Oude valkuil
Ruimen of verbouwen van oude stallen; een inmiddels oud toverwoord. Staldering en mestverwerking zijn de twee nieuwe toverwoorden. Wederom slechts deeloplossingen. Men trapt in dezelfde valkuil die al meer dan dertig jaar duurt! Namelijk het probleem waarbij de industriële intensieve veehouderij wordt opgesplitst in kleinere deelproblemen. Vervolgens komt er dan een dure deeloplossing in de ijdele hoop dat dit het gehele probleem oplost. Na verloop van tijd realiseren we ons dat ook dit geen oplossing geeft. Op naar de volgende dure deeloplossing. De 'Mestmarathon' (Ben Hermans 2016) beschrijft het falend beleid van de afgelopen dertig jaar.
Streven naar ammoniakreductie? Veelbelovende plannen zoals 'Koersvast Richting 2020' opgesteld door Agroketen veehouderij en milieu in 2014 en de 'Stoppersregeling Actieplan Ammoniak Veehouderij' uit 2012 zijn niet verwezenlijkt. En waarom eigenlijk niet? Waar hebben we gefaald? En het idee dat de ZERO-stal in de dagelijkse praktijk de uitstoot van ammoniak en methaan tot nul kan reduceren, is werkelijk wishful thinking ten top. De ammoniakuitstoot blijft hoog. Gebruik van luchtwassers ten spijt (Naleeftekorten luchtwassers RIVM 2012 en steekproef Nederweert 2016). We willen te weinig leren van ons verleden! Satellietgegevens van NASA (2016) en NOAA bevestigen dat. Het gemeten ammoniak ligt hoger dan de gehanteerde ammoniakmodellen; en hoe dichter bij het aardoppervlak hoe hoger deze afwijking. Ammoniak bevindt zich inmiddels tussen 12 en 15 km hoogte. De hoogste concentraties in de wereld worden gemeten boven gebieden met intensieve veehouderij zoals Noordwest-Europa. Ammoniak, voor 85 à 90 procent afkomstig uit de veehouderij en landbouw, lijkt ons nieuwe broeikasgas te worden! En u herinnert zich nog het verhaal over ammoniak gerelateerde secundaire fijnstof met als gevolg longziekten, hartvaatziekten en verhoogde kans op longkanker? Ook de nitraatverontreiniging van ons grondwater blijft hoog. Vorming van nitrosamines zou resulteren in 100 extra patiënten met dikke darmkanker.
Een berekende overname kan zelfs leiden tot uitbreiding van de veestapel. Vergunningstechnisch is die ruimte nog volop aanwezigEn het primaire fijnstof? Verhoogde kans op longontsteking naast kippen- en geitenstallen. En wat betreft de nieuwe staltechnieken om het primaire fijnstof te verminderen? Volgens de heer Winkel, gepromoveerd op dit onderwerp (Wageningen 2016), niet meer dan een eerste hulpkist met pleisters en noodverband.
Overtollige mest
Het toverwoord 'staldering'. Als een veehouder een ander bedrijf opkoopt om uit te breiden, dan wordt het aangekochte vloeroppervlak met 9 procent gekort. Aldus zou de veestapel kunnen krimpen, dus minder mest. Maar er zijn genoeg veestallen die niet volledig zijn bezet. Een berekende overname kan zelfs leiden tot uitbreiding van de veestapel. Vergunningstechnisch is die ruimte nog volop aanwezig.
Er wordt nogal wat gepoept in het Brabantse, dames en heren. 16 miljard kiloMestfabrieken moeten overtollige mest (Brabants overschot 60 procent) adequaat bewerken/verwerken. En er wordt nogal wat gepoept in het Brabantse, dames en heren. 16 miljard kilo. Toegekende subsidies voor mestfabrieken in Brabant: 570 miljoen in de komende 12 jaar. Jawel, beste belastingbetaler. En er gaan stemmen op om zelfs de helft van de kosten van mestafzet te subsidiëren. Jaarlijks 386 miljoen in Nederland. Een verdienmodel komt er voorlopig niet. En wie controleert of alle overtollige mest daadwerkelijk naar de mestfabriek gaat? Aan het bruine goud kleeft voorlopig nog een zeer ongezond luchtje.
