In het zich alsmaar voortslepende debat over de ammoniakuitstoot van boerenbedrijven ontstond vandaag weer een bedrijf. Nieuwe meetdata van het RIVM kunnen de berekeningen die datzelfde instituut voor de overheid maakt, niet bevestigen.

Volgens diverse wetenschappers komt er in Nederland veel meer voor de natuur schadelijke ammoniak uit dierlijke mest vrij dan rekenmodellen voor de overheid officieel weergeven. Nieuwe feitelijke metingen maken duidelijk dat de modellen niet kunnen kloppen, zegt onder meer stikstofspecialist en directeur van het Louis Bolk Instituut Jan-Willem Erisman op de website van de NOS.

Het nieuws komt voor Nederlandse boeren op een pijnlijk moment. Afgelopen zaterdag onthulde de NRC een mestcomplot waar de gehele agrarische keten, tot aan de overheid toe, op de hoogte moet zijn geweest, maar wegkeek.

Het RIVM moet van het ministerie uitzoeken hoe het kan dat de modellen afwijken van de metingen. Daar is door twee onafhankelijke onderzoekers eerder dit jaar al een verklaring gegeven: de modellen zijn nogal hypothetisch en steeds bijgesteld om te voldoen aan een beeld van de werkelijkheid dat past bij het beleid.

Professor Erisman geef een mogelijke door de actualiteit ingegeven verklaring voor het verschil: "De prognoses gaan uit van een ideale wereld waarin iedereen zich aan de regels houdt. Maar als boeren illegaal mest gaan vervoeren, of hun wasser niet aanzetten, komt dat niet in de modellen terecht." De ammoniakuitstoot is het gevolg van het bij elkaar laten lopen van vaste mest en urine in mestkelders. Dat is het geval in de staltypen die met de opschaling van de melkveehouderij en de varkenshouderij in de jaren '80 en '90 van de vorige eeuw volop zijn geïntroduceerd. Het ministerie bleef ondanks tot op heden beweren dat zijn door het RIVM beheerde modellen een goede weergave van de werkelijkheid zijn en wees kritiek op de krakkemikkigheid ervan steeds resoluut af.
Dit artikel afdrukken