Jan Kluytmans blijkt verrast over de uitkomst van zijn steekproef. "Voor het onderzoek hebben we nieuwe analysetechnieken gebruikt die erop gericht waren om colistine-resistentie zo goed mogelijk aan te tonen, maar de hoge resistentiescores verbaasden ons", vertelt hij. Zijn team kocht 214 kipfilets in 4 verschillende Nederlandse supermarktformules. Dertig procent van de reguliere kip en veertien procent van de kip met vrije uitloop bleek het colistine-resistentie gen, mcr-1 genaamd, te bevatten.
Colistine behoort tot de zogeheten 'last resort' middelen waar geneeskundigen zuinig op zijn. Op dit moment overlijden in Europa al zo'n 25.000 mensen per jaar omdat ze infecties hebben met bacteriën die resistent zijn tegen antibiotica
Dat is een opmerkelijk gegeven omdat bij eerdere tests in Nederland nooit zulke hoge scores zijn vastgesteld. Het is reden tot zorg omdat colistine één van de laatste antibiotica is die met succes gebruikt kunnen worden in de humane geneeskunde in gevallen waarin patiënten bacteriële infecties hebben die resistent zijn voor de gangbare antibiotica. Colistine behoort tot de zogeheten 'last resort' middelen waar geneeskundigen zuinig op zijn. Op dit moment overlijden in Europa al zo'n 25.000 mensen per jaar omdat ze infecties hebben met bacteriën die resistent zijn tegen antibiotica. Colistine is een middel dat tot voor kort vrijwel uitsluitend in de diergeneeskunde werd gebruikt. Voor humaan gebruik werd het gemeden omdat het bijwerkingen op de nieren en het zenuwstelsel heeft.

Gevolg uit verleden?
Betekenen de nu gevonden hoge niveaus van colistine resistente bacteriën op kip in Nederlandse supermarkten dat er meer colistine wordt gebruikt dan vroeger? "Nee", zegt Kluytmans. Zo mogen de uitkomsten niet worden geïnterpreteerd. "In ons land ligt het huidige gebruik laag. Dat laat een studie van de European Medicines Agency overtuigend zien. Denemarken heeft een nog lager gebruik van colistine in de dierhouderij. In Zuid-Europese landen, met name in Italië en Portugal, is het gebruik echter veel hoger. Ons onderzoek laat zien dat er nog veel colistine-resistentie aanwezig is in de kip in de Nederlandse supermarkt. Het kan best zijn dat dit een gevolg is van het colistine gebruik in het verleden. Het kan ook zijn dat de kip uit andere landen afkomstig is waar op dit moment nog meer colistine gebruikt wordt.”

Nieuwe methode om colistine vast te stellen
De eerste onderzoeken lieten weinig colistine-resistentie zien. Kluytmans vermoedt dat de manier van analyseren daar mede debet aan is. De eerste studies zijn gedaan op bacteriestammen met andere resistentiemechanismen, zoals ESBL. Daarin werd vervolgens gekeken of het colistine-resistentiegen aanwezig was. Kluytmans: “Wij hebben in dit onderzoek gericht naar colistine-resistentie gezocht in alle op het vlees aanwezige bacteriën. Dat doen we door het vlees eerst op te kweken in een bouillon waarin geen antibiotica zijn toegevoegd, een zogenaamd verrijkingsmedium. De bacteriën kunnen zodoende uitgroeien en daarna hebben we met een moleculaire test (PCR) de colistine resistentiegenen opgespoord. Tenslotte hebben we de bacteriën met deze resistentie opgekweekt en verder in kaart gebracht. De colistine-resistente bacteriën bleken vaak gevoelig voor de andere antibiotica. Als we aan het verrijkingsmedium antibiotica hadden toegevoegd, zoals in de eerdere studies gedaan is, dan hadden we de colistine-resistentie waarschijnlijk niet gevonden. Wat je vindt wordt in belangrijke mate bepaald door hoe je kijkt."



Zet de nationale voedselveiligheidshandhaver in om gericht ketenonderzoek te doen
Minister Schippers (VWS) zei in mei 2016 dat het colistinegebruik in Nederland onder controle is. In het verleden is colistine naast andere antibiotica echter veelvuldig als groeimiddel in de veehouderij gebruikt.
Dat beeld bevestigt Kluytmans. Colistine is veelvuldig gebruikt door Nederlandse boeren, maar dat is verleden tijd. De huidige bevindingen kunnen berusten op het hogere gebruik in het verleden. Enerzijds omdat de voor resistentie gevoelige bacteriën niet zomaar even uit te roeien zijn. Anderzijds omdat er geen specifiek beleid op is gevoerd; de nu vastgestelde resistentie was tot op heden immers onopgemerkt gebleven. Maar dit is een speculatieve benadering. Harde gegevens uit het verleden ontbreken. Opmerkelijk in het onderzoek is dat twee van de supermarkten hoge resistentiescore laten zien (39%) terwijl een andere juist een heel lage score heeft (2%). Hoe kan dat?

Taak voor de NVWA
Kluytmans: "Dat zou ik ook graag willen weten. Wij hebben onze filets gewoon in de vier supermarkten gekocht en kunnen op basis van de labels niet zien uit welke stallen en slachterijen ze komen. Andere partijen, zoals de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zouden dit moeten opvolgen om uit te zoeken wat er te leren valt van de verschillen tussen de supermarktketens." Kluytmans voorstel is duidelijk: zet de nationale voedselveiligheidshandhaver in om gericht ketenonderzoek te doen.
Dit artikel afdrukken