Volgens critici is het daarom beter om tweede generatie-grondstoffen te gebruiken, zoals huishoudelijk- en landbouwafval. Verschillende partijen doen onderzoek naar dergelijke bio-based bio-raffinaderijen. Peers wijst de kritiek van de hand. "Bij de niet genetisch gemodificeerde maïs die wij gebruiken is daarvan geen sprake. De landbouwproductiviteit in Hongarije en Roemenië is door ons juist enorm gestegen, het kost dus geen extra areaal land. En Europa heeft te veel maïs en is een grote maïsexporteur." Ook produceert de bio-raffinaderij nog andere producten, zoals hoogwaardig veevoer en "zuivere en groene" CO2 voor de tuinbouw in het Westland.

Volgens Peers is de tweede generatie-technologie vooralsnog veel te duur om op grote schaal te kunnen worden toegepast, zeker in relatie tot de huidige lage olieprijzen. Hij pleit er voor om juist de huidige technologie breder in te zetten in de overschakeling naar een duurzamere productie. Dus niet alleen méér bio-ethanol bijmengen om de CO2-uitstoot terug te dringen, maar ook bio-ethanol van de eerste generatie gebruiken voor de productie van bouwstenen voor de chemie. "Waarom tovenaarsleerling spelen als er al een bruikbare bouwsteen beschikbaar is?" Het FD wijdt een serie artikelen aan de energietransitie en digitalisering in de Rotterdamse haven.

In 2015 gaf de KNAW een negatieve visie af voor het gebruik van biobrandstoffen omdat ze voldoende hernieuwbare bron van energie kunnen zijn en daarom kunnen leiden tot schadelijke uitwassen als er infrastructuren op gaan draaien die afhankelijk worden van plantaardige voeding.
Dit artikel afdrukken