mijn proefschrift. Met een enkele maatregel komt je er niet. Stel dat je de beprijzing van de CO2 omhoog doet naar 1000 euro per ton. Niet genoeg. Biobrandstoffen dan. Het helpt, maar het is niet genoeg. Wat je dan overhoudt is dan de constatering dat we met elkaar moeten afspreken dat we minder gaan vliegen. Dat betekent toch de een of andere limiet op die luchtvaart. Dat zou je kunnen doen door internationaal het aantal slots af te spreken, het maximaal aantal vluchten per land. Zoiets hebben we in de visserij ook gedaan. Om de visstand te redden, hebben we de vloot beperkt. In Oostenrijk wilde de luchthaven van Wenen er een extra landingsbaan bij. Dat is door de milieubeweging aangevochten op grond van klimaatverdragen. De rechter ging daarin mee. Effecten van luchtvaart op klimaat valt vanwege internationale overeenkomsten buiten de nationale verantwoordelijkheid. Maar dat kan dus toch een rol spelen in de ontwikkeling van de luchtvaart in een land.”

Je kunt dus ook in Europees verband een land verbieden om meer dan een bepaalde hoeveelheid kerosine te verstoken?
“Je kunt aan de VN-organisatie (ICAO) die over de luchtvaart gaat niet vragen of ze daarover willen nadenken. De banden met de luchtvaart in deze organisatie zijn daarvoor te sterk. Dat kunnen ze dus helemaal niet. Daarom moet de verantwoordelijkheid voor de luchtvaart daar weg en terug naar de landen. Dan is elk land weer verantwoordelijk voor de eigen afwegingen en is luchtvaart daar weer onderdeel van."

En dan het aantal vluchten per land aan een maximum binden?
“Te denken valt aan een plafond voor het maximaal aantal vluchten, bijvoorbeeld 500.000 voor alle luchthavens in Nederland. Ook dat moet je internationaal aanpakken.”




Dit artikel verscheen 17 november op P+, naar aanleiding van de promotie woensdag 15 november 2017 aan de Technische Universiteit Delft van dr. Paul Peeters op het proefschrift ‘Tourism’s impact on climate change and its migitation challenges’. Peeters was al HBO Ingenieur Vliegtuigbouwkunde.

Op de website van het Centre for Sustainability, Tourism and Transport van de Breda University of Applied Sciences zijn de data van het onderzoek te vinden.
Dit artikel afdrukken