De Reclame Code Commissie oordeelde dat de klacht van Matheij gegrond was omdat Rabobank mensen ervan probeerde te overtuigen dat ze verantwoordelijk kon worden gehouden voor het oplossen van het wereldvoedselvraagstuk. De bank mag mensen wel laten dromen van mogelijke oplossingen en aangeven te willen meewerken aan het in samenwerking aanpakken van problemen, maar de suggestie van een oplossing die de bank waar gaat maken, is wat de RCC betreft een brug te ver.

Klanten die op basis van die suggestie besluiten diensten van Rabobank af te nemen, worden volgens de RCC misleidt door een oneerlijke reclame-uiting,

De RCC formuleerde zijn oordeel als volgt:



Rabobank reageerde op de uitspraak met een voorgenomen oplossing. De bank laat de zin waarin zij zegt dat we haar als klant mogen houden aan het realiseren van oplossingen achterwege.

Matheij vindt deze aanpassing onvoldoende en gaf naar Foodlog aan "te overwegen" opnieuw een klacht in te dienen bij de RCC indien Rabobank het bij deze beperkte aanpassing overgaat. Hij vindt het een filmpje dat niet past bij een bank "omdat banken geld willen verdienen en niet net moeten doen alsof ze een hulpverlenende organisatie zijn."

Bij onvoldoende respons op een oordeel van de RCC, kan deze officieuze autoriteit de Autoriteit Consument en Markt oproepen actie te nemen. In de praktijk is een dergelijk beroep zeldzaam.


Dit artikel afdrukken