En welke vorm van mestbewerking gaat het worden? En de emissiefactoren van mestverwerking? Wagenings rapport 2016: ,,... gegeven is dat aan mestscheidingstechnieken nog weinig is gemeten; de belangrijkste emissiefactoren zouden nog nader onderzocht moeten gaan worden..". Heel erg fijn om dan als Brabants politicus een onderbouwd en verantwoord besluit hierin te moeten nemen. De geloofwaardigheid staat dan ter discussie. En het eindproduct is niet te vergelijken met organische stalmest. Neemt niet weg dat in een overgangsperiode er wel mest bewerkt moet worden.
De combinatie van een hoge vee- en bevolkingsdichtheid en verkeersintensiteit geeft een verminderde leeftijdsverwachting. In Vlaanderen en Zuid-Nederland zelfs 1 tot 3 jaar korter dan je op grond van leeftijd en geslacht zou mogen verwachtenDe stikstofdepositie is weer toegenomen. Maar bemesting van grond zou zelfs weer mogen toenemen, aldus Hans Huijbers (BD 19 mei). De sector gaat de grond gezonder maken. Akkerbouwer Hermus (BD 5 mei) refereert aan het oude boerenrentmeesterschap en gezond boerenverstand. Wijze lessen uit het verleden komen van pas. Hij ziet zichzelf als een inboorling, zoals Aboriginals in hun gebied. Maar die laatsten blijven original in hun bestaanswijze. De Nederlandse veehouderij daarentegen heeft zich doorontwikkeld tot een grootindustriële vervuilende sector die totaal geen balans meer weet te houden met onze leefomgeving. Onze bodem wordt overbemest, wordt uitgeleefd, afgeranseld. De helft van het Nederlands grondgebied wordt gebruikt om veevoer te telen.
Afbraak van oude stallen, staldering en mestfabrieken gaan niet leiden tot vermindering van de veestapel in Brabant. Wel wordt de grote veestapel verdeeld over een beperkt aantal bedrijven; de megastallen dus. Grotere concentratie van het aantal dieren per bedrijf met daardoor een verhoogd risico op dierziekten, zoönosen en gebruik van antibiotica. Hagar Roijackers (BD 5 april) memoreert dat Noord-Brabant met zijn veehouderij geen wereldwijd experiment mag worden. Helaas is dit experiment in Noord-Brabant al meer dan 30 jaar gaande. En u beste lezer, bent het onwetende proefdier met verminderde levensverwachting in deze regio. De combinatie van een hoge vee- en bevolkingsdichtheid en verkeersintensiteit geeft een verminderde leeftijdsverwachting. In Vlaanderen en Zuid-Nederland zelfs 1 tot 3 jaar korter dan je op grond van leeftijd en geslacht zou mogen verwachten (WHO 2006).
Bent u echt voor vrije marktwerking? Stop dan met subsidies en laat de markt echt zijn werk doenKardinale thema
De provincie heeft een dapper historisch besluit genomen. Maar is dit nu de juiste weg naar een duurzame veehouderij die in balans is met ons leefmilieu, grond, water en lucht? We zeggen altijd zo netjes: ons milieu staat onder druk. Maar het is veel erger: ons milieu is ernstig aangetast. En krijgt gezondheid een rechtmatige centrale plaats in de discussie? Dat kardinale thema vraagt aan de partijen om te ontstijgen uit hun partijpolitiek keurslijf. Men is nog te nauw betrokken bij veronderstelde economische belangen van de intensieve veehouderij. We strelen onszelf met de gedachte dat we de beste en het grootste landbouwkennisinstituut ter wereld hebben. Maar zelfs Wageningen trekt de conclusie dat we in schaalvergroting en intensivering zijn doorgeschoten. De goede kwaliteit van de Nederlandse agrarische producten wordt in het buitenland hoog gewaardeerd. En wat het buitenland vooral zeer waardeert, is het feit dat de mest en bijbehorende vervuiling met gezondheidsrisico's in Nederland blijven.
De totale exportwaarde van de landbouw is hoog; 90 miljard euro. Maar dit is geen netto winst. De exportwaarde van vlees bedraagt 6,8 miljard met een handelsoverschot van 3,7 miljard (internationaliseringmonitor agribusiness 2016). Niet zo hoog als u wellicht dacht. Trek daar de kosten af van gezondheid- en milieuproblematiek en maak uw rekensom. Bent u echt voor vrije marktwerking? Stop dan met subsidies en laat de markt echt zijn werk doen. Binnen 8 à 10 jaar kunnen zelfs de Nederlandse megastallen niet meer concurreren tegen die van Oost-Europa.
Verantwoord boerenrentmeesterschap en gezond boerenverstand? Helemaal prima. Keer dan terug naar grondgebonden veehouderijen, afgestemd op de voedselbehoefte van de regio. Dat geeft minder dieren, minder mest, minder tot geen behoefte aan mestfabrieken en dure stalsystemen en minder gezondheidsproblematiek. Dan ontstaat er ook weer meer financiële ruimte en werkgelegenheid voor echte gezinsbedrijven. Het economisch vliegwiel blijft heus wel draaien, alleen iets minder snel.
Deze opinie verscheen begin deze week in het Brabants Dagblad. We nemen de tekst hier over als onderdeel van een serie gedachten over de vraag hoe het verder moet met de Brabantse veehouderij na het besluit tot inperking daarvan door Provinciale Staten op 7 juli jongstleden. Veerle Slegers trapte de serie af.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Brabant is verscheurd. Boeren zijn in verwarring. Nieuwe wetten gaan lokaal meer en meer voor onzekerheid voor boeren zorgen. En inderdaad zou het sommetje eens gemaakt moeten worden zoals Van Bebber het maakt: wat levert het nu eigenlijk op als we opbrengsten en gezondheidsrisico's salderen?
Kun je niet veel meer verdienen met minder vee als je het goed speelt? En kun je de oplossingen die je daarmee creëert ook niet uitstekend exporteren? Iedere delta aan de zee - en dat zijn wereldsteden doorgaans - heeft de uitdaging die wij ook hebben: hoe maak je veilig en zeker voldoende divers vers eten in je directe omgeving? We zijn er nl. achtergekomen dat we anders nog meer kosten moeten nemen: die van te dikke mensen. Als een land geschikt is om daar andere steden iets over te leren, is Nederland het wel betoogde ik ooit op verzoek van het ministerie van EZ.
Er ligt hier misschien een idee voor een manier van denken om vanuit 2040 terug te kijken.
Hoe denken Brabantse boeren daar over? Mag ik dat aan ZLTO-bestuurders als Piet Hermus en Jos Verstraten toch ook vragen?
Maar ik zou ook voormalig LTO-mestman Wiebren van Stralen er weleens over willen horen.
Het longartsen-duo de Kanter en Dekker zetten zich in voor het voorkomen van ziekten door roken. Hun aktie vindt inmiddels internationaal navolging.
Geweldig dat artsen als van Bebber en van der Sande zich ook uitspreken over de volksgezondheidsrisico's door de volledig doorgeschoten, niets en niemand ontziende "hoogproductieve" intensieve vee-industrie.
Zouden er meer moeten doen.
Per saldo blijkt die namelijk niet zo hoogproductief.
Alleen de milieukosten blijken al hoger dan de opbrengsten.
Inderdaad, Dick: de hoogste tijd om de kosten van onze Hollandse intensieve landbouw te
salderen met de opbrengsten. Alleen de Q-koorts is tot op heden al te schatten op ca. een miljard.
Dat KPMG-kosten/batenplaatje voor de foodsecor in de VS is wat dat betreft ook veelzeggend.
Wanneer komt er eindelijk koopkrachtige vraag voor zo'n écht integraalkosten/batenplaatje voor onze Hollandse landbouw? De "integrale" plaatjes van het LEI "vergeten" o.m.de kosten van zoönosen.
Dick, het is aardig en netjes om het aan de boeren te vragen, maar het is 'out of their hands'.
Jan Peter, ik denk dat je daar gelijk in hebt en - al zeg je dat niet - dat ze daar mede zelf voor gezorgd hebben, maar zonder hen is niet handig. Ze hebben competenties die ze opnieuw moeten leren inzetten.
Ik houd inmiddels al ruim een jaar af en toe een lezing voor boeren die begint met 'Crisis?' Vervolgens legt een vlgde slide uit wat crisis is:
- 'de toekomst niet zien'
- 'niet weten hoe je die moet organiseren'
Ik kan het nu wel verklappen, want die lezing is ook passé sinds de 7th of July.
De schrijver zegt lokaal produceren en aan de lokale vraag voldoen, dus in de randstad zou je meer intensieve veehouderij hebben dan in Groningen, daar komt het wel een beetje op neer.