"Deze conclusie kun je op basis van de gebruikte gegevens niet trekken", zegt Ingrid Tulp, onderzoeker bij Wageningen Marine Research in Resource.

In het persbericht bij het uitbrengen van het rapport schreven WNF en CBS dat er dertig procent minder dieren in de Noordzee zouden zitten. Volgens Tulp trekt het WNF hier wel erg snel conclusies. Met de gepresenteerde cijfers van soortenaantallen is op zich niets mis. Maar het WNF ging twee stappen verder. Zo werden afzonderlijke trends, waarbij de ene soort bijvoorbeeld 20% toename liet zien en een andere soort met 60% achteruit ging, bij elkaar geveegd tot één totaalgemiddelde. "Maar vervolgens zijn de trends van meer dan honderd vogel-, vis- en bodemdierensoorten samengevoegd," slaat Tulp het bruggetje naar het tweede punt van kritiek. "Ik vind het vreemd hoe klakkeloos oorzaken worden opgehangen aan deze trends. De data worden alleen verzameld voor monitoring van verschillende diersoorten, om te onderzoeken hoe populaties ervoor staan. Voor vis worden de data bijvoorbeeld gebruikt om te adviseren hoeveel er gevist kan worden. We hebben maar in zeer beperkte mate onderzoek gedaan naar de oorzaken achter de trends. Het CBS en WNF trekken nu conclusies, terwijl ze zelf geen onderzoek hebben gedaan."

Het lijkt erop dat de schrijvers van het rapport arbitrair een oorzaak hebben aangewezen
'Opmerkelijk'
Die conclusie is dat de - veronderstelde - afname te wijten is aan de bodemvisserij. Dat is volgens Tulp en haar medeonderzoekers op zijn minst 'opmerkelijk' te noemen. "We twijfelen er niet aan dat dit invloed heeft op het bodemleven, maar de visserij-intensiteit is over deze periode juist afgenomen. Het lijkt erop dat de schrijvers van het rapport arbitrair een oorzaak hebben aangewezen. Er is nog meer veranderd in het systeem, zoals de visserij, zandsuppletie of de watertemperatuur. De CBS/WNF-conclusies zijn niet gebaseerd op statistische analyses waarbij is geprobeerd de trends te relateren aan verklarende factoren. Dat zou ook heel lastig zijn omdat al deze factoren in de gebruikte periode sterk zijn veranderd. Zo is het bijvoorbeeld warmer geworden en is de zandsuppletie toegenomen."

Tulp wijst er verder op dat WNF weliswaar gebruik gemaakt heeft van de data van Wageningen Marine Research, maar dat de onderzoekers zelf nauwelijks zijn geraadpleegd. Tulp: "Vervolgens kregen we in een workshop de vraag om de trends die het CBS presenteerde te duiden en mogelijke oorzaken aan te geven. We hebben toen uitgelegd dat we dit, op basis van de huidige beperkte kennis, niet kunnen. Daar is veel diepgaander onderzoek voor nodig, waarbij je per soort of soortengroep probeert te ontrafelen wat de oorzaak is van bepaalde populatieschommelingen." Die uitdaging lijken WNF en CBS te hebben laten liggen.

Schelpdieren doen het goed
"Wageningen Marine Research is van plan in gesprek te gaan met het CBS en WNF. Wanneer dat gebeurt, is nog niet duidelijk", aldus Resource. Mogelijk zullen de Wageningse wetenschappers bij de gelegenheid ook in september jongstleden gepubliceerde onderzoeksresultaten nog eens onder de aandacht brengen. De Noordzee blijkt weer vol schelpdieren te zitten. De halfgeknotte strandschelpen en mesheften die sterk in aantal waren gereduceerd, scoorden dit voorjaar de hoogste biomassa die ooit is gemeten sinds de inventarisaties in 1995. Ook andere schelpdieren doen het goed.

----


UPDATE 3 november 18.00u: "WNF is verrast over de ‘verbaasde’ reactie van Wageningen Marine Research (WMR) op het persbericht van het CBS," schrijft de organisatie in een reactie. "WNF staat voor de volle 100% achter de conclusies van het CBS." WNF legt uit dat het CBS "voor de berekening van de populatietrends van bodemdieren van de Noordzee voor het eerst alle beschikbare data [heeft] geanalyseerd" en dat experts zijn ingeschakeld om samen de trends te duiden en een brede wetenschappelijke basis te hebben. Natasja Oerlemans, coördinator van het Living Planet Report: “We begrijpen dat in de wetenschap meningsverschillen kunnen ontstaan en we juichen het wetenschappelijk debat toe. Het CBS is een onafhankelijke en betrouwbare bron van informatie en de trendanalyses en duiding door het CBS zijn zorgvuldig."

WMR zelf zegt op basis van de huidige beperkte kennis de door het CBS gepresenteerde trends niet te KUNNEN duiden. Daarmee lijkt WMR te zeggen dat het CBS waarnemingen tot trend verklaart, terwijl die waarnemingen te weinig robuust en daarom ongeschikt zijn voor extrapolatie. Met andere woorden, WMR zwengelt geen wetenschappelijk debat aan, maar merkt op dat het CBS onwetenschappelijk met statistiek omgaat. Het blies de cijfers op en dat kon WMR niet stilzwijgend laten passeren. "Een paar zinsneden hebben we te stellig geformuleerd. En een aantal causale verbanden die wij leggen verdienden nuancering”, verklaarde inmiddels ook woordvoerder Cor Pierik van het CBS. Het WNF hield op dat moment nog vol aan de niet genuanceerde versie en zei daar "voor 100%" achter te staan.

Update 8 november, 17:35h: Inmiddels is aangepast bericht van het CBS beschikbaar. Het WNF lijkt blijkens een reactie hieronder van mening dat er niets aan de hand is geweest en dat de nuancering van het CBS bericht niets verandert aan het Living Planet Rapport over de Noordzee van het Fonds.
Dit artikel afdrukken