Dit artikel publiceerden we onder de titel ‘Onze kleinkinderen eten geen wilde vis meer’ met een voetnoot onder het artikel. Dat hadden we niet moeten doen. We deden het vanuit de afweging dat er een discussie over zou komen. Dat is ook gebeurd. Een uitstekende en heel genuanceerde zelf. Lees de deskundige reacties hieronder. Dat is de beste tip die ik u kan geven. De kop zet de lezer op het verkeerde been. Die had moeten luiden: Vishandelaar weet net zo weinig van vis als de klant. Die staat er vanaf nu boven met een toegift omdat ook ik mijn werk beter had moeten doen. Met dank aan onze zeer gewaardeerde commentatoren!
Zaterdag 21oktober, Dick Veerman
Sinds de invoering van de aanlandplicht – dat vissers hun bijvangst niet meer in zee mogen terugspoelen – schieten de initiatieven om iets met die vissen te doen uit de grond. Restaurants zetten wijting, schar en hondstong op de kaart en supermarkten gaan dergelijke vissen verkopen. Zo lijkt de hele bijvangst geen probleem te zijn. Maar dit is slechts de commerciële kant van het verhaal.
Vissen worden niet meer oud genoeg
Bijvangst heeft ook een niet-commerciële kant. Dat is de bijvangst die niet geschikt is voor consumptie. Wil van Merkensteijn van Schmidt Zeevis legt uit: “Dit zijn de discards; die moeten mee aan land en worden daar vernietigd met rode verf. Als je gaat kijken wat voor visjes dat zijn, dan zie je dat een groot deel daarvan jonge visjes zijn, die nog te klein zijn om gegeten te worden, of vis met kuit. Als je de vissen met kuit en de jonge vissen vernietigt, hoe krijgen we dan ooit nog vissen die 8, 9, 10 jaar of ouder zijn? De wilde kabeljauw die wij eten, die je in een restaurant krijgt en die in de supermarkt ligt, dat zijn vissen die zo’n 9 jaar oud zijn. Een tong van een pond is tussen de 8 en 10 jaar oud. Maar de vissen krijgen niet eens meer de kans om die leeftijd te halen.”
‘Denk toch eens na’
Van Merkensteijn kan het niet genoeg herhalen: we moeten ons hier heel erg zorgen over maken. “Voorheen mocht je de ondermaatse vis terugspoelen in de zee. 20% van de bijvangst ging dood en komt in het ecologisch systeem voor andere vissen, zeehonden, zeeleeuwen en zeemeeuwen. 80% blijft gewoon leven en krijgt de kans om groter te groeien. Nu wordt 100% vernietigd, denk daar toch eens over na.”*
Maar de Nederlandse consument snapt niets van vis volgens Van Merkensteijn. “Nederlanders zijn al geen viseters. Er zitten graatjes in en dat vinden ze niet lekker. En duurzaam gevangen vis is daarbij dan ook nog eens duur en daar wil de gemiddelde Nederlander dan helemaal niet aan.”
Kweekvis in de toekomst
Wat gebeurt er als er niets verandert? “Dan eten onze kinderen en kleinkinderen geen wilde Noordzeevis meer, alleen nog maar kweekvis”, aldus Van Merkensteijn. Kweekvis heeft ook zijn nadelen. ‘Industrieel gekweekte exemplaren bevatten heel wat contaminanten (vervuilers), waaronder pcb's en dioxines’, meldde Knack. Eerder meldden we op Foodlog al dat in 2030 tweederde van de vis uit hoogproductieve houderij komt. Tijd om actie te ondernemen vindt Van Merkensteijn: “Ik ga het niet meer meemaken dat die aanlandplicht wordt afgeschaft. Maar de jonge mensen van nu moeten gaan protesteren en actie ondernemen zodat die regel wordt doorgestreept. Alleen dan kunnen onze achterkleinkinderen ook nog wilde vis eten.”
Schmidt Zeevis is te bezoeken op World Food Day op zondag 15 oktober (vandaag dus).
* Dergelijke percentages zijn niet gebaseerd op onderzoek. Er zijn nog te weinig goede onderzoeken naar gedaan. Wel toonde een Noors onderzoek aan dat verreweg het grootste deel van de levende bijvangst alsnog dood gaat als de kleine vissen weer overboord worden gezet. De teruggegooide bijvangst komt voor 100 procent ten goede aan de maritieme voedselkringloop. Het is natuurlijk visvoer en vervangt de levende vissen, die aldus worden uitgespaard en kunnen groeien. Alleen al om die reden mag de aanlandplicht een onhandige beleidsmaatregel heten.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Er is voldoende onderzoek gedaan naar overleving van ondermaatse vis en bijvangst. De overleving van ondermaatse schol en tong bij bodemvisserij op de Noordzee werd door Nederlandse onderzoekers geschat op maximaal 10 tot 20 % afhankelijk van de duur van de trek. Voor bijvangst is de overleving vergelijkbaar, afhankelijk van de dier/vissoort.
Er treedt niet alleen sterfte op bij de gevangen en teruggegooide vis, maar ook bij de vis die ontsnapt door de mazen in het net. Van de schelvis en wijting die ontsnapten door de mazen ging 10 tot 50% alsnog dood.
Als van Merkensteijn zo begaan is met de visjes van zijn kleinkinderen zou hij als onderdeel van de visserij sector beter kunnen kijken naar vangstmethoden waarbij er minder bijvangst en ondermaatse vis aan dek komt.
De aanlandplicht is door biologen al bekritiseerd omdat de maatregel totaal niet bijdraagt aan instandhouding van visbestanden en bovendien ook nog eens onwerkzaam is voor vissers. In de zuidelijke Noordzee is het onmogelijk om demersale platvis (twee hoofddoelsoorten tong en schol en overige doelsoorten schar, bot, tarbot, rog, griet, tongschar, haai, wijting, mul, dorade, rode en grauwe poon) te vangen zonder dat er sprake is van bijvangst aan ondermaatse vis. De zuidelijke Noordzee is helaas geen bejaardentehuis in tegenstelling tot de noordelijke Noordzee waar louter grote exemplaren rondvis worden gevangen met grove mazen. De zuidelijke Noordzee kenmerkt zich door de aanwezigheid van puberale vis zowel als bejaarde vis. Bovendien is kabeljauw eigenlijk helemaal geen item, want die wordt nauwelijks of niet gevangen door de Nederlandse kottervloot. Ik weet vrijwel zeker dat Schmidt Zeevis de kabeljauw uit Denemarken, Noorwegen of IJsland vandaan haalt. Aanlandingscijfers uit aanvoerhavens in deze landen spreken boekdelen. Jammer dat Wil van Merkensteijn kabeljauw als voorbeeld gebruikt. En de reactie van Jopie Duijnhouwer mag met een korreltje zout genomen worden. Exacte cijfers van overleving van verschillende vissoorten in de bodemtrawlvisserij zijn opvraagbaar bij CEFAS (in Lowestoft), WMR (in IJmuiden), ILVO (in Oostende) en Seafish Authorities (Aberdeen). Daar komt bij dat schelvis, net als kabeljauw, geen soort is die door de Nederlandse kottervloot wordt gevangen. Dan zal er gevist moeten worden boven de 56 / 57ste breedtegraad. Overigens, om lef te tonen, zouden restaurants eens aan de slag moeten gaan met grauwe poon, bot, schar, rog en tongschar. Overheerlijke Noordzeevis. Maar ja, zelfs schol ziet nog geen kans om in Nederland grond onder de voeten te krijgen. Bijna 95 procent, net als alle overige door onze kottervloot aangevoerde Noordzeevis, gaat vooral richting Italië, Zwitserland en Duitsland. En de schaal- en schelpdieren naar Spanje, Portugal, Frankrijk en België. Kortom, er ligt een taak bij de overheid en bedrijfsleven om gezonde Noordzeevis te introduceren in het onderwijs.
Als de percentages klopten die van Merkensteijn hier noemt: "20% van de bijvangst ging dood [...] 80% blijft gewoon leven" dan zou die hele aanlandplicht geen issue zijn. Soorten met een aantoonbaar hoge overleving kan je namelijk een uitzondering voor krijgen. Op dit moment loopt er een onderzoek om deze uitzondering ook te krijgen voor bijvangst van jonge schol in de tongvisserij.
De overleving van de bijvangst ligt in recenter onderzoek dan dat aangehaald door Duijnhouwer ietsje hoger, maar is helaas nog (te) laag. Gelukkig loopt er veel onderzoek om enerzijds de bijvangst te reduceren en anderzijds de overleving van discards te verhogen. In sommige visserijen zoals de Noordse kreeftjesvisserij worden al goede resultaten behaald.
De kop van dit artikel slaat (gelukkig) als een tang op een varken. Er is heel veel Noordzeevis te koop waarbij het hele bijvangstverhaal vrijwel geen issue is, zoals haring en makreel maar bijvoorbeeld ook schol die met grote mazen is gevangen. En gelukkig gaat het o.a. door goed beheer met veel visbestanden in de Noordzee erg goed, ondanks het vele teruggooien van jonge vissen.
Dank voor deze commentaren. Ze zijn broodnodig. Ik moet iets uitleggen om duidelijk te maken waarom.
Er zijn op de redactie forse woorden over dit stuk gesproken. Een en ander in de trant van #1 en #3: wat Van Merkensteijn zegt klopt niet. Om die reden namen we - mijn besluit als eindredacteur -een duidelijke noot op onder het stuk.
Deze verhalen worden - dat blijkt - verteld en niet eens alleen door zee-activisten, maar ook door heel gerespecteerde vishandelaren. Ze passen bij de 'eindtijd'-gedachten die populair zijn.
Wij van de redactie die ook veel te weinig weten, zullen op zoek moeten: wat weten we nou echt over visstanden en de effecten van visserijtechnieken? En dat besloten we dus ook te zullen gaan doen.
Ik hoor overigens dit: er wordt teveel met binnennetten gevist. Klopt dat heren?
Relatief veel vishandelaren in Nederland hebben geen flauwe notie van de wijze waarop hun product gevangen wordt, laat staan dat ze weten uit welk gebied een bepaalde soort vandaan komt of dat ze uit kunnen leggen wat nu precies duurzame visserij betekent. De kennis over de Noordzee en de daar toegepaste vangsttechnieken is uiterst belabberd. Dat geldt overigens ook voor de consument. Die laatste weet echt heel weinig over de Noordzee. En dat begint al in het onderwijs waar de Noordzee nauwelijks tot geen item is. Dat is waarschijnlijk ook een van de redenen waarom Noordzeevis zo weinig geconsumeerd wordt. Ten aanzien van de kennis over en de betrouwbaarheid van de bestandsschattingen en de gezondheid (opbouw uit verschillende jaarklassen) van visbestanden houd ik mij vast aan zowel de bestandsopnamen, die jaarlijks in Europees verband worden uitgevoerd, als de waarnemingen van vissers op zee. En ja, dat er vissers zijn die hardnekkig met verboden netaanpassingen blijven vissen, is algemeen bekend. Maar daar kun je niet de hele visserij op afrekenen. Er zullen altijd vissers zijn die maling hebben aan de regelgeving. Het is aan de controlerende instantie om daar paal en perk aan te stellen. Desalniettemin is het ontzettend jammer dat het niet respecteren van de maatregelen nog steeds plaatsvindt, zoals dat elders in bedrijfstakken helaas ook niet ongewoon is. Het is te hopen dat bij de overtreders het gezond verstand komt boven drijven, want het vissen met verboden netaanpassingen schaadt de visserijsector